Afvalexport Brusselse bedrijven kan doorgaan

Door de plotse invoegetreding van een nieuwe Europese verordening dreigde de afvaluitvoer van verscheidene Brusselse bedrijven te worden geblokkeerd. Maar het Brussels Instituut voor Milieubeheer (Bim) heeft voor het Brussels Gewest een overgangsperiode tot half oktober ingesteld, naar het voorbeeld van enkele buurlanden.

Het transport van niet-gevaarlijke afvalstoffen uit Europa naar niet OESO-landen wordt gereguleerd door de Europese wetgeving. Het gaat veelal om recycleerbaar of herbruikbaar materiaal zoals papier, plastic, metaal of textiel. Brussel is een niet onaanzienlijke uitvoerder van dergelijke afvalstoffen - onder meer het Agentschap Net Brussel en grote afvalverwerkers zijn belangrijke uitvoerders. <BR><BR>Het transport van gevaarlijk afval wordt allang zwaar gecontroleerd, maar dankzij een nieuwe Europese verordening kan ook de export van niet-gevaarlijk afval aan strengere controles onderworpen worden. De nieuwe wet werd van kracht op 12 juli, maar doordat de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (het Europese equivalent van ons Staatsblad, KM) amper enkele dagen eerder plaatsvond, was er te weinig tijd om de praktische omschakeling te maken, vertelt Catherine Van Nieuwenhove van het Bim. "Elk niet-Europees land kan verklaren welke afvalstoffen het al dan niet wenst te ontvangen en via welke controleprocedures", legt ze uit. "Zo kan India bijvoorbeeld beslissen dat het wel nog papier wil ontvangen, maar geen textielafval meer omdat het daarvoor geen verwerkingscapaciteit meer heeft. Elk land had deze bepalingen al geformuleerd, maar met de nieuwe regelgeving moeten alle landen dat opnieuw doen. Maar bijlange niet alle landen hebben hun antwoord al ingediend, zodat we nu in een schemerzone zitten. Daardoor zouden grote stromen papier, plastic en metaal geblokkeerd kunnen raken in de bedrijven en havens, en om dat te vermijden, hebben we beslist om net als sommige buurlanden en Vlaanderen een overgangsperiode in te lassen, waarbij we hetzelfde niveau van controle aanhouden. Zodra een land zijn nieuwe bepalingen bekend maakt, zullen we die volgen, ook al zijn ze nog niet officieel gepubliceerd. Zo willen we de bescherming van de derdewereldlanden garanderen - als een land bijvoorbeeld geen plastic meer wenst te ontvangen, zullen wij dat transport niet meer toelaten - en tegelijk vermijden dat onze bedrijven geblokkeerd raken. En de landen die na 15 oktober nog steeds niet gereageerd hebben, die moeten maar op de blaren zitten."<BR><BR>Toch kan ook de nieuwe Europese wetgeving niet alle misbruiken de wereld uit helpen: "De controle op het transport van niet-gevaarlijke afvalstoffen kan wel strenger worden dan vroeger, maar vaak gebeuren dergelijke transporten via tussenetappes zodat wij geen zicht hebben op de uiteindelijke bestemming", zegt Van Nieuwenhove. "Niet-gevaarlijk afval wordt bijna als een commercieel goed beschouwd, dat door de bedrijven hier wordt verkocht aan een handelaar of makelaar ergens in Vlaanderen, in Parijs of een andere plek in Europa. We moeten dus vertrouwen hebben in de volgende schakel van de ketting, en hopen dat de volgende overheid ook nauwlettend toeziet op het verdere transport."