Joke Devynck debuteert bij Bronks met 'Anna'

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
18/01/2012
We kennen Joke Devynck natuurlijk vooral van film en televisie. Maar nu komt ze nog eens van het scherm naar de scène. Voor een jeugdvoorstelling nog wel, die ze zelf maakte en speelt samen met Eline Kuppens.

Joke Devynck moest niet lang nadenken toen ze gevraagd werd om een jeugdvoorstelling te maken. Ze was wel wat overdonderd, maar ze vond dat ze zichzelf niet meer dan een week mocht geven om een goed idee te vinden. Maar toen ze de telefoon neerlegde, wist ze al waarover ze het wilde hebben. "Ik zat al langer met een verhaal in mijn hoofd en dat leende zich heel goed voor een kindervoorstelling," zegt Devynck. "Het stuk is los gebaseerd op een boek: Hallo meneer God... met Anna van Fynn. Ik heb het ooit gekregen van mijn beste vriendin op Studio Herman Teirlinck en het is een boekje waar ik al een paar keer naar teruggegrepen heb in mijn leven. Vooral als het wat donkerder wordt. Het grappige is dat ik ook mensen ken die er helemaal niets aan vinden. Maar ikzelf dus wel en veel mensen die ik graag heb ook."

Is het een kinderboek?
Joke Devynck: Nee, eerder voor volwassenen. Het staat bij de godsdienstafdeling. We maken dus een voorstelling voor CD&V-jongeren. (Lacht) Ik heb uiteindelijk niet zoveel van het boek overgehouden voor de voorstelling. Alleen wat erin zat qua sfeer, levensvreugde en levensfilosofie. Het gaat ook over verschillende soorten van communicatie tussen mensen. Over de moeilijkheid om je eigenheid te bewaren zonder een ego te kweken. Over jezelf zijn en anders durven te zijn. Ik denk dat dat voor kinderen vandaag wel moeilijk is. Er is zoveel eenheidsworst en kinderen zien overal hetzelfde. Ze willen opvallen maar er tegelijk ook bijhoren.
Er zit dus veel in, maar uiteindelijk gaat het toch vooral over kind zijn - iets wat iedereen in zijn leven een beetje uit het oog kan verliezen. Fantasie gebruiken, op een andere manier naar de dingen kijken, een andere logica uitproberen, het pure spelen... Het rationele en praktische leven van een volwassene kan ook oké zijn, maar het mag nooit frustreren.

Is er ook sprake van een echt verhaal?
Eline Kuppens: Het boek gaat over de jonge Fynn die het heel bijzondere meisje Anna ontmoet. Zij doet Fynn opnieuw zin krijgen in het leven. Niet dat hij depressief is, maar als negentienjarige die als arbeider aan het werk is in Londen zit hij een beetje vast. Zij breekt alles weer helemaal open. Met haar ontdekt hij weer kleuren, wiskunde, wetenschap...
Bij ons gaat het om twee meisjes, Zina en Joske, die door een derde meisje, Anna, enorm positief beïnvloed worden. Ze waren al vriendinnen, maar door de komst van het meisje worden ze een superteam, hoewel ze heel verschillend in het leven staan en anders met de dingen omgaan. Anna weet dat te verzoenen omdat ze geen oordeel heeft en iedereen kan laten 'zijn'. Ze is een cherubijntje dat het beste in iedereen naar boven brengt.
Devynck: In het boek sterft Anna als ze acht jaar is, maar wij wilden er geen voorstelling over de dood van maken. Anna is er niet meer en of ze echt heeft bestaan of niet, is niet zo belangrijk.

Haar dood betekent misschien vooral de dood van de kindertijd?
Devynck: Absoluut. Ik kan natuurlijk niet in de hoofden van andere kinderen kijken, maar ook zij worden al geconfronteerd met het dilemma of ze zich nu moeten aanpassen of gewoon hun ding mogen doen. Je leeft in een gemeenschap dus moet je toegevingen doen. Kinderen gaan daar naar mijn gevoel vlotter mee om en vinden spelend een oplossing. Maar ze worden natuurlijk ook constant met regels geconfronteerd.
Kuppens: En dikwijls ook met het idee dat er één waarheid is. Dat wat volwassenen zeggen altijd waar is. Dat is niet zo, maar als kind dacht ik vaak van wel. Pas in het Rits heeft iemand mij de relativiteit van de dingen doen inzien. Daar was ik even niet goed van. Anna beseft al op haar zes jaar dat er evenveel waarheden zijn als dat er mensen of uitkijkposten zijn. Eigenlijk willen we een beetje doorbreken wat er al vastgetimmerd wordt in de scholen. Dat is toch een beetje een missie.
Devynck: Op de academie waar ik schilder vroeg de docent ons eens om de eerste tekening die we als kind hadden gemaakt nog eens over te doen. We tekenden allemaal precies hetzelfde: een huisje met een paadje en een zonneke. Eén iemand durfde er nog een vijver met een eendje bij te tekenen. Dat toont toch mooi aan hoe kinderen opzuigen wat hen wordt voorgehouden.

We moeten hen dus waarschuwen dat ze zich niet mogen laten perverteren door de wereld van de volwassenen?
Kuppens: Dat wordt natuurlijk al wel gedaan: 'profiteer er maar van want dit is de mooiste tijd van je leven'. Als je veertien bent, geloof je daar niet veel van, maar we willen wel meegeven dat je altijd kunt blijven spelen.
Devynck: En dat alles seks is. Dat komt ook in het stuk voor, al gaat het niet letterlijk over seks, maar over die andere manier van kijken. Heel veel zaken worden namelijk kleiner gemaakt dan ze eigenlijk zouden kunnen zijn. Voelen, proeven, kijken... Ik ben ook geïnteresseerd in wat kinderen doen om iets van een andere kant te bekijken. Ze kruipen graag in bomen of onder hun bed. Ik denk dat dat echt is om letterlijk een andere kijk op de zaken te hebben. Daar doen we ook iets mee in de voorstelling.

Hoe ziet de tekst er dan uit als u het boek achter zich hebt gelaten?
Devynck: De tekst is alle kanten opgeschoten en nu puzzel ik alle stukjes bij elkaar. Het is typisch voor mij om niet de geijkte weg te volgen. Ik ben eerst met de blaadjes begonnen, dan pas met de takken.
Kuppens: Deze week doen we de wortels.
Devynck: Nee, eerst nog de stam!

Is het een praatstuk?
Devynck: Er wordt veel in gepraat, maar daar gaat het stuk óók over. Anna is weg, maar één meisje doet alsof ze er nog is en vlucht in haar fantasie. Mijn personage heeft de behoefte om het daarover te hebben met haar. Zij heeft woorden nodig, maar de andere wil niet door die woorden. Dat zie je ook vaak in het leven. Het is dikwijls een twistpunt, bijvoorbeeld tussen man en vrouw. De ene stikt bijna omdat hij wil babbelen en de andere heeft nog wat tijd nodig om rond de zaken heen te fietsen. Wat doe je dan?

Het is uw eerste voorstelling voor kinderen. Bent u daar bewust mee bezig geweest?
Devynck: Niet erg. We hebben wel al eens een tekstlezing gedaan in een school, en dat was wel heel fijn.
Kuppens: We hadden schrik dat het wat te filosofisch zou zijn, maar de kinderen bleven geboeid en waren mee. Er zitten ook veel woordspelletjes en metaforen in, want taalspelletjes passen bij het thema. Taal heeft regels, maar het is juist leuk om daarmee te spelen en zo misschien tot nieuwe inzichten te komen.

Anna (9+)
wanneer: 21 januari 2012 (19.00 uur), 22 januari 2012 (15.00 uur), 25 januari 2012 (14.30 uur) & 12 februari 2012 (15.00 uur)
tickets: €6/9
--------------

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni