Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
Tijdens de tentoonstelling Sfinx - Wachters van Egypte die tot februari loopt in het ING-Cultuurcentrum op het Koningsplein, wordt er in verscheidene talen een filmpje vertoond over Egyptomanie. Nog al te vaak wordt aangenomen dat dit cultureel verschijnsel - de fascinatie voor de architectuur en de vormentaal uit Egypte - haar oorsprong enkel vond in de Egyptische veldtocht van Napoleon (1798-1801).

Eeuwen voor die Egyptische veldtocht van Napoleon hadden West-Europese kunstenaars en ambachtslieden van de meeste uiteenlopende disciplines hun inspiratie al uit dat Egypte gehaald: meubilair, wanddecoratie en klokken zijn maar enkele van de voorwerpen die de oude beschaving aan de oevers van de Nijl moesten oproepen. Obelisken, piramiden en sfinxen doken overal op, ook op plaatsen waar men hen allerminst zou verwachten. De beelden- en vormenrijkdom van Egypte heeft een veel grotere en veel langduriger impact gehad op West-Europa dan die van China of India. De zucht naar exotisme in het algemeen kreeg in het geval van de Egyptomanie nog een duwtje in de rug door lieden van allerlei slag die er escapistische en esoterische neigingen op na hielden.

De op het Koningsplein getoonde sfinxen van de farao's Neferites en Achoris illustreren dit. Zij werden van hot naar haar gesleept en komen al zowat twee millennia voor in alle mogelijke rapporten en reisverhalen. De Romeinen roofden het beeldenpaar al en plaatsten de farao's onderaan het Capitool. Later werd er een gat in hun borst geboord toen zij tot fonteinen voor de Villa Borghese werden gepromoveerd. En na de inval van Napoleon in Italië werden de beelden van de twee farao's naar het Louvre gebracht.

Poelaert
De mysterieuze en megalomane uitstraling van Egypte kwam Napoleon goed van pas en de empirestijl van het eerste Franse keizerrijk maakte gretig gebruik van Egyptiserende motieven en thema's. Brussel was altijd eerder op Parijs dan op pakweg Amsterdam of Den Haag afgestemd. Bovendien strookte die bizarre beeldtaal niet met de sobere geest van het protestantisme. Vrijmetselaarsloges in Egyptische stijl zoals in de Lakensestraat in het centrum van Brussel of olifantentehuizen die ontworpen zijn als tempels, zoals in de Antwerpse Zoo, waren bij onze noorderburen dan ook compleet ondenkbaar. Architect Joseph Poelaert koesterde op een bepaald ogenblik zelfs de droom om het Brusselse Justitiepaleis niet te bekronen met een koepel, zoals dat nu het geval is, maar met een heuse piramide. Kunsthistoricus Guido Jan Bral die het gebouw jarenlang intensief bestudeerde daarover: "Poelaert wilde als rasechte eclecticus een soort van wereldarchitectuur realiseren. De oude gevangeniscellen in het Justitiepaleis zijn nog steeds gedecoreerd met hoofden van farao's. Hij had als bekroning voor het gebouw inderdaad gedacht aan een piramide, weliswaar in trapvorm, maar sowieso zijn de Egyptische invloeden op het Justitiepaleis legio. En verder zijn er in Brussel veel art-nouveaupanden, zoals het huis dat door architect Léon Sneyers in de Nancylaan is opgetrokken. Een dan spreken we nog niet eens over een hele reeks glasramen, sgraffiti en zo verder."

Funerair Brussel
In 1922 werd het graf van de jong overleden farao Toetanchamon ontdekt en dat had onverwachte gevolgen: een nieuwe golf van Egyptomanie, ook in Brussel. De grotere boeken- en krantenverspreiding zorgde ervoor dat ditmaal ook het grote publiek bij het gebeuren werd betrokken. Veel Brusselaars volgden de ontwikkelingen over het ontdekte graf van Toetanchamon van dag tot dag, alsof het een avonturenroman in afleveringen betrof. De geleerden die, in het zog van Napoleon, ruim een eeuw eerder Egypte hadden bezocht, publiceerden hun bevindingen in atlassen (Description de l'Egypte). Die boekwerken vol litho's verschenen jaren na de veldtocht van Napoleon en waren alleen toegankelijk voor specialisten en beter gesitueerden. Tijdens het Empire ging het om unieke voorwerpen en kostbare materialen. In 1922 daarentegen konden de nieuwe productiemethodes massaproducten afleveren in blik, goedkoop textiel en bakeliet. Zo was de Egyptomanie voor iedereen toegankelijk.

De wereldtentoonstelling Parijs 1925 stond synoniem voor de doorbraak van de art deco. Deze nieuwe stijl incorporeerde opnieuw heel wat elementen en thema's van de Egyptomanie. Ook de Brusselse vrijetijdsindustrie putte uit dit arsenaal: talloze bioscoopzalen en wat toen 'amusementshallen' heette, werden Luxor genoemd en ook het grote tenniscomplex in Oudergem dat enkele jaren geleden bijna volledig met de grond gelijk werd gemaakt, kreeg die naam. De reclamejongens probeerden de meeste diverse producten, van cosmetica tot sigaretten toe, aan de man of de vrouw te brengen met min of meer sensuele afbeeldingen van Cleopatra of - dat andere onverstoorbare - sfinxen. Ook het funeraire Brussel onderging een gedaanteverwisseling. Op heel wat graven verschenen symbolen uit het Egyptische Dodenboek, bescheiden piramides, sfinxen en obelisken.Vooral op het kerkhof aan de Dieweg te Ukkel zijn daar nog restanten van te zien.

Deze nieuwe golf van Egyptomanie in de wereld en in Brussel stimuleerde ook de ontwikkeling van de Egyptologie als wetenschappelijke discipline. Zo riep koningin Elisabeth een Egyptologische Stichting in het leven, die nog steeds een belangrijke bibliotheek beheert en eigen publicaties verzorgt. Maar het was vooral Jean Capart, de toenmalige directeur van de Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel, die de interesse van het grote publiek voor de farao's, hun verwezenlijkingen en hun denkwereld wist op te wekken. Maar natuurlijk willen wetenschappers niet vergeleken worden met dwepers van diverse pluimage.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws