Tom Lanoye staat sprakeloos op de planken

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
29/09/2011
Met Sprakeloos, een eerbetoon aan zijn overleden moeder – de slagersvrouw en amateuractrice Josée Verbeke – schreef Tom Lanoye een van zijn sterkste romans. Zijn theatertour op basis van het boek begint in de KVS, waar die moeder op het einde van haar leven nog een professionele rol speelde.

Het mag niet verwonderen dat u dit boek op de planken brengt.
Tom Lanoye: Het is sowieso een constante in mijn werk. Maar als er nu één boek is waarbij ik dat zeker moest doen, dan is dat natuurlijk dit. Het gaat over een amateuractrice, over taal, over geënsceneerde en vertelde werkelijkheid, en het is in zijn opbouw zeer theatraal. Tot en met de afscheidsscène bevat het een opeenvolging van scènes. Het boek vertelt behalve over mijn jeugd en de bron van mijn schrijverschap ook over de theatrale ziel die ik ben geworden dankzij die moeder. Want ik lijk ontzettend op mijn moeder. Ook al is dat niet op alle vlakken een prettige constatering, want ze was net als ikzelf iemand met een handleiding. Ze was een sterk wijf in de meest positieve zin van het woord, maar om de waarheid recht te doen en het portret 'vol' te maken mocht ik haar kleine kanten niet achterwege laten.

Acteren kan, zo schrijft u, in het dagelijkse leven ook een manier zijn om wezenlijk contact uit de weg te gaan.
Lanoye: Dan heeft het te maken met weglachen en niet durven praten over de kern. Dat is nu net wat ik wil vermijden. Het zal confronterend zijn. Het blijft niet bij gebaartjes en typetjes die zo irritant kunnen zijn op een podium en die in het dagelijkse leven inderdaad een onderdeel zijn van het conformisme, van wat Pessoa "de maatschappelijke fictie" noemt. In de sociale omgang in het vaak onmondige Vlaanderen, worden personen zo niet eens personages, maar typetjes. Zelfs ons hedendaags toneel waar ik zoveel van hou heeft last van een tekort aan vlees en bloed.

Sprakeloos is ook een portret van de wijk in Sint-Niklaas waar u opgroeide. Eveneens een soort theater.
Lanoye: Los van het feit dat mijn moeder als amateuractrice mij geïntroduceerd heeft in die gezellige, geheimzinnige sekte van volwassenen die voorwenden dat ze iemand anders zijn en daarvoor in de verkleedkoffer duiken, was onze slagerswinkel op zich natuurlijk een theatertje, waarin twee mensen de klanten entertainen, op één en dezelfde dag tien keer over het weer beginnen, en het toneeltje opvoeren van mag het iets meer zijn.

Het lijkt me wel extra moeilijk om uit zo'n persoonlijk boek een selectie te maken.
Lanoye: De selectie is niet alleen gebeurd op basis van wat lekker vertelt, en wat als collage een goede samenvatting vormt van het boek. In de keuze zitten ook veel afspiegelingen van wat mijn moeder is overkomen. Het is behalve over liefde, aftakeling en afscheid, ook een voorstelling over taal. Daarom zitten 'De moeder' en 'De dochter' - onze buren die samen een nieuwe dimensie gaven aan het verschijnsel burengerucht - er ook in: met hun epische discussies en ruzies misbruikten ze de taal met een ongelooflijk gore goesting. Dat kon ik niet laten liggen. Net zomin als Sidonie, de andere buurvrouw met de hazenlip, die totaal onverstaanbaar sprak.

Na haar beroerte was mijn moeder dubbel beroofd. Ze begreep niet meer wat er gezegd werd, en ze kon nauwelijks nog praten. Terwijl ze zich volgens zichzelf nog altijd perfect uitdrukte en dus ongelooflijk kwaad werd als ze niet begrepen werd. Ik denk dat ik haar heb meegemaakt op het gruwelijke, existentiële moment dat ze inzag wat haar overkwam. In de instelling in Beveren liep ik nog even naar haar terug omdat ik nog iets was vergeten, en toen stond ze daar op een onwaarschijnlijke manier te janken, niet huilen maar janken, alsof het haar helemaal duidelijk was geworden dat ze gevangen zat.

De première in de KVS is bijzonder omdat uw moeder in 1999 nog heeft meegespeeld in King Kongs dochters, in regie van Franz Marijnen in de Bottelarij in Molenbeek.
Lanoye: En Jan Goossens was toen de assistent-regisseur van Marijnen, die mijn ouders doodgraag zag en waar ze met veel ontzag en dankbaarheid over spraken. Ze waren toen toch al in de zeventig, maar reden elke keer met de auto naar Molenbeek, waarvoor ze door zowat iedereen gek werden verklaard. King Kongs dochters was dan nog een stuk over dementerende bejaarden die in een tehuis om het leven worden gebracht, nadat ze door drie verpleegsters/schikgodinnen waren opgetut als Hollywood-iconen - mijn moeder natuurlijk als Mae West. Zij had geen tekst omdat ze volgens het stuk pas een beroerte had gehad... Heel bizar.

Daarna heb ik voor de KVS Diplodocus Deks geschreven. De bedoeling was dat mijn moeder daarin de oude vrouw van de dorpsgemeenschap zou spelen - een personage in een rolstoel dat niet meer kon spreken, behalve met de andere archetypische figuren uit het stuk, en als Grieks koor. Maar vooraleer het zover kwam, heeft ze haar échte beroerte gehad. Natuurlijk is het dan een sentimental journey om in de KVS in première te gaan, en te eindigen in Sint-Niklaas waar ik haar de eerste keren heb zien spelen.

Van 11 tot 29 oktober is in De Kriekelaar ook de Franse vertaling van Mamma Medea te zien. Het succes van de Sprakeloos-vertaling La langue de ma mère krijgt een vervolg.
Lanoye: Ja. Er komen nog andere titels in vertaling aan. Ik ben ook al een paar keer gaan spreken in Franstalige boekhandels en dat is fascinerend plezant. Tegelijk is het misselijkmakend triest dat het zo lang heeft moeten duren voor ik naar het andere landsdeel kon trekken om te zien dat men daar voeling heeft met wat ik schrijf. Ik schrijf dan wel over Vlaanderen, maar de herkenning bij de Franstaligen en de Brusselaars is toch groter dan die in het buitenland.

Flaminganten vinden dat ik de Vlaamse identiteit ontken, maar wie mijn werk leest, weet natuurlijk beter. Degenen die mij verwijten dat ik de Vlaamse identiteit ontken, ontkennen vervolgens zelf wel dat er zoiets als een belgitude bestaat. Die mensen zouden eens moeten meegaan als ik een lezing geef bij Franstaligen. Maar in de plaats daarvan organiseren ze de scheiding. Dat er nog altijd geen cultureel akkoord is tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschap heeft ook met onwil en gebrekkige cultuurpolitiek te maken. Want dat Rideau nu in De Kriekelaar, een Vlaamse instelling in Schaarbeek, mijn stuk in vertaling én met boventiteling speelt, zoals ik Sprakeloos met Franse boventiteling in de KVS speel: is dat nostalgie of is dat een verstandige manier om de troeven die we hebben uit te spelen?

* Sprakeloos op de planken
wanneer: 6 > 8 oktober 2011 om 20.00 uur
tickets: €12/15/16/19, NL (surtitré en FR)
waar: KVS_BOL Lakensestraat 146, Brussel, 02-210.11.12

* Portret Tom Lanoye (FR & NL)
wanneer: 3 oktober 2011 om 20.15 uur
tickets: €5/6
waar: Passa Porta, Dansaertstraat, Brussel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni