Schopenhauer hier en nu

Ann Meskens
© Brussel Deze Week
14/11/2008
"Men kan altijd en overal Arthur Schopenhauer lezen, dus ook deze week, ook midden in Brussel." Ann Meskens is medeorganisator van het Festival van de Filosofie, dit weekend in Flagey, en Schopenhauer is daar... centrale gast.

H et is een koude winterdag en ik zit dicht bij Karel Buls op een bank bij de Grasmarkt. Al geeft het standbeeld niet echt veel menselijke warmte, deze Brusselse burgemeester leefde dan toch in diezelfde eeuw als de Duitse filosoof wiens boek nu op mijn schoot ligt. Het zwijgzame postuur naast mij geeft een lezer trouwens het gevoel zich bij deze lectuur in het juiste gezelschap te bevinden.

Om ons heen ligt de stad. Het is er druk, zo op een maandagnamiddag aan het begin van de eenentwintigste eeuw. In het grijze winterlicht jaagt, kuiert, schrijdt en wandelt men voorbij: eenogige toeristen, blinde pendelaars, eenkennige zakenmensen, tot op de draad versleten ouderlingen, vermoeide moeders met hun winterbleke kinderen en af en toe een straatarme bedelaar.

Schopenhauers blik is ook vandaag niet altijd de meest plezierige blik om de wereld en haar mensheid te bekijken. Hij was en bleef vooral een toeschouwer, hij bekeek als het ware van op een bankje de werkelijkheid van zijn tijd. Hij oordeelde niet altijd opgewekt. Over de anderen die hij om zich heen zag, schreef deze lucide denker bijvoorbeeld: "Bij diezelfde omgeving leeft toch ieder in een andere wereld."

"Bij veel mensen ziet men dat het kijken gewoon de plaats van het denken heeft ingenomen": dat schreef deze filosoof ook, en ik richt mijn ogen bij deze terechtwijzing in plaats van op de levendige wereld rondom mij maar weer op het imposante negentiende-eeuwse opus.

Stekelvarkens
Evenwel, daar biept mijn eenentwintigste-eeuwse mobieltje, diep in mijn jas, en ik val in één tel terug temidden van de actualiteit. Een vriendin, die zonder haar kalmte te verliezen elke dag erg hard bij een Europese instelling werkt, raakt nu toch wel overspannen van de schooldirectrice van haar zevenjarig dochtertje.

Kleine Christina kreeg haar prachtige naam ook omdat hij moeiteloos zowel in de Nederlandse, de Engelse als de Franse taal kon worden uitgesproken. Haar mama is wat men noemt een Vlaams meisje, haar papa is Brit, zoon van een Engelse vader en een Spaanse moeder... Ga maar verder, de vertakkingen in haar stamboom verwijzen naar heel Europa. Vandaag gaat ze nog naar school in een dorp vlak bij Brussel.

Ooit bedacht de wereldbewuste school al dat de kinderen met een insigne om de hals naar school moesten komen. Daarop getekend: een auto, een fiets, of kleine voetjes... Hun ecologische footprint van de reisweg van en naar de school, zeg maar.

"Wat vind jij als filosofe daarvan?" vraagt de vriendin me nu. "Ecodictatuur!" antwoord ik verontwaardigd. "Werden de achterbankkindjes vervolgens bespuwd?" vraag ik haar. Zij had geweigerd Christina te labelen, vertelt ze me, een beeld uit vorige eeuw drong zich op: sterren uit een grotemensenwereld op kinderwinterjasjes.

Wacht, vervolgt ze, het ergste moet nog komen, deze week was er ophef aan de schoolpoort. In het schoolreglement wordt gevraagd dat wie iemand een andere taal dan het Nederlands hoort spreken aan de schoolpoort, hem of haar zou terechtwijzen.

"Hoe noem je dat?" vraagt ze me. "Dorpsnationalisme," zeg ik. "De goedkoopste trots is de nationale trots," troost ik haar. Men kan Schopenhauer ook altijd en overal citeren. Wat moet haar kind in een toekomst waar men zelfs op straat verplicht wordt tot eentaligheid? Eén ikje van Christina spreekt Nederlands, één ikje spreekt Frans en één ikje spreekt Engels... In de negentiende eeuw was dat nog een teken van beschaving. Schopenhauers ouders deden hun best om hun zoon in meerdere talen op te voeden, zijn vader sprak trouwens Nederlands.

Wanneer Christina bij het buitenlopen enthousiast haar vader met "Daddy!" begroet, dan moet haar vader haar volgens het reglement terechtwijzen. "Het leven is een hachelijke onderneming," zei de Duitse filosoof, "ik heb besloten het door te brengen met erover na te denken." Hij had wellicht hetzelfde gezegd als hij vandaag in de buurt van Brussel had gewoond. Zo lees ik mijn vriendin een verhaal voor.

"Luister," zeg ik, "al klinkt de taal ouderwets, het kon vandaag geschreven zijn. 'Een groep stekelvarkens schurkte op een koude winterdag lekker dicht aaneen om zich door elkaars warmte te beschutten tegen bevriezing. Zij voelden echter dra elkaars stekels, wat hen dan weer van elkaar verwijderde. Wanneer de behoefte aan warmte hen nu wederom samenbracht, herhaalde zich het tweede euvel, met het gevolg dat zij tussen beide aandoeningen heen en weer geslingerd werden, tot zij een optimale afstand van elkaar hadden gevonden, waar zij het 't best konden uithouden.'"

"Ik mail je de tekst," beloof ik haar, "geef hem met mijn groeten aan de directrice en zeg haar dat verder in het verhaal vermeld staat hoe die optimale afstand wordt gevonden."

"De optimale afstand, die zij uiteindelijk vinden en die samenleven mogelijk maakt, wordt gevormd door hoffelijkheid en goede manieren."

Ik neem een potlood en zet in de marge een flinke potloodstreep. Het is geen slecht citaat om dit weekend het tweetalige Festival van de Filosofie in Flagey te laten beginnen met als huisfilosoof: de meertalige Europese denker Arthur Schopenhauer.

:: Van 14 tot en met 16 november 2008 vindt in Flagey het Festival van de Filosofie plaats.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni