Audi Brussel: Nieuw begin geeft hoop

Met veel toeters en bellen is de Volkswagen-fabriek vorige woensdag omgedoopt tot Audi Brussels. In de aanwezigheid van premier Guy Verhofstadt, Brussels minister-president Charles Picqué, minister van Economie Benoît Cerexhe en de volledige Audi-top uit Duitsland werd de productie van de Audi A3 plechtig opgestart.

Het is niet de eerste keer dat de fabriek de Audi A3 produceert: al in 2004 en 2005 rolde er in de (toen nog Volkswagen-)fabriek al een reeks van de band. Sindsdien is er veel gebeurd; iedereen herinnert zich nog de dramatische ontslagen in november vorig jaar, toen aangekondigd werd dat het personeelsbestand van meer dan vijfduizend werknemers werd herleid tot 2.200. Nu wil het Duitse moederbedrijf vooral vooruitblikken, op een toekomst die zich volgens de directieleden rooskleurig aanmeldt.

In de overeenkomst die 76 procent van de werknemers eind februari goedkeurde, garandeert het moederbedrijf Brussel de komende drie jaar een productievolume van 84.000 voertuigen per jaar. De arbeidskosten moeten weliswaar twintig procent naar beneden om een internationaal concurrentieniveau te bereiken. Dit zou bijna zonder inkomensverlies voor de werknemers kunnen worden gerealiseerd, maar het houdt onder meer een niet-vergoede werktijdsverhoging in van 35 naar 38 uur per week. Een basisinkomen wordt gegarandeerd, en de werknemers kunnen meegenieten van de bedrijfswinsten in de vorm van een bonus (dit jaar bedroeg die 3.700 euro). De werknemers krijgen wel de garantie dat er tot 2010 geen ontslagen om bedrijfseconomische redenen zullen vallen.

Al deze punten worden binnenkort in een collectieve arbeidsovereenkomst gegoten, die uiterlijk binnen een maand van kracht wordt.

Vlaggenschip
Er is volgens de directie nog meer goed nieuws: blijkbaar is Audi van plan om van zijn Brusselse vestiging een heus vlaggenschip te maken. Tegen 2009 zou Brussel zelfs als enige de kleine sportieve Audi A1 vervaardigen.
Wereldwijd doet Audi het goed: volgens de nummer één, Martin Winterkorn, wil het concern tegen volgend jaar de kaap van een miljoen voertuigen halen, om tegen 2015 nog door te groeien tot anderhalf miljoen en zo de nummer één onder de automerken te worden. Vorig jaar beleefde Audi zijn elfde recordjaar op rij, en volgens de eerste kwartaalcijfers is het op weg naar twaalf. Met de overname van de volledige managementverantwoordelijkheid voor de Brusselse fabriek zegt Audi garant te staan voor de bijkomende productiecapaciteiten, die geëist worden van elke vestiging die een nieuw model wil produceren. De fabriek past perfect in het draaischijvensysteem van Audi: door de productie van een model op twee verschillende plaatsen te laten plaatsvinden (zoals de Audi A3 Sportback die in Brussel en Ingolstadt wordt gemaakt), wil Audi op flexibele wijze kunnen inspelen op mogelijke veranderingen in de markt. Zo worden de fabrieken evenredig belast en heeft het personeel meer werkzekerheid.

Voorzichtig optimisme
Het personeel van Audi Brussels laat zich door deze goednieuwsshow geen zand in de ogen strooien. Ondanks de pracht en praal van de openingsceremonie zijn ze het sociale bloedbad van enkele maanden geleden nog niet vergeten, zo bleek uit de reacties van de vakbondsafgevaardigden. Toch verklaren die zich unaniem hoopvol gestemd voor de toekomst: blijkbaar vallen de mooie beloften van de Duitse directie niet in dovemansoren en zorgen de grote investeringen die al gebeurd zijn en nog op het programma staan, toch voor enig optimisme. Ook de arbeiders die even de zaal binnenglipten, leken gerustgesteld door wat ze zagen en hoorden.