Binnengluren in het Saint-Cyrhuis

Eric Vancoppenolle
© brusselnieuws.be
25/11/2011
Het Saint-Cyrhuis staat te koop voor anderhalf miljoen euro. Van het flamboyantste art-nouveaupand van het land kent u beslist de gevel. Maar hoe ziet de parel van Gustave Strauven er vanbinnen uit? brusselnieuws.be vroeg en kreeg de sleutel.

Architect Gustave Strauven bouwde het pand in 1903 voor schilder/kunsthandelaar Georges de Saint-Cyr. De woning springt in het oog door de weelderige versiering en het uitbundige smeedwerk van Charles Van Waeyenberghe aan de voorgevel. Bovenaan bevindt er zich een opmerkelijke ronde loggia. De twee lager gelegen verdiepingen bevatten glaswerk gevat in gebogen houten raamstijlen. De smalle woning is een voorbeeld van flamboyante art-nouveau-architectuur.

Na de renovatie van de gevel, van 2008 tot 2011, gooit vastgoedmakelaar Movast uit Antwerpen de handdoek in de ring en verkoopt het beschermde pand. Te veel administratieve beslommeringen met het Brussels Gewest, luidt het.

De toekomstige eigenaar wacht een zware en dure taak. De renovatie van het interieur wordt geraamd op minimum 600.000 euro. Maar hoe ziet de binnenkant er nu uit?

Als een bijzonder ruwe en stoffige diamant waarin de tand des tijds zware sporen heeft nagelaten, maar die mits een deskundig uitgevoerde chirurgische ingreep een tweede leven kan beginnen.

Contrast
Wat opvalt is het contrast tussen de sierlijke voorgevel en de vrij banale achtergevel. Dat was echter doorgaans het geval bij de burgerijwoningen uit het begin van de twintigste eeuw. De voorgevel vertrok van het principe "kunst in de straat", een manier om esthetisch verantwoord te pronken. Maar daartussen ligt een verrassend heterogeen en eclectisch parcours, met een centrale trappenhal die neo-renaissancistisch aandoet en overkoepeld wordt door een plat glazen dak met bloemenmotief. Het florale aspect is typisch is voor art-nouveau-interieurs. Op dat vlak haalde Strauven de mosterd bij zijn leermeester Victor Horