Nieuwe kijk op art-decopromenades in Brussel
Pendelaars rijden er ongemerkt voorbij: de duistere bars L'Archiduc in de Dansaertstraat en L'Espérance in de Finisterraestraat, de voormalige brouwerij Gaulier bij het Zuidstation en het olijfgroen-rood-witte Withuis van architect Diongre in de Charles Woestelaan. Ongeëvenaarde blikvangers van de Brusselse art-decostijl, nochtans. Andere, imposantere art-decoconstructies staan wél in het visueel geheugen gegrift: de Basiliek van Koekelberg, de hoekgevel van het Centraal Station, het Flageygebouw, het Paleis voor Schone Kunsten, het Kaaitheater en het Citroëngebouw, om er maar enkele te noemen. Na het blitse leven van de art nouveau, net voor en na de eeuwwisseling, die met zijn ambachtelijk complexe en dus dure afwerking als zweepslagornamenten na tien jaar al van de kaart werd geveegd, traden de art deco en het modernisme aan.
De naoorlogse euforie 'nooit meer oorlog' en de sociale bewogenheid schoven gelijktijdig het functionalisme als de gestileerde decoratie voorop. Groot scharnierpunt in de overgang tussen art nouveau en art deco in Brussel is het Stoclethuis van architect Joseph Hoffmann en ingericht door de Wiener Werkstätte. Gelijktijdig keken de architecten naar Nederland waar De Stijl en kunstschilder Mondriaan voor nog meer geometrische eenvoud, soberheid en visuele rust tekenden. Voor bouwprojecten als sociale woonwijken - de Cité Moderne in Sint-Agatha-Berchem bijvoorbeeld - bleek dergelijke stijl exemplarisch vernieuwend en jong, en meteen ook goedkoop. Traditionele materialen als baksteen, tegels en glaswerk, alles van Belgische makelei, pasten in het concept van economische arbeidsregeling en vernieuwende architectuur.
Ook in de 'Gesamtkunst', van trappenpartijen, glasramen, verlichtingornamenten en meubelair, paste de art-decovormentaal zonder limieten. Architecten als Victor Horta (PSK), Joseph Diongre (Flageygebouw), Marcel Driesman (Lunatheater, nu Kaaitheater), Fernand en Maxime Brunfaut (Prévoyance Sociale), Michel Polak en Alfred Hoch (hotels Atlanta en Plaza), Victor Bourgeois, Adrien Blomme, Antoine Pompe en Louis-Herman De Koninck haalden er hun eeuwige roem mee.
Verrassende circuits
De zes promenades in het boek - op eentje na zijn ze allemaal wandel- en fietsvriendelijk - maken dan ook voorgoed duidelijk wat precies het verschil is tussen art nouveau en art deco. Want de term art deco is haast een halve eeuw ouder dan de stijltoepassing. In feite verwijst de naam naar de Parijse Exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes in 1925, waar heel wat toepassingen van de art-decostijl te zien waren; wat meteen alle vernieuwers begeesterde, zowel architecten als kunstzinnige bouwheren.
Een eerste wandeling leidt langs veertig huizen rondom de Vijvers van Elsene en de Rooseveltlaan. Een trip die te voet wel wat tijd vergt. U komt er het Flageygebouw tegen, maar ook kleine curiosa als het herenhuis van baron Empain. De centrumwandeling Art deco aan het kanaal zet statige appartementsgebouwen in de verf als de negentig flats op de hoek van de Varkensmarkt en Locquenghienstraat, waarin gespeeld werd met kleurige steenlagen.
Een 'cultuurmust' in hartje stad is het circuit dat het onlangs gerestaureerde Prévoyance Sociale op zijn tocht neemt. Tijdens kantooruren kunt u hier ook even binnengluren en het oorlogsarchief op computer consulteren. Verder een tocht langs oude hotels en bioscoopzalen, een uitdeinend fiets- of autocircuit van Thurn & Taxis tot Basiliek en hartje Molenbeek, met de betoverende sociale woonwijk van de Logement Molenbeekois (architect Diongre). De Wijk Coghen tussen het Dudenpark (Vorst) en Wolvendaalpark (Ukkel) met zijn statige herenhuizen is weer wat anders. En tot slot de Omgeving van de Molièrelaan, waarbij het Museum van Buuren met tuinpartijen en interieur een miskend art-deco-eiland in de stad blijft.
Heel makkelijk is dat alle art-decogebouwen op een handige plattegrond worden weergegeven én ruim becommentarieerd staan, naast een foto die hen herkenbaar maakt in het straatbeeld. De afstand van de wandelparcoursen staat echter niet aangegeven.
:: Cécile Dubois, Art-decowandelingen in Brussel, uitg. Lannoo, 176 blz., 17,95 euro. Promenades art déco à Bruxelles, Éditions Racine, 17,95 euro
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.