Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

Stéphane Janssen honoreert Stefan De Jaeger

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
01/11/2006
In 1975 kapte Cobra-verdediger Stéphane Janssen met zijn drie kunstgalerijen en liet hij zijn vrouw en vier kinderen in Brussel achter. In Amerika zou hij ten volle zijn homoseksualiteit gaan beleven. In 2001 kwam hij opnieuw in de Marollen wonen. Het Museum van Elsene geeft hem vandaag alle ruimte voor een gevoelige dubbeltentoonstelling van zijn private kunst- en leefwereld.

Stéphane Janssen wordt als zestienjarige verliefd op kunst, en koopt zijn eerste Oscar Dominguez. Sindsdien schaft hij zich, naar eigen zeggen, enkel kunst aan die direct emoties bij hem oproept. Janssen: "Ik ben geen intellectueel: ik hou van iets of niet. Ik kom pas uit Londen, ben er op een schilderij van een ongekende Duitser gevallen. Gewoon een coup de foudre. Het werk spookte drie nachten door mijn hoofd - het interesseerde me niet wie die kunstenaar was of waar hij voor staat. Paf, ik kocht het doek." Om de grote collectioneur te begrijpen is een bezoek aan de expositie Connivences in het Museum van Elsene ideaal. Die toont een fractie van de kunstverzameling van Janssen, die volledig gelinkt wordt aan de portretfotografie van Stefan De Jaeger. "Er was eerst het boek Connivences, waarmee ik een driedubbele hommage wou brengen," verklaart Stéphane Janssen, die de zeventig voorbij is. "Aan Hergé, mijn spirituele vader die me in 1983, enkele weken voor zijn dood, in contact bracht met fotograaf Stefan De Jaeger. Het boek is ook een hommage aan het oeuvre van Stefan. Zijn werk wordt slecht begrepen. Hij krijgt vaak de kritiek dat hij Augner heeft nagebootst, daar waar het andersom is gegaan. En het boek én de expositie zijn ook een hulde aan Michael Johns (geboren in 1958 en in 1993 aan aids gestorven, red.). Ik heb met hem de mooiste twaalf jaar van mijn leven meegemaakt. Michael liet me zevenhonderd werken in keramiek na, die ik twee jaar geleden aan het Arizona State University Museum schonk."

Onweerswolken
Hoe dat alles in één tentoonstelling een verband krijgt, willen we achterhalen. Janssen: "Ik vroeg Stefan De Jaeger om foto's te maken van mijn familie, kennissenkring en kunstenaars van wie ik werk had gekocht. Hij deed dat twintig jaar lang. Zo kwam hij in contact met de bon-vivant Reinhoud, fotografeerde hij Karel Appel in zijn appartement in New York, Pierre Alechinsky in zijn atelier in Bourgival, Serge Vandercam in zijn atelier in Bierges en galerijhouder Jean Pollac in Parijs. De portretten plaatsen de kunstenaars in hun werksfeer en leefwereld, als een memorandum."

"De kunstliefhebber moet zich niet aan een overzicht van mijn collecties verwachten; het gaat om de visualisering van 'het boek'. Aangevuld met een twintig vierkante meter groot fresco van De Jaeger, dat slechts eenmaal is tentoongesteld in een theater in de Wetstraat. Daarop staan tal van figuren uit de Belgische kunstmiddens: van de vrouw van Hergé tot Dora Janssen. Verder hangt er werk van de Cobra-groep, met Serge Vandercam, Pierre Alechinsky en Karel Appel. Maar ook sculpturen van Michael Johns en Reinhoud en werk van Fred Bervoets, Roger-Edgard Gillet en Roberto Marquez is present. Stuk voor stuk kunstenaars waarvan ik - op Yan Mei Ping na - portretten heb meegebracht, in een kunstwerk gegoten door Stefan De Jaeger. Een portret van Karel Appel of Michael Johns onthult zoveel meer over die kunstenaars."

Vrijheid
Terug in de tijd: 1975, als Janssen plots Brussel verlaat. Waarom kapt iemand van veertig met zijn verleden?
Janssen: "Toen mijn vader stierf kreeg ik plots de middelen om te vertrekken en mijn leven te herbeginnen. (De familie Janssen had haar fortuin opgebouwd in de chemische industrie en het bankwezen. Zoon Stéphane zag ondanks opleidingen bij Union Chimique Belge en in het buitenland geen plezier in een zakencarrière en was kunst- en boekhandelaar geworden, red.). Ik had nood aan meer ruimte om te leven en een vrijheid die ik hier niet kon beleven. In Brussel kent iedereen iedereen. Ik had eerst een huis in Beverly Hills en kwam jaarlijks voor een maand naar Knokke, in het huis van een vriendin. Na de grote aardbeving in Los Angeles heb ik me in Arizona geïnstalleerd, maar al snel werd het me daar letterlijk te heet. Ik verhuisde met mijn vriend naar Santa Fé. Pas sinds 2001 kom ik opnieuw naar Brussel - voor zes maanden per jaar, ik heb er in het Jacqmottegebouw in de Hoogstraat een vaste stek. In Amerika moet ik voor alles en nog wat de auto nemen, nu stap ik de straat over en vind ik alles, rondom mijn lievelingsrestaurant L'idiot du Village. En mijn kinderen en kleinkinderen zijn niet meer zo ver weg."

Gewelddadig
Na Cobra is Janssen nooit opgehouden met het verzamelen van kunst. Zijn oog richtte zich meer en meer op hedendaagse kunst, in Arizona, Californië en terug in België, waarbij de expressionistische blik maar ook het angstaanjagende realisme nooit ver weg zijn. De dood en het geweld bevangen constant. Janssen: "Ik heb geen schrik voor de dood, maar het fascineert me wel in de kunst. We hebben toch allemaal met de dood te maken; het maakt deel uit van ons leven. Waarom het dus schuwen? En wat het geweld in mijn collectie betreft: op een dag zei een psycholoog me: 'moordenaars kopen altijd een Renoir. Jij bent niet gewelddadig, dus heb je geweld in de schilderkunst nodig'."

:: Connivences, nog tot 14/01 in het Museum van Elsene

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws