KVS op zoek naar jong Congolees geweld

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
05/07/2012
Eind juni organiseerde de Koninklijke Vlaamse Schouwburg voor de vierde keer ConnexionKin, een festival in Kinshasa dat jonge Congolezen een springplank naar een carrière wil bieden. Meer dan een week stond alles in het teken van muziek, theater, experiment en dans. En BDW was erbij.

'Ç a bouge ici, à Kinshasa, in tegenstelling tot bij ons in Brazzaville, aan de andere kant van de stroom."

Aan het woord is Igor, een danser van het gezelschap DeLaVallet Bidiefono, naar de gelijknamige chef van het broederschap. Zij zijn, voor alle duidelijkheid, afkomstig van het ándere Congo, Congo-Brazzaville. "Dat kun je totaal niet vergelijken met dit Congo, Kinshasa. Om spannende dingen mee te maken moeten wij de veerpont nemen, de grens oversteken."

Dit jaar organiseerde de KVS al voor de vierde keer ConnexionKin, een festival waarvoor jonge Congolezen met een missie graag afzakken naar het Frans cultureel centrum in Kinshasa, tezamen met het in Kinshasa aanwezige Centre Wallonie-Bruxelles, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Belgische Prins van Luikschool en enkele lokale collectieven. Kunst is in Congo springlevend, ondanks de moeilijke omstandigheden. ConnexionKin heeft de ambitie kunstenaars voor het voetlicht te brengen, waar ze anders maar een zeer lokale verankering zouden hebben. Na een voorstelling op het festival kunnen heel wat van hen de sprong wagen naar Afrikaanse buurlanden, misschien zelfs naar Europa en de rest van het Westen.

'Corrupt nog voor je leert spellen'
"Er is nog wel wat werk aan de openheid van de Congolezen," zegt KVS-directeur Jan Goossens. "Zij zijn hun vaste artiesten gewoon; ze staan niet altijd open voor vernieuwing. Let op: er gebeuren hier geweldige dingen, maar de stad en haar cultuur blijven iets kneuterigs hebben. Congolezen zijn veel met hun eigen kunstuiting en traditie bezig. ConnexionKin wil de lat hoger leggen, zeker deze editie."

Dat dat lukt, heeft de KVS te danken aan een goed uitgebouwde link met Congo, meent Goossens. "Wij kijken hier al van vóór 2005 rond, op zoek naar talent. Dat resulteerde in 2009 in een heus festival. Talent is er hier bij de vleet, maar de omstandigheden zijn vaak moeilijk voor jonge artiesten."

Dat blijkt uit het theaterinitiatief van Toto Kisaku, een energieke Congolees die er prat op gaat elke dag een voetbalshirtje van een andere (Europese) ploeg aan te trekken. Hij rijdt rond met een grote jeep. Die jeep is ook nodig om de slechte wegen van de wijk N'djili, naast de luchthaven, te trotseren. Kisaku bouwde er enkele jaren geleden K-Mu Théâtre, een soort van cultureel centrum voor de buurt. Geen evidentie, want N'djili is een buitenwijk, heel volks ook.
"In Congo leer je corrupt te zijn nog voor je het alfabet kunt spellen," zegt Kisaku. "De jeugd laat op allerlei gebied dan ook het hoofd hangen. Mijn tegenreactie daarop was een theater op te richten voor mijn volkse wijk. En het sloeg aan."

De gebouwen van K-Mu zijn bescheiden, maar naar Congolese normen wel kraaknet. De witte buitenmuur met het embleem van het centrum, in een achterafstraatje met modder als wegdek - zoals ongeveer overal in N'djili -, doet niet vermoeden dat de zaak binnen bruist van de energie. Bij K-Mu Théâtre laten ze het hoofd alleszins niet hangen: het podium is in de openlucht, "en als het regent, dan onderbreken we de voorstelling gewoon." Toch is Kisaku vooruitziend geweest: hij investeerde in een grote noodgenerator die stroom levert als het reguliere net het voor de zoveelste keer laat afweten. "Hoeven we onze stukken alvast daarvoor niet te onderbreken."

Niet iedereen is zoals Kisaku. "Ik vrees dat we in Congo met een verloren generatie zitten, met alle gevolgen van dien."

Naakt taboe
Ondertussen zorgt het broederschap van DeLaVallet, de man uit Brazzaville, voor opschudding in de prestigieuze Halle de la Gombe, het podium in het Frans cultureel centrum. In een geladen voorstelling met veel nervositeit vloeit nepbloed en trekken DeLaVallets medewerkers grimassen alsof ze balanceren tussen leven en dood. Maar het publiek laat pas echt van zich horen wanneer een van de dansers plots tijdens de voorstelling zijn boxershort uittrekt. In Midden-Afrika is naakt in het openbaar nog altijd een groot taboe. "Hier zitten kinderen bij," zegt een toeschouwer. "Dit is Afrika, hier doe je zoiets niet," zegt een ander.

