Un-Scene: Een Belgische kunstscene?

Ive Stevenheydens
© Agenda Magazine
03/12/2008
Wiels gaat met zijn expositie Un-scene op zoek naar de vraag of er zoiets is als een Belgische kunstscene. Die op het eerste gezicht makkelijk te beantwoorden vraag legden we voor aan twee deelnemers aan de tentoonstelling: Benoit Platéus en Jimmy Robert.

De curatoren Dirk Snauwaert, Devrim Bayar en Charles Gohy stellen zich de vraag of er zoiets bestaat als een Belgische kunstscene. De tentoonstelling Un-scene - leesbaar als het Engelse unseen (ongezien, onzichtbaar) of het Franse une scène zoekt naar een antwoord. Het parcours bevat werken van een twintigtal kunstenaars en kunstenaarsduo's. Allen behoren ze min of meer tot dezelfde generatie: het zijn - een uitzondering niet te na gesproken - dertigers. Het leeuwendeel van hen woont overigens in de hoofdstad. We peilden bij Benoit Platéus en Jimmy Robert, twee deelnemende kunstenaars uit Brussel, naar hun mening over de vragen die Un-scene opwerpt.

"Een interessante opzet"
Benoit Platéus (Chênée,1972) studeerde in 1995 af aan de Brusselse École de recherche graphique. In 2003 won hij de Prijs van de Jonge Belgische Schilderkunst. Zijn werk balanceert tussen verschillende media: fotografie, video, tekening en sculptuur. Naar eigen zeggen vertrekt Platéus vanuit een fascinatie voor het beeld: "Mijn oeuvre draait rond transformatie. De werken die ik produceer kun je als toeschouwer niet meteen plaatsen: ze zijn ietwat bizar, ze komen een beetje als ufo's op je af. In tegenstelling tot abstracte of concrete beelden, zijn mijn foto's, tekeningen en collages herkenbaar. Maar toch ook onverwacht van aard: ze lijken in wording, zijn onaf. Bovendien combineer ik vaak verschillende technieken tegelijkertijd: gravure, foto en tekening vinden elkaar in hetzelfde werk terug."

Platéus' stijl overstijgt genres. Zijn werken op papier refereren onder meer naar de karikatuur en het stripverhaal, en hebben wisselend iets agressiefs, poëtisch of absurds. Steevast komen ze uit de onmiddellijke omgeving van de kunstenaar: Platéus' werk is erg persoonlijk, soms haast pijnlijk intiem. Dat is ook te merken aan Open, een publicatie die de kunstenaar dit voorjaar uitbracht bij Les Presses du Réel. Dat mooi vormgegeven kleinood bundelt zwart-wittekeningen rond thema's als 'vinger', 'paddestoel' of 'geld'. Platéus tekent uit de losse pols, slordig haast, in een stijl die onrechtstreeks denken doet aan de boekjes van gelijkgestemde zielen als Dan Perjovschi of David Shrigley. Platéus: "Samen met Anne Pontégnie (curator bij Wiels en publiciste, is), wilde ik geen catalogus fabriceren, maar een werk op zich. Het boek is bijgevolg als dusdanig geconcipieerd."

De geperverteerde strip
In Un-scene stelt Platéus een reeks recente werken voor. "Het zijn beelden in verschillende en gemengde technieken op groot formaat, drie nieuwe en drie oudere. Ze mikken eveneens op verwarring en bouwen verder op het jargon van het stripverhaal. Ik refereer graag aan het stripverhaal, maar blijf tegelijkertijd op een afstand. Enkel de schijn is er, ik perverteer als het ware het genre. Je zult dan ook niet meteen een vergelijking kunnen maken met bestaande werken - dat zou me overigens in de problemen helpen met copyrights en dergelijke."

Gelooft de kunstenaar in een Belgische scene? "Dat is een moeilijke vraag. We wonen in een klein landje en zijn haast allemaal erg mobiel, ook in het buitenland. Ik heb veel vrienden in het milieu, en vaak kom je dezelfde artiesten op evenementen te lande tegen. Maar ik weet niet of er van enige coherentie of van een grote vertegenwoordiging sprake is. Waarom praten we überhaupt over iets als een Belgische, Franse of een Engelse scene? In feite zijn dat zaken die zijn ingegeven door de overheid, door een publieke macht die tot een nationaliteit of regio gelimiteerde artiesten als promotioneel instrument inzet."

In België heten we vaak erg bescheiden te zijn over onszelf. Platéus: "In die zin is de opzet van Un-scene wel interessant, het kan ons werk helpen promoten. Ook belangrijk is dat niet alle artiesten van België afkomstig zijn en/of de Belgische nationaliteit bezitten. In feite is het stellen van de vraag belangrijker dan het antwoord."

Frédéric Platéus, broer van, neemt eveneens deel aan Un-scene. "We hebben erg verschillende parcours doorlopen," zegt Benoit. "Ik kom uit een kunstopleiding. Hij is tandarts, gespecialiseerd in protheses. Zijn beeldend werk hanteert technieken uit de wereld van de graffiti, maar bezit een heel eigen stem. Ik ben in ieder geval erg tevreden om samen met mijn broer aan dezelfde tentoonstelling te kunnen deelnemen."

"Meer zichtbaarheid is noodzakelijk"
Jimmy Robert (Guadeloupe, 1975) studeerde aan de Sorbonne in Parijs, aan het Goldsmiths College in Londen en aan de Rijksakademie in Amsterdam. Hij kwam drie jaar geleden in Brussel terecht door de sfeer in de stad. Robert: "Brussel is een beetje een mengeling van de drie steden waar ik eerder woonde en studeerde. Tegelijkertijd biedt de stad iets totaal anders. Brussel weerstaat zowat aan alle mogelijke vooroordelen die we erover zouden kunnen hebben. Elke keer als we de stad proberen te begrijpen of te interpreteren, ontglipt ze je. Dat is precies de grote charme ervan."

Robert werkt met een breed palet van media waaronder performance, fotografie, sculptuur, video, installatie en tekeningen. Zijn werk concentreert zich op de relatie tussen de representaties in performance en in beeldend werk. Robert: "Ik zoek mogelijke conversaties op tussen de verschillende elementen waarmee ik werk. De ene discipline vormt als het ware de andere. Precies dat proces wil ik onderzoeken, en op uiteenlopende manieren. Soms is mijn werk afstandelijk en bijgevolg conceptueel, soms eerder persoonlijk. Het beoefenen van verschillende praktijken voorkomt bovendien dat ik me ga vervelen."

Op de openingsdag van de tentoonstelling in Wiels stelde Robert, samen met David Dengis en Asstropiet, de performance Non-scene voor. Een captatie daarvan werd in de tentoonstelling Un-scene opgenomen. "De performance en de video behandelen kwesties als de identiteit en de representatie van een scene," licht Robert toe.

"Wanneer spreken we van een milieu en wanneer niet? Wie is daarin opgenomen en wie is het meest zichtbaar? Wat is de impact van zo'n scene, hetzij binnen de kunsten of in andere circuits? De teksten van Non-scene zijn opgebouwd uit zogeheten politieke songs. We maakten een nieuw stuk op basis van klassiekers zoals Dylans 'Blowin' in the wind', Marleys 'Get up, stand up' of 'Youth against fascism' van Sonic Youth. In de performance stellen we de vraag of het een politieke geste is om deel uit te maken van een scene - of om er bewust buiten te staan."

Niet eenduidig
Denkt Robert dat er zoiets bestaat als een Belgische kunstscene? "Als niet-Belg zou ik niet weten wat ik daarop moet antwoorden," lacht hij. "Maar de vraag opwerpen is belangrijk: hij creëert het debat. Van een kritisch discours kunnen we immers allemaal bijleren. Ik denk ook dat Un-scene geen limieten bepaalt, maar ze eerder oprekt en bevraagt. De tentoonstelling zal geen eenduidige lijn opwerpen, maar versprokkelde visies en erg uiteenlopende standpunten tonen."

Zelf vond Robert in Brussel initieel moeilijk zijn weg: "Toen ik hier arriveerde, was het erg onduidelijk wie wat waar doet. Je inschrijven in de gemeenschap was ook niet makkelijk. België en Brussel kampen met een probleem van zichtbaarheid, van communicatie. Er zijn effectief veel creatieve geesten aanwezig en er gebeurt ontzettend veel, maar die personen en zaken krijgen niet altijd voldoende kritisch weerwoord. Hopelijk zorgt de tentoonstelling voor een sterkere dynamiek."

:: Un-Scene
wanneer: > 22 februari 2009 - Woensdag > zaterdag: 12.00 > 19.00 uur - zondag: 11.00 > 17.00 uur waar: WIELS, Van Volxemlaan 354, Vorst - 02-347.30.33, wiels@wiels.org
inkom: €1/3/5

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Vorst , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni