Choreograaf Jérôme Bel: 'Ik gedraag me als inspecteur Colombo'

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
25/01/2012
De Franse choreograaf Jérôme Bel begon in 2004 met een opvallende reeks solo’s en duetten waarin gerenommeerde dansers vertellen over hun carrière, en graven in het repertoire dat ze zelf ooit vertolkten. Het Kaaitheater toont nu de vijfde en laatste in de reeks: Cédric Andrieux die ondermeer danste voor Merce Cunningham, Trisha Brown en William Forsythe.

Hoe kwam u op het idee om de dansers op de scène hun verhaal te laten brengen?
Jérôme Bel: Een paar jaar geleden realiseerde ik me dat het discours over dans bijna volledig werd gedomineerd door choreografen en critici. Ook al kan je tegenwoordig op blogs ook wel makkelijker de mening van het publiek kennen, wat een nieuw fenomeen is. Maar de danser wordt bijna nooit gehoord, zijn stem is nauwelijks gemediatiseerd. Ik vond het interessant hem wel te laten horen.

Mijn eerste ervaring was die met Véronique Doisneau, de danseres van de opera van Parijs die net als alle andere solisten die gevolgd zijn ook haar naam aan het stuk zelf gegeven heeft. Het idee was simpel: de danseres vertelt op een zo eenvoudig mogelijke manier over haar werk en illustreert een aantal zaken met gedanste fragmenten. Een danser is eigenlijk de enige persoon die dat kan - dansen én erover praten. De criticus kan niet dansen en de choreograaf niet altijd - zeker niet als het over opera gaat, want daar zijn alle oorspronkelijke choreografen al lang dood!

Wat is er vooral interessant aan de biografie van een danser? Wat zijn de opvallende thema's die terugkeren?
Bel: Het gaat niet zozeer om de biografie maar over de professionele ervaring van de danser, over zijn expertise. Al staat het werk vaak wel in relatie tot het leven. In het leven van een danser is er één zaak die altijd terugkomt en dat is de fysieke pijn. Daarnaast is er de vervreemding van het werk die wordt veroorzaakt door het feit dat hij of zij voor een instituut of een choreograaf werkt. Hij wordt dikwijls beschouwd als een gespecialiseerde werknemer die inwisselbaar is.

Is dit ook de beste manier om je te verdiepen in de dansgeschiedenis?
Bel: Zeker. De solisten staan op het kruispunt van de dansgeschiedenis en hun eigen geschiedenis. Dat interesseert me: de manier waarop de dansgeschiedenis 'geïncorporeerd' werd. Natuurlijk wordt het dan wel een subjectieve geschiedenis.
Ik heb vooral gekozen voor vertolkers die aan de Westerse dans hebben bijgedragen, maar in het geval van mijn duet met Pichet Klunchun ook aan de dans uit het Verre Oosten. Klunchun staat in de traditie van de Khon, de koninklijke Thaise dans.

Wat brengt je werkproces bij de dansers teweeg?
Bel: Terugkijken op hun carrière is niet voor elke danser gemakkelijk. Sommigen kunnen het niet, willen het niet of zijn niet geïnteresseerd. Ze moeten ook diep graven, want ik gedraag me echt als een inspecteur Colombo en stel altijd nieuwe vragen. Ik wil weten wat ze verbergen of beschermen. Ik wil ook de irritaties en de teleurstellingen kennen omdat ik weet dat de carrière van een danser niet altijd om mee te lachen is. C'est souvent un putain de travail de merde! Bij Cédric is dat zeker gelukt. Hij is eerlijk en toont de goede en de slechte kanten.

Jérôme Bel: Cédric Andrieux
wanneer: 27 en 28 januari 2012, om 20.30 uur
tickets: 12/16 €
--------------------

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni