Damiaan De Schrijver bijt zich vast in Thomas Bernhard

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
07/06/2012
Verschijnt er een overdreven norse en gefronste doordrammer voor uw geestesoog als u aan Damiaan De Schrijver denkt? Allemaal de schuld van de Oostenrijkse auteur Thomas Bernhard en diens boek , waaraan De Schrijver zo verknocht is dat hij het na zestien jaar nog eens op de planken brengt.

"Het is misgelopen op het moment dat het boek mij werd aangereikt door een collega, meer bepaald door Sara De Roo," zegt Damiaan De Schrijver van tg Stan. "Het was een verjaardagsgeschenk. Op de cover stond een aap die een zelfportret schildert. Ik denk dat dat de reden is dat ik het kreeg. Het bleek inderdaad de goede tekst op het juiste moment voor de juiste persoon."

Zag Sara ook een gelijkenis tussen het personage Reger en uzelf?
Damiaan De Schrijver:
Ik vermoed van wel. Zij zal toen al wel geweten hebben dat ik ook een soort van zageman ben, hè.

Bent u dat na al die opvoeringen (De Schrijver en Jolente De Keersmaeker adapteerden van Bernhard onder meer ook Brandhout. Een irritatie) nog meer geworden?
De Schrijver:
Natuurlijk. Al heb ik niet zulke fantastische teksten als ik zelf zaag. Dat is het grote verschil met Bernhard.

Welk citaat gebruikt u weleens in het dagelijkse leven?
De Schrijver:
Ik denk dat er geen enkel citaat is dat ik niet regelmatig gebruik. Het boek staat vol met bruikbaar materiaal in schitterende lange volzinnen. De Keersmaeker en ik hebben er voor onze 'dramatische lezing' een selectie uit moeten maken.

Reger is niet de man van de hoerastemming.
De Schrijver:
Dat is dan een understatement. Om de twee dagen zit hij bij het schilderij Man met witte baard van Tintoretto in het Kunsthistorisches Museum in Wenen om te zoeken naar de zogenaamd zwaarwegende fout die het falen van de schilder bewijst. Ondertussen fulmineert hij tegen de klakkeloze idolatrie waar mensen nu ook nog last van hebben. Of het nu over een kok, een tenniskampioen, een CEO of een designkeuken gaat: we dwepen erop los. Onze kritische geest is ingedommeld en we zijn hoe langer hoe minder in staat om ons vragen te stellen bij hetgeen ons wordt voorgeschoteld in de gazetjes en de glossy bijlagen. Bernhard hamert via Reger op het belang van een eigen mening. Hij beweert dat het volmaakte, het gave, niet bestaat en gaat vervolgens tekeer tegen Beethoven, tegen Oostenrijk, tegen van alles en nog wat. Vooral ook tegen schilders: El Greco heeft nooit één hand goed kunnen schilderen; de "zwakke kitschschilderijen" van Klimt kosten weerzinwekkend veel miljoenen; Schiele schildert dan wel geen kitsch maar is toch ook niet echt een groot kunstenaar; op Kokoschka na is er eigenlijk geen enkele grote belangrijke schilder geweest... Als ik dat op de scène zeg dan hoor ik de mensen in de zaal al ambetant worden.

Maar vlak daarna geeft Reger dan toe dat we eigenlijk niet goed kunnen weten wat grote, belangrijke schilderkunst is. Met zijn humor en relativering toont hij, als overdrijvingskunstenaar, zijn systeem om de dingen heel groot en belachelijk te maken en zo ook zichzelf in de eerste plaats onderuit te halen. Want een kritische geest moet natuurlijk ook de karikatuur Bernhard kunnen doorprikken. Daarom zit ik ook op een houten paard. Als dat je ontgaat, dan komt het geheel over als een pretentieuze aanval op kunst en cultuur, terwijl Bernhard ook troost biedt in deze zeer droevige tijden. Hij zit trouwens ook niet voor niets om de andere dag aan het graf van zijn overleden vrouw.



Oude Meesters
wanneer: 8 & 9 juni 2012 om 20.00 uur (9 juni 2012, 19.15 uur: inleiding Anita Lampaert)
---------------

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni