Praat achteraf: Wolven met een schaapsvachtje

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
16/03/2013
Gezien: de lezing Que diraient les animaux si... on leur posait les bonnes questions?] van Vinciane Despret + uittreksels uit de video's Non sheepish sheep – Thelma Rowell en The enclosure - Wolves as individuals van Didier Demorcy, voorproefjes van Burning Ice dat van 25 tot 29 maart in het Kaaitheater loopt.

Het ecologische Kaaitheaterfestival Burning Ice is aan zijn zesde editie toe, maar nog altijd smelten de ijskappen, slinken de natuurlijke rijkdommen en worden dieren mishandeld en om dwaze redenen vermoord. Dit jaar zijn het die dieren die op het festival alle aandacht krijgen. Filosofe Vinciane Despret (universiteit Luik) zorgde alvast voor de vooropening van Burning Ice #6, met een lezing op basis van haar boek Que diraient les animaux si... on leur posait les bonnes questions?, waarin zij 26 vragen stelt over wat dieren doen, willen en 'denken'. Voor dat boek sprak ze met wetenschappers, dierentemmers, verzorgers in dierentuinen enzovoort. Ze toonde ook fragmenten uit twee documentaires van filmmaker en activist Didier Demorcy waaraan ze zelf meewerkte.

Laat ons met die filmpjes beginnen, want het was schaapjes en boze wolven tellen geblazen in de Kaaitheaterstudio's. Meer dan tien minuten lang mochten we een roedel wolven observeren. De beestjes, die sinds Roodkapje meestal als een bende huilende hooligans worden neergezet, bleken ook sympathieke trekken te vertonen. Ze kwamen op voor elkaar, legden ruzies bij en toonden dus dat wolven met een schaapsvachtje echt bestaan. Het zou één van de kernpunten van Desprets betoog worden dat het zonde is dat over zoiets twijfel zou moeten bestaan.

Maar eerst zijn er nog de échte schapen, die opdraafden in het tweede filmpje. Ze behoorden toe aan ethologe (gedragwetenschapster voor dieren, red.) Thelma Rowell, die ooit gold als een autoriteit in de primatologie, zich daarna ook even bezighield met de goudhamster, en nu op een boerderij haar 22 schapen bestudeert. Ze doet dat laatste onder het motto: 'Als we denken dat schapen dom en schaapachtig zijn, zijn wij dan misschien niet te dom om hen de vragen te stellen die er (voor hen) toe doen?'
Rowell, en Despret met haar, wil met andere woorden dat we ook als het om wetenschappelijk onderzoek gaat, oog hebben voor het belang van het dier. Als wetenschappers erin zouden slagen de voorwaarden te creëren om de dieren zelf hun interesse of desinteresse te laten uitdrukken, dan is de kans groter dat die dieren hen effectief interessant studiemateriaal zullen aandragen. Dan zou bijvoorbeeld sneller zijn gebleken dat schapen niet zo schaapachtig en wolven niet zo moorddadig zijn. Dat ze ook andere eigenschappen en bezigheden hebben die als 'typisch schaap' of 'typisch wolf' kunnen gelden, ook al passen ze totaal niet bij de heersende inzichten, en corrigeren ze het beeld van het dier als vretend, parend, en/of wedijverend wezen. Rowell zorgt er in haar boerderij bijvoorbeeld voor dat er voor de 22 schapen telkens 23 eetbakjes klaarstaan, zodat er tijdens de maaltijd alvast geen onderlinge competitiviteit hoeft te zijn. Dat eetbakje teveel is dan een half symbolische demarche, die de schapen moet toelaten verrassend en creatief uit de hoek te komen.

Die visie van Rowell kan misschien daadwerkelijk bijdragen tot een wetenschappelijke paradigmawissel, maar zo revolutionair is ze nu hopelijk ook weet niet, dacht ik bescheiden toen Despret haar betoog verderzette. Waarom was het beeld dat Despret van de ethologen en hun vakgebied neerzette toch zo weinig fraai? Is het echt nog zo dat ethologen in hun discours al te menselijke en bovendien geladen termen als 'harem' gebruiken? Moeten we echt vrezen dat ze zo kortzichtig zijn om op basis van een onderzoek van twee maanden bij een snel bij elkaar gekochte kudde schapen te besluiten dat schapen geen langetermijnrelaties met elkaar aangaan? Zijn ze echt alleen maar met het vreet- en vrijgedrag van dieren bezig? Staat Desprets waarschuwing dat observatie en interpretatie van dierengedrag gestuurd en gekleurd kan zijn door ideologische voorkeuren en wetenschappelijke vooroordelen dan niet ook in elke basiscursus wetenschapsfilosofie?

Dierenpraatjes zijn meestal leuk en leerrijk voor leken zoals wij, maar Despret had nogal veel woorden, vergelijkingen en citaten nodig om evidente dingen te zeggen. Dat neemt niet weg - paardenvleesschandalen en neushoornleed zijn daarvoor als bewijs niet eens nodig - dat de relatie tussen mens en dier inderdaad aan herziening toe is, en dat Burning Ice in dat opzicht een ultrarelevant festival wordt.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni