Tom De Wispelaere over de ongrijpbare Ulrich

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
15/10/2010
Na zijn enscenering van Prousts Op zoek naar de verloren tijd, brengt Toneelhuis-regisseur Guy Cassiers opnieuw een klepper uit de wereldliteratuur naar de planken: De man zonder eigenschappen van Robert Musil. Het eerste luik van deze driedelige theaterbewerking wordt deze week opgevoerd in het Kaaitheater.

De man zonder eigenschappen is de vuistdikke onvoltooide roman waarin de Oostenrijkse auteur Robert Musil (1880-1942) de ondergang beschrijft van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, die onherroepelijk afglijdt naar de Eerste Wereldoorlog. In een wereld die enige gelijkenis vertoont met de onze staat ene Ulrich centraal: de ongrijpbare man zonder eigenschappen wordt vertolkt door Tom Dewispelaere, die ons even inleidt.

Wellicht hebben weinigen De man zonder eigenschappen gelezen, hoewel er toch enige aantrekkingskracht uitgaat van de titel, niet?
Tom Dewispelaere:
Ik vind van wel. Het is een mysterieuze titel, maar eerlijk gezegd is het ook een dik en complex boek, dat veel inspanning vergt. Fascinerend vind ik vooral de manier waarop Musil met taal omgaat. Je kunt het boek ook op een willekeurige bladzijde openslaan om telkens terecht te komen in een speciale wereld die vorm gegeven wordt door taal.

In welk opzicht is Ulrich een man 'zonder eigenschappen'?
Dewispelaere:
Moeilijke vraag. Ulrich is iemand die niet in zijn kaarten laat kijken. Je kunt moeilijk hoogte van hem krijgen. Hij deelt voortdurend kleine speldenprikken uit aan de mensen uit zijn omgeving om hen uit te dagen en van hun voetstuk te lichten, maar zelf kan hij dat soort kritiek heel goed ontwijken. In de bewerking van dit eerste deel komt Ulrich op vraag van zijn vader terecht in de hoogste Weense kringen, die bezig zijn met de voorbereiding van een grote actie om in 1918 het zeventigjarige keizerschap van Frans-Jozef te vieren. Daarmee willen ze de viering van de Pruisische keizer Wilhelm II in datzelfde jaar beconcurreren. Voor hun zoektocht naar het idee der ideeën om Wenen te laten schitteren nemen ze ruimschoots de tijd. Het is 1913 en de grote manifestatie moet pas vijf jaar later plaatsvinden. Maar daar komt natuurlijk de oorlog tussen. Er wordt dus heel veel gepraat om niets, en ondertussen ligt Wenen vol stront van zieke paarden, een metafoor die doorheen heel het stuk loopt.

Er gaat blijkbaar een grote aantrekkingskracht uit van Ulrich. Maar heeft hij ook echt iets te bieden?
Dewispelaere:
Het is een charmante en intelligente kerel en alle vrouwen vallen voor hem. Hij heeft zeker iets te bieden, maar hij is er zelf nog niet helemaal achter wat. Hij weet niet goed hoe hij met de wereld moet omgaan. Hij vlucht liever in de realiteit van de literatuur. Het stuk gaat ook over de verhouding tussen kunst en politiek.

Na de première werd zelfs meteen de link met de Belgische politiek gelegd. Bart De Wever is de man zonder eigenschappen!
Dewispelaere:
Die parallel was niet ons opzet, maar hoe dichter we bij de première kwamen, hoe dichter we ook bij de verkiezingen zaten. Toen viel alles perfect in de maat, en kregen we inderdaad het vreemde gevoel dat we de gang van zaken in ons eigen land aan het spelen waren.




wanneer: 21 > 23 oktober 2010 • 19.00 uur,
tickets: €16/20

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni