Suzanne Van Damme: roots in de Lage Landen

Jean-Marie Binst
© Agenda Magazine
05/04/2010
Group 2 Gallery zet zijn twintigste verjaardag luister bij met een retrospectieve van Suzanne Van Damme. Een dertigtal werken tonen de Vlaamse roots van de Belgisch-Italiaanse kunstenares.

Tijdens haar jeugd in Oostende was Suzanne Van Damme (1901-1986) in de ban van James Ensor, maar daarna volgde ze een eigen, breed uitwaaierend pad. Haar stijl ontwikkelde zich van het lieflijke, figuratieve postimpressionisme over realisme en unieke surrealistische scheppingen tot abstracte materiekunst op groot formaat.

Londen, New York, Parijs
In 1938 schilderde Ensor een portret van haar, getiteld Peintres aux prises. Op het werk houdt Van Damme een lang penseel horizontaal, en portretteert Ensor zichzelf, rechts onderaan, als een wit dampende muze. De private, gemaroufleerde olieverfschildering is uitzonderlijk te zien op deze tentoonstelling. Van Damme had haar studies dan al achter de rug, aan de academies van Gent en Brussel en in het atelier L'Effort in Brussel. Daarna trok ze naar Parijs om er met de vijf jaar jongere dichter-kunstenaar Bruno Capacci te huwen. Parijs, Zuid-Frankrijk, Londen en vooral Firenze werden haar nieuwe thuishavens. Ze keerde daarna nog enkele keren naar Brussel terug, tijdens de oorlogsjaren, en op het einde van haar leven - ze stierf in Elsene.

Van Damme pronkte op vijf tentoonstellingen in het Paleis voor Schone Kunsten (1932, 1938, 1960, 1965, 1969), op tentoonstellingen in New York, Dallas, Baltimore en Los Angeles (in de jaren 1960 werd ze er jaarlijks met Capacci gevraagd), en op de wereldtentoonstellingen in Brussel van 1935 en 1958. Belangrijker nog zijn haar deelnames aan de Biënnale van Venetië in 1935 en 1962 - het uit die tijd daterende Description démembrée is overigens ook bij Group 2 te zien. De aanwezigheid op de tentoonstelling van surrealisten in Galerie Maeght in Parijs in 1947 betekende haar grote doorbraak.

De demonen van Jeroen Bosch
Michaux, Lecomte, Colinet en Hellens gaven haar leesvoer om de kunstroots van de Lage Landen in haar te doen opwellen. Het doek Les invités du vent (1945) bij de ingang van de galerie getuigt hiervan: niets dan Jeroen Bosch-achtige demonen die zweven door een azuurblauwe, waterige droomhemel.

Verder staan enkele terracotta's van haar hand uitgestald. Ze ontwierp die als autodidact in de voetsporen van Capacci, die de klei op enkele kilometers van hun woonst in Firenze ging halen bij pottenbakkers en kunstenaars. Iedereen voelt dat beide artiesten elkaar beïnvloed en gesteund hebben. Daarvan getuigen de mixed media, waarbij Capacci de verf met aardespecie mengde voor haar, zoals voor Présence singulière (1960). Les failles de l'inconnue (1970) is een collage van miniatuurtjes op handgeschept Japans papier, geschilderd door Van Damme maar door Capacci met contouren gegroepeerd op paneel.

Bij de titels moet u niet te lang doordenken, die komen grotendeels uit het brein van de surrealistische schrijver Paul Colinet, die ook Magrittes doeken een naam gaf. Veeleer telt de totaalsfeer die Group 2 Gallery creëert met deze verrassende retrospectieve. In twintig jaar tijd verzamelde de galerie heel wat enthousiaste reacties. In het gastenboek verwoordde Amélie Nothomb, die hier in 2005 voor het eerst langskwam - haar eerste bezoek aan een Brusselse galerie - haar impressie als volgt: "Et je suis content que ce soit la vôtre."

:: Suzanne Van Damme
wanneer: tot 25 april 2010 - woensdag > zaterdag van 14.00 > 18.00 uur
waar: Group 2 Gallery, Blanchestraat 8, Brussel - 02-539.23.09 - group2@skynet.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni