'Het gaat niet goed met ons dialect'

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
16/05/2008
Marcel de Schrijver (76) is dé expert van het Brussels. Hij zit in zowat alle verenigingen die met het Brussels te maken hebben, is spellingcoach van het Brussels Volkstejoêter en stond mee aan de wieg van de spellingregels. Het Brussels is zijn leven, maar over de toekomst is hij niet zo positief. "Over vijftig jaar zal het dialect verdwenen zijn, denk ik."

"Wie 'Viva bomma, patatte mè sosisse' niet kan zingen, is geen echte Brusselaar," meent Marcel de Schrijver. "Een oudere Brusselaar zei mij dat, en ik moet hem gelijk geven. Spijtig dat een groot deel van de Brusselaars niet meer tweetalig is. Vroeger was iedereen tweetalig en konden de Franstaligen ook Brussels. De tijden zijn veranderd."

De Jettenaar De Schrijver werkte jaren voor een verzekeringsmaatschappij, maar zijn echte passie was en is het Brussels. Die interesse begon al in zijn kinderjaren. "Met Nieuwjaar kwam heel de familie samen. De kinderen werden dan de straat op gestuurd om te spelen, maar ik ging meestal niet mee. Ik bleef liever naar de volwassenen luisteren. Niet zozeer om wat ze vertelden, maar om hoe ze het vertelden."

Op de markt
In de jaren 1950 begon De Schrijver actief met het Brussels om te gaan. Hij kreeg een woordenboek van het Brussels, maar: "Er stonden dingen in die ik niet kende, uitdrukkingen en woorden ontbraken en sommige woorden werden er verkeerd in uitgelegd. Ik schreef al mijn opmerkingen op bladen die ik tussen het boek stak. Tijdens mijn pensioen wou ik het aanvullen, maar uiteindelijk heb ik er zelf een geschreven. Ik heb er intussen al vier geschreven, telkens aanvullingen op de vorige."

Met de regelmaat van een klok krijgt De Schrijver brieven of wordt hij opgebeld over nieuwe woorden en uitdrukkingen. Hij hoort ook nieuwe dingen in conversaties, bijvoorbeeld op de markt van Jette. Er zullen alvast zo'n tweehonderd nieuwe items in zijn volgende boek staan.

Woordenlijst

De Schrijver is al van in den beginne bij de Academie van het Brussels aangesloten. Die had drie doelen: het Brussels inventariseren, bestuderen en promoten. De eerste twee worden nog vervuld, maar het promoten heeft de vzw Ara! overgenomen. "We komen nog samen en geven rondleidingen in het Brussels, maar we houden ons vooral bezig met inventariseren en bestuderen."

De Schrijver is lid van de raad van bestuur en voorzitter van de spellingcommissie van de Academie. Wie voor een inlichting belt, komt meestal bij hem terecht. Hij heeft tenslotte mee de spellingregels opgesteld. "In het begin gaf de Academie een tijdschrift uit waarin iedereen die dat wilde, iets mocht schrijven. Maar iedereen gebruikte een andere spelling, en daar hadden de lezers het moeilijk mee. Dus hebben we beslist om spellingregels op te stellen, met een commissie van een zevental personen. Die regels worden tot nu toe vrij goed opgevolgd. Tweejaarlijks gaan we na of er zaken aangepast moeten worden, want ook het Brussels evolueert."

Toen de Academie vorig jaar met de vraag kwam om een Brussels woordenboek op te stellen, riep Sera De Vriendt, hoogleraar Nederlandse taalkunde aan de VUB die mee de spellingregels had opgesteld, De Schrijvers hulp in. "We noemen het geen woordenboek, maar een woordenlijst. Bij een woordenboek moet je er telkens het geslacht, de meervoudsvorm enzovoort bij zetten, maar dat gaan we niet doen. De lijst moet eind dit jaar klaar zijn."

Succes

De Academie stond in 2000 ook aan de wieg van het Brussels Volkstejoêter, dat via theater het Brussels dialect wil promoten. Als dialectcoach van het gezelschap let De Schrijver erop dat iedereen mooi, foutloos Brussels spreekt. "Van het eerste stuk, Bossemans en Coppenolle, zouden we proberen vier vertoningen te geven. Maar toen we de reserveringen bekeken, moesten we snel uitbreiden naar tien vertoningen. Het zijn er 38 geworden. Daarna kwamen er 42 vertoningen van De traafiest van Mademoiselle Beulemans, allemaal uitverkocht. Maar daarmee was het Brusselse theaterrepertoire op. We hebben dan met Le dîner des cons voor een niet-Brussels stuk gekozen, en ook dat was erg geslaagd. We breien nu voort op het succes dat we hebben."

De wens van de voorzitter-stichter van de Academie was dat elke gemeente een dialectvereniging zou krijgen. Daarom heeft De Schrijver in Jette de Speegelmanne (de spotnaam van de Jettenaren, TS) opgericht. Ze zijn de enige, samen met de Manne van de Platou uit Koekelberg. "We brengen een tijdschrift uit in het Nederlands, Frans, Brussels en Beulemans, dat is verbasterd Frans. We hebben ook al tentoonstellingen georganiseerd en we brengen Brussels cabaret. We zingen, spelen sketches en doen nog veel meer in het Brussels."
De Schrijver speelt ook nog in een ander cabaretgroepje, met onder anderen Jef De Keyser, erevoorzitter van de academie, en Mars Moriau, directeur van Zinnema, het centrum voor amateurkunsten in Anderlecht.

De Schrijver kan niet zonder het Brussels. Maar hij vindt ook dat het niet goed gesteld is met het dialect. "Als Robert Delathouwer mij bezig hoorde, zou hij reageren: 'Maar wat zeg je nu?' Hij gelooft erin en doet er alles aan om het Brussels te laten voortleven. Hij slaagt daar gedeeltelijk in, en daar bewonder ik hem om. Maar toch, het gaat achteruit."

De Jettenaar denkt dat de ABN-acties een rol hebben gespeeld in het geleidelijke verdwijnen van het dia­lect. Daardoor zijn volgens hem veel Brusselse ouders Nederlands in plaats van Brussels met hun kinderen gaan spreken. Brussels werd een boerse taal voor hen. "Ik hoor bijna nooit meer jongeren Brussels met elkaar spreken. Op de markt van Jette hoor ik wel nog heel wat Brussels, maar daar lopen vooral ouderen rond. Binnen vijftig jaar zal het volgens mij zowat gedaan zijn met het Brussels. Hopelijk ben ik fout."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Jette, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni