Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

Oudste natuurvereniging van België zet Zoniënwoud in de kijker

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
01/11/2009
Nadat enkele schilders in het woud van Fontainebleau (Barbizon) inspiratie opgedaan hadden, nam het openluchtschilderen ook in het Zoniënwoud - 'de voortuin van Brussel' - een hoge vlucht. Een prachtig herfstonderwerp om onze honderdste verjaardag te vieren, dachten de Vrienden van het Zoniënwoud.

I n 1930 kreeg het Museum van Elsene het doek Premières feuilles ( Eerste bladeren ) van René Stevens, de eerste voorzitter van de Vrienden van het Zo­niënwoud. Die feestelijke schenking krijgt nu een mooi staartje. Het werk werd uit de reserves opgedist en maakt samen met een enorme collectie uit openbare en privéverzamelingen de expositie De voortuin van Brussel - De schilders van het Zoniënwoud 1850-1950 compleet.

Verliefd op het Zoniënwoud, en bezorgd over de toekomst van het bos, stichtte een aantal Brusselaars in het Roklooster in Oudergem op 26 oktober 1909 de ecologische vereniging Ligue des Amis de la Forêt de Soignes. Dat gebeurde naar analogie met de Amis de la Forêt de Fontainebleau (in Frankrijk). Grote figuren als burgemeester Karel Buls, volksvertegenwoordigers Henri Carton de Wiart en Emile Vandervelde, schrijver Emile Verhaeren en schilder René Stevens zetten er mee hun schouders onder.

Het Zoniënwoud werd (al) in die tijd gestadig aangetast door vastgoedontwikkelaars. De Société Génerale ging gulzig te keer. De aanleg van twee renbanen en een oefenbaan bijvoorbeeld, de bouw van een sanatorium en, later, een watersta­tion voor de Brusselse watermaatschappij pleegden roofbouw op de beukenkathedraal. Kunstenaars werden voortrekkers in het zachte verzet tegen de kapping en terreinversnippering. Ze wierpen zich op tot de woordvoerders van de wandelaars die het woud in hun hart droegen. En tot vandaag proberen de Vrienden een drukkingsgroep te zijn om de 'ontsporing' tegen te gaan. Op hun nieuwe website (sinds vorige week) nemen ze geen blad voor de mond: "De invalswegen blijven een permanent gevaar voor het Zoniënwoud, zoals blijkt uit de projecten die regelmatig opnieuw opduiken en die soms verwezenlijkt worden: afwerking van de Brusselse Ring, aanpassing van het Leo­nardkruispunt, verbreden van de treinlijn 161 Brussel-Namen voor de aanleg van het GEN."

De Vrienden vieren de komende maanden hun jubileum met een rist activiteiten: nieuwe publicaties, voordrachten, tweewekelijkse wandelingen en deelname aan bijvoorbeeld de Erfgoeddag. De gloriejaren met 4.500 tot 5.000 leden behoren spijtig genoeg tot het verleden, maar onopgemerkt zal de actieve milieuvereniging in de winter 2009-'10 niet blijven. Het kroonstuk wordt de grote tentoonstelling over verschillende generaties Zoniënwoudschilders. Hiervoor werd de kunstspecialist Emmanuel Van de Putte, actief bij Christie's, aangezocht als curator. Van de Putte inventariseerde de verschillende scholen die zich tussen 1850 en 1950 met natuurschilderen in en rond het Zoniënwoud bezighielden, maar dat resulteerde niet in een klassiek rijtje. De tentoonstelling behandelt overigens ook individuen, naast de schilders van het Roklooster in Oudergem, de schilders van de Vallée des Artistes (Wijnborredal) in Linkebeek en de schildersgroep Uccle Centre d'Art, die een soort cultuurcentrum avant la lettre inrichtten. De natuur bindt hen tot één grote familie, die van ­ de 'Schilders van het Zoniënwoud'.

De expositie begint bij het plein-air van Hippolyte Boulenger, die met postiljon, schildersezel en verfdoos naar zijn groene plekje reisde. Ook het impressionisme met Jean-Baptiste Degreef en het fauvisme met Auguste Oleffe en Rik Wouters komen verrassend om de hoek kijken.

Van de Putte heeft de indeling niet zuiver chronologisch, maar geografisch gemaakt, volgens de invalswegen van en naar het Zoniënwoud: heel origineel. Er is de Waversesteenweg in de richting van het Roklooster waar Degreef en later Alfred Bastien kwamen wonen, en waar een kunstenaarskolonie ontstond. Of de Tervurenlaan en de Terhulpsesteenweg, die leidt naar de Bezemhoek, waar de fauvist Rik Wouters woonde. Ook de Alsembergsesteenweg en Waterloosesteenweg ontbreken niet, de laatste als trekpleister voor Uccle Centre d'Art. Kortom: invalshoeken te over om Adolphe Asselberghs, Philibert Cockx, Richard Viandier, Louis Clesse, Isidore Verheyden, Guillaume Vogels, Rodolphe Wytsman en vele, vele anderen in hun geliefde groene kader te plaatsen.

Als toemaatje wist Van de Putte ook vier werken van twee Amerikaanse kunstschilders naar Elsene te krijgen: er hangt werk van Joseph Rafael (Californische fauvistisch-coloristische beweging), die twintig jaar in Brussel woonde, en van de (post-)impressionist Paul-Jean Martel, die begin vorige eeuw naar Amerika uitweek, maar voor de Eerste Wereldoorlog naar Brussel terugkeerde om er onder meer Melkerij van het Roodklooster te schilderen. Werk dat, net als al het andere, een ode brengt aan de cultuur die de drie-gewestdeling van het woud overstijgt.

:: De voortuin van Brussel, nog tot en met 10 januari 2010 in het Museum van Elsene, Van Volsemstraat 71. Van dinsdag tot en met zondag van 11.30 tot 17 uur; gesloten op feestdagen. Kaartjes kosten 3 en 7 euro. Meer info op 02-515.64.21 en www.museumvanelsene.be.
Curator Emmanuel Van de Putte schreef de tweetalige catalogus (F/N, uitg. Racine, 128 blz., 24,95 euro)

:: Eerstvolgende activiteit van de Vrienden van het Zoniënwoud op zaterdag 7 november om 14 uur: wandeling over de bosbouwkundige historiek van het Zoniënwoud (vertrek aan parkeerterrein Ganzepootvijver, Groenendaal). Meer info op www.amisoignes-vriendenzonien.be



Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Cultuurnieuws