Het raakt DeLaVallets kouwe kleren niet. De nogal excentriek uitziende man - denk aan de geest uit Aladdins lamp - haalt zijn schouders op als we hem erover aanspreken. "Je m'en fous wat ze ervan denken. Het stond niet in het script, maar dansvoorstellingen leven, en af en toe moet zoiets kunnen." Ach, hij heeft sowieso al een reputatie in de regio, wat het hem gemakkelijker maakt om te experimenteren.

Harde vloer
Zij die onder aan de ladder beginnen, kennen aardsere methodes om hun punt duidelijk te maken: repeteren tot je erbij neervalt. Dat is het geval bij het collectief Lundende, bestaande uit de dansers Ambassa, David, Didier en Jolie. Onder leiding van de Zuid-Afrikaans-Brusselse danslerares Moya Michael oefent dit groepje voor de doorbraak.

We zien een repetitie met veel beweging en kronkelende lichamen. Vooral danseres Jolie valt op. Op het festival wordt getipt dat zij het wel eens zou kunnen gaan maken. Een bekroning, want ze komt uit een straatarme familie.

De harde betonvloer van de sporthal waarin ze allen oefenen, deert hen niet. Hier geen matten, alleen rudimentaire douches die de bezwete lijven na afloop wat afspoelen. Het is niet duidelijk wie er nu het meest afziet: lerares Moya of de dansers, die na de repetitie hun naturel behouden.

Feestje!
Het festival zou geen festival zijn als er geen tijd is om een feestje te bouwen. Daar zorgt de Congolese reggaegroep Cize N'Kosi voor, ook al afkomstig uit N'djili.

De toeschouwers staan onder stroom en laten zich in trance meevoeren op de lofzangen over het uitverkoren volk. Er wordt stevig geblowd achter in de zaal - dit is Frans grondgebied -, en het lijkt erop dat dit optreden wel eens een van de hoogtepunten van het festival zou kunnen worden. De energie uit concert en publiek zijn één. Zoiets is voor een Europeaan moeilijk te vatten. Hoe hard de sporadische witte lijven tussen de menigte ook ritmisch proberen mee te kronkelen, het blijft iets krampachtigs hebben.

Een van de meest pan-Afrikaanse voorstellingen op het festival is het door het publiek gesmaakte optreden Création Dieudonné Niangouna. We zien een dozijn acteurs uit Brazzaville, Kinshasa, Kisangani en Ouagadougou (Burkina Faso) op het podium, die afwisselend in het Frans en het Lingala de dag doornemen aan de hand van nieuwsberichten op de radio.

Flitsend, geestig ook, zo blijkt, want het publiek lacht luidkeels. Het nieuws wordt in perspectief geplaatst, en de acteurs juichen, joelen, lachen en vertellen om de beurt over hun nieuwsuur van de dag. Ze krijgen er een staande ovatie voor. Jammer dat de stukken in het Lingala - de taal die men doorgaans spreekt in Kinshasa - niet ondertiteld zijn, want de teneur lijkt je te ontsnappen als je alleen het Frans begrijpt.

Eén voorstelling tart het geduld van de kijkers: een dansvoorstelling van de Nigeriaanse danser Qudus Onikeku, bijgestaan door een indrukwekkende videomuur en snoeiharde synthesizermuziek. Een tikkeltje te Europees, lijkt het publiek te denken. Als Toto Kisaku ons vraagt wat we ervan vonden, antwoorden we met een boutade: "Perfect voor verlaten Europese sneeuwvelden, maar niet voor de Congolese nacht." Hij moet er hartelijk om lachen.

Minder interesse?
Er beweegt heel wat in Congo, zoveel is nu wel duidelijk. De KVS speelt zijn rol in de Congolese hoofdstad aan de goede kant van de stroom, en probeert ook verder te reiken. Een kritiek zou kunnen zijn dat de Vlaamse Gemeenschap er ver van afstaat. Jan Goossens is duidelijk: "Waar Vlaanderen soms laat afweten, springt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meer en meer in. Ik vind het jammer dat de interesse uit Vlaanderen afneemt. Zij hebben dit festival mogelijk gemaakt, maar nu lijken ze te aarzelen om ermee door te gaan. Maar dat ons theater Brusselser wordt, vind ik niet erg. Dat is ook onze missie: een Brussels-Europees stadstheater dat internationaal verankerd is. Zo staan we het best in de wereld."

Wanneer we aan Kathryn Brahy, de verantwoordelijke van het Centre Wallonie-Bruxelles in Kinshasa, een soort 'ambassade' van de Franse Gemeenschap van België, vragen wat de link van haar Centre is met Vlaanderen, klinkt het grappend: "Het Centre Wallonie-Bruxelles, waar Vlamingen thuis zijn. Beschouw wat de KVS doet, maar een beetje als evenknie voor ons werk."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni