Operadiva Georgette Leblanc, geliefde van Maurice Maeterlinck

Eliane Van den Ende
© Brussel Deze Week
25/11/2011
Precies honderd jaar geleden kreeg Maurice Maeterlinck, als enige Belgische auteur tot hier toe, de Nobelprijs voor Literatuur. In die erkenning heeft Georgette Leblanc, zijn minnares en muze, een – miskend – aandeel. Het Brussel van het fin de siècle was het decor van hun eerste ontmoeting en hun liefde.

"Een zigeunerin die aan de hasjiesj leek te zitten": zo omschreef Georgette Leblanc haar vertolking van Carmen van Bizet in de Brusselse Muntschouwburg. De 'gepassioneerde Andalusische' zag eruit als een 'weelderige blondine à la Botticelli in lichtgevende jurken'. Nochtans was de opera-uitvoering een weergaloos succes, en ook de pers was lovend over de eigengereide interpretatie van de exuberante Française. Bij de première op 23 maart 1895 was Maeterlinck aanwezig, ondanks zijn afkeer voor dat soort 'mondaniteiten'. Zijn eigen Nobelprijs ging hij zelfs niet in Stockholm ophalen. Maar voor 'Georgette Leblanc, l'héroïne des grands rêves' , zoals hij in een opdracht schreef, wou de Gentse auteur wel een uitzondering maken.
Tijdens een Brusselse soirée bij Edmond Picard, de linkse (edoch antisemitische) jurist en gangmaker van L'Art Moderne, ontmoetten de auteur-jurist en de sopraan elkaar voor het eerst. Allebei wat zenuwachtig: Georgette vond dat Maurice zich als een onbehouwen Vlaamse boer gedroeg, en hij, zogezegd verzonken in stilzwijgen en in culinaire geneugten, keek van onder zijn oogleden geamuseerd toe hoe ze brood verkruimelde rondom haar bord.

Oiseau bleu
Georgette (1869-1941) had een onderbetaald contract in de Brusselse Munt aanvaard in de hoop de nieuwe aanwinst van de Franstalige letterkunde tegen het lijf te lopen. Maurice Maeterlinck (1862-1949) was toen immers de coqueluche , het troetelhaantje van de avant-gardekringen met gedichten, later gebundeld in Serres chaudes , en de theaterstukken La Princesse Maleine en Pelléas & Mélisande . En Georgette wou Mélisande zijn. De wapperende gewaden en de wilde haardos waarmee ze zich ook in haar privétijd omhulde, pasten perfect bij de mysterieuze, langoureuze sfeer van de symbolist. Zoals Maet, een koosnaampje, begeesterd was door de Engelse pre­rafaëlieten, zo ontwierp Georgette haar eigen negentiende-eeuwse, neo-middeleeuwse japonnen.

Op haar voorhoofd droeg ze vaak een diamantjuweel dat Brussel 'schandaliseerde', schrijft ze in haar Mémoires . Die edelsteen komt terug in het overbekende sprookje L'oiseau bleu (De blauwe vogel ), dat in 1908 in Moskou in première ging met Georgette in de hoofdrol. Ook toen vond de schrijver het niet nodig om zich te verplaatsen. In het filosofisch sprookje gaan de twee kinderen Tyltyl en Mytyl op zoek naar de geluksvogel. De goede fee geeft hun een hoed met een frontale diamant. Als de kinderen daaraan draaien, worden ze op de goede weg geholpen. Dat hoopvolle verhaal, dat de Nobelprijsjury bekoorde en de voedingsbodem was voor de recente, succesvolle film van Gust Van den Berghe, is dus duidelijk schatplichtig aan Georgette Leblanc. Zij schreef er een kinderversie van.

Maar Maeterlinck (David Van Reybrouck verdacht hem in zijn debuut De plaag al van plagiaat) heeft wel vaker de mosterd gehaald bij zijn minnares. Georgette is 25 wanneer ze de 32-jarige advocaat ontmoet. Van bij het eerste contact is de jurist verbaasd dat "ze redeneert en peinst als een oude filosoof." Zijn essay La sagesse et la destinée puurt ruimschoots uit haar ideeën, evenwel zonder haar naam te vermelden. In een dedicatie pent Maeterlinck omfloerst hoeveel hij aan zijn compagne te danken heeft, maar haar naam op de cover zoals Georgette het wenste, daaraan gaf de koppige Gentenaar niet toe. Zelfs niet na tussenkomst van Maurice Leblanc, haar broer, zelf schrijver en de latere auteur van Arsène Lupin, de gentleman-dief.
Het voorval doet Georgette voortaan besluiten om omzichtiger te zijn in haar uitlatingen en haar brieven naar haar geliefde en haar overpeinzingen in kleine notitieboekjes voor zichzelf bij te houden. Die gedachten worden later verpakt in haar autobiografieën. Met succes overigens.

Pamperen en plezieren
Brussel is in die beginperiode nog het decor van hun prille, smachtende liefde. Eerst woonde Georgette op het nummer 18 van het Martelaarsplein. Voor een eerste ontvangst decoreert ze een kamer met zwarte tule met zilverborduursel en wierookstokjes. Het kan 'Maet' niet bekoren.

23 jaar lang zal ze Maurice proberen te plezieren; ze probeert zijn somberheid te temperen, en zijn schrijfsels vertonen door haar toedoen hier en daar een sprankel humor; ze regelt de praktische zaken; ze 'pampert' Bébé (zoals ze de nukkige Maurice met zijn kuren noemt) en ze staat doodsangsten uit wanneer hij weer eens met zijn tweewieler als een onvervaarde Flandrien door de straten slalomt. Dat de schrijver Mélusine, haar krolse kat, een kogel tussen de ogen jaagt omdat hij het gejank niet verdraagt, vergeeft ze hem. Ariane et Barbe-bleue , Aglavaine et Sélysette , Marie-Victoire , Marie-Magdeleine , Monna Vanna zijn werken met Georgette voor ogen...

Ze tolereert zelfs dat hij zich laat troosten door Renée Dahon, een achttienjarig figurantje. Renée ziet er frêle en amper vijftien uit. Maurice is dertig jaar ouder, maar de vrolijkheid van de slanke tiener wiegt hem. Een zestal jaar duurt de wrange ménage à trois , dan houdt Georgette het voor bekeken. Ze laat Maurice en zijn égérie achter in de villa aan de Côte d'Azur en vervolgt haar leven.

Met dat theaterleven is ze overigens nooit gestopt. Georgette, 'fille de bonne famille' , moest zelf de kost verdienen want Maurice stak haar nooit een frank toe, zelfs niet van het geld van de Nobelprijs. Integendeel: Georgette moest zelf bijdragen tot de huishoudelijke kosten.

Zowel Maurice als Georgette kwam uit een deftige, burgerlijke familie. Vader Leblanc was reder en de Maeterlincks stamden uit de Gentse francofone bourgeoisie. Maurice werkte zelf een tijdje aan de balie. Een strafpleiter die zijn gedichten en toneelstukken in het Frans schreef, maar voor de rechtbank in het Nederlands pleitte. Niet altijd met succes overigens.
Maeterlinck blijft tot zijn 34ste - gezellig - bij zijn ouders in Gent en in Oostakker. Dan lokken Parijs en Georgette: "Même si tu n'avais pas été femme, tu aurais été le seul être que j'eusse jamais aimé complètement." Op en top een symbolistische uitspraak.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni