Nieuw plan van de Brusselse musea

Om de grote verscheidenheid aan Brusselse musea wat meer in de belangstelling te brengen brengt de Brusselse Museumraad in samenwerking met het toeristisch bureau TIB (Tourism Information Brussels, Grote Markt) een nieuw stedelijk museumplan uit in drie talen, verkrijgbaar vanaf 2 november. Wat meteen opvalt is dat 32 musea gratis toegankelijk zijn.

Aan de ene zijde van het plan krijgt u een kaart van het gewest met de aanduiding van tachtig musea in Brussel en enkele in de onmiddellijke rand, zoals de Plantentuin van Meise en het Museum voor Oudere Technieken in Grimbergen. Wat meteen opvalt is dat bijna een derde van alle musea in het gewest binnen de Vijfhoek van Brussel liggen (25), gevolgd door een tiental musea in Etterbeek en evenveel in Elsene.

In drie promenades - waar u wel enkele dagen over doet - kan u dus de helft van alle Brusselse musea aandoen. Een handige alfabetische lijst - apart in Nederlands en Frans - (met nummering) zorgt voor een vlugge verwijzing naar het grondplan én naar een beschrijvende fiche per museum (op de andere zijde van het plan). Welke collectie u in ieder museum te zien krijgt wordt op deze fiche bondig bericht, aangevuld met de openingsuren van het museum en de bus-tram-en metrolijnen bij de deur. Deontologisch correct is dat elk museum evenveel aandacht krijgt op het plan, van het majestueuze, federale Jubelparkmuseum tot de miskende D'Ieteren Gallery met paardentuigen, de rijke collecties van het OCMW van Brussel en het kunstenaarsatelier van Geo De Vlamynck.

Interessant om te weten is de toegangsprijs van de musea, want in Brussel is het niet verwonderlijk dat u bij de ticketbalie plots om 36 euro wordt gevraagd als u met een gezin van vier komt aandraven voor een tentoonstellingsbezoek. Maar het entreegeld wordt niet gecommuniceerd. Enkel de musea die gratis zijn worden met een symbool aangestipt, maar dat zijn er wel 32.