Ambtenaren in Brussel verkiezen duurzaam transport

Zeven op de tien werknemers bij de centrale overheidsadministraties in het Brussels Gewest gebruiken het openbaar vervoer voor de woon-werkverplaatsingen. Ook de collega's uit de Brusselse financiële sector laten vaak de auto aan de kant staan. Bijna de helft van hen komt met de trein, tram, bus of metro naar het werk.

Uit een enquête van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer blijkt dat gemiddeld 66 procent van de Belgen met de wagen naar het werk gaat. Slechts vijftien procent valt hiervoor terug op het openbaar vervoer. Personeel van centrale overheidsadministraties en financiële instellingen in het Brussels Gewest volgen die trend echter niet en kiezen voor duurzame transportmiddelen.

Maar liefst zeventig procent van de ambtenaren maakt gebruik van het openbaar vervoer, met een voorkeur voor de trein (54,6 procent). De federale overheidsdienst ziet drie redenen voor de populariteit van het openbaar vervoer. Voor veel ambtenaren is het openbaar vervoer gratis of bijna gratis. Daarnaast speelt ook het sterk uitgebouwde openbaar vervoersnet in Brussel een rol en is Brussel ten slotte een knooppunt voor veel treinverbindingen.

De financiële instellingen motiveren hun werknemers om de wagen aan de kant te laten staan door een extra verplaatsingsvergoeding voor het openbaar vervoer aan te bieden. Dat heeft geleid tot 46,4 procent van het personeel dat voor het woon-werkverkeer gebruik maakt van trein, tram, bus of metro. 2,9 procent doet er aan carpooling en 1,8 procent haalt de fiets van stal om naar het werk te gaan.