Reportage: Van kanaal tot Kasteleinsmarkt, op zoek naar ‘het Brussels licht’

Werner Van den Mooter
© Brussel Deze Week
20/05/2011
Zo helder zagen we het zelden. We keken toe hoe vrijgevig de lente dit jaar al was met licht, eerst nog bleekjes en aarzelend, allengs volbloediger en warmer – en we fotografeerden de vele soorten lichtinval in de stad. Gratis dosis vitamine D inbegrepen.

A ls een dief in de dag dwaal je door Brussel, je mentale fototoestel op scherp. De metrotrap voert je omhoog in een koker van licht. Je ogen moeten schitteren, verbeeld je je.
Op het kanaal gaan de golfjes van groengrijs over in loodgrijs. Het eind van de middag is een van de momenten waarop je de mooiste foto's maakt. Dat weet je uit een duister reclameverleden, toen de artdirectors de adverteerders lijmden met 'Amerikaans licht'. Het mooiste licht had je niet geheel toevallig in Florida. Voor fotoshoot of draaidag vloog vervolgens de hele reclameclub, vrienden en vriendinnen inbegrepen, naar het strand van Miami.

Stél dat het waar is, zou er dan misschien ook Brussels licht bestaan? Niet zo flitsend natuurlijk - maar laten we toch eens kijken: wie weet is het even veelkleurig als de inwoners.
De zon gaat bijna onder. Komend uit Limburg schommelt de trein op Brussel af. Kijk tussen Schaarbeek en Noord naar links, daar springt een lumineuze blokkendoos in het oog. Het flatgebouw Brusilia straalt in de zon, met 34 verdiepingen en honderden ramen. Een muur van licht walst over de straten en de daken van Schaarbeek. Vrouwen- en mensenhandel, zwartwerk, wapen- en drugstrafiek, alles wat het daglicht niet mag zien, kruipt weg in de schaduw, de onafscheidelijke achterkant van het licht. Het is een heldere dag, het is een donkere wereld.

Van licht naar donker
Het kanaal glimt zilvergrijs onder het strijklicht. Een dode karper dobbert voorbij. Pas laat dringt de zon door op het terras van de Laboureur aan de Lepagestraat. Bij L'Arrière-Pays in de Miniemenstraat vangt nog één tafeltje de zon. Voor de Bar du Matin aan het Albertplein, van 's morgens tot 's avonds overspoeld door licht, staat onder de bomen een kudde Bromptons geparkeerd. Derzelve bobo-eigenaars hebben hun nageslacht meegebracht, dat een niet geheel bij de avondvrede passend lawijt produceert.

De schaduwen maken zich klaar voor het slapengaan. Schimmen worden het: doorzichtiger, minder scherp afgetekend, vervloeiend met het halfduister. Contouren schijnen poederig door het stof als de huid van een lichtekooi op jaren. Het licht veroudert, de dag raakt uitgeput. Daar helpt geen make-up meer aan. Tijd voor het oplapwerk van de nacht.

Op de Leopold II-laan - lang geleden dat die nog eens in een lofzang figureerde - rijgen de straatlampen een kralensnoer van lichtjes van het Rogierplein tot de basiliek. De kindjes komen thuis, het eten staat op tafel. Feesten van ontspanning zijn in aantocht. Facebook, computer en tv laten hun hellelicht schijnen.

Duistere toestanden
In de bars en restaurants gaan alle lampen aan, het voetlicht wordt ontstoken in de schouwburg, filmprojectoren flikkeren op het witte scherm. In een van de bioscoop­zalen rijst langzaam een lift omhoog en bezingt Raymond de lichtjes van de stad. Sinds Marc Diddens Brussels by night lopen er in de straat nog veel meer strangers rond. Mannen van de nacht, hun trekken grauw, hun ogen zonder sprankje hoop.

Het kanaal laat de gele lantaarns dubbel schijnen. Op de oever tegenover K-nal - goddank nog even vrij van Badtoestanden - zitten twee verdwaalde toeristen in het water te staren, elk met een meeneemflesje fris. Romantiek hoeft niet altijd geld te kosten.

De fotonenstorm is gaan liggen, maar er brandt nog licht: neons die het donker kleurrijker maken dan de dag, blauwe zwaailichten, zondige vitrines, kantoren waar het licht aan blijft als hulde aan de 24 uurseconomie, de eenzame straatlantaarn voor het Magrittehuis in de Esseghemstraat. Terwijl op het Atomium de ledjes twinkelen, wijst een nevel van licht op kunstenmakers in het Heizelstadion. Schone schijn.

In het zuiden schuift de Sterrenwacht zijn dakkoepel open en richt hij de kijker op licht van miljoenen jaren terug. In je dromen pendel je opnieuw van hoogstad naar benedenstad... Voor je geestesoog paraderen stralende zomerkoninginnen... Brazilianen feesten in de avondzon... Je ziet Jane Siberry terug, in de spots van de AB Club... Je knippert met je ogen tegen de zonsopgang op het dak van Parking 58... Laat je biologeren door de lichtjes van de meest vertederende pitazaak van de stad, in de Rotterdamstraat...

Klaarlicht
De ochtend maakt je klaarwakker. De zon in de ramen van de huizen achter je tovert lichtvlekken op de wand. Een configuratie van hoeken en reflectie die je met mathematische zekerheid euforisch maakt.

Voor de kick fiets je om vijf-zes uur over het fietspad langs het kanaal. Niemand kruist je pad. Ochtendkoelte stijgt op uit het water. Het stof is gaan liggen in de nacht. Het licht heeft zich gewassen en gekamd. Het is teer en bleek, vol belofte. De dagdromen kunnen beginnen.

Je mist je trein en bent gedoemd koffie te drinken in het CCN, de wachtkamer van de hel. Maar ziet: via het glas en staal van de kantoortorens schijnt de zon ook voor zwervers en daklozen, pooiers en asielzoekers.

Het meest lieflijke en meest verdoken terrasje van allemaal sluimert in de schaduw van de Miniemenstraat tot zijn gloriemoment komt, aan het eind van de middag... De Laboureur baadt voor de eerste keer in het licht, aan de kant van de Vlaamsesteenweg... Tram 94 geeft twee keer een gratis lichtshow: vanaf het Poelaertplein blikkert de hele benedenstad in de zon, op het Koningsplein laat het centrum zich van zijn zonnigste kant zien. Alle toeristen daarheen!

Het licht wordt verblindend, de schaduwen scherper. Op een foto van Bart Dewaele suft de Graystraat, nagenoeg autoloos, onwezenlijk in de middagzon als een Spaans dorp tijdens de siësta.

Je vlucht weg voor de meedogenloze gloed, naar het Ter Kamerenbos, waar het licht tussen kruinen en bladeren verstrooid wordt tot een wemeling van vlekken. Ondertussen maakt de Kasteleinsmarkt zich op voor valavond. De zon staat recht op het plein, schijnt over Provençaalse kruiden, bioworsten en onbespoten groenten. In de schaduw van de bomen staat de beau monde al vroeg te aperitieven, sans façons met z'n allen om een ton. De olijven en de petit blanc en direct du vigneron glanzen in het licht. De avond wordt lang en gelukkig.

De cursieve zinnen zijn van Mark Boog en Gerrit Kouwenaar

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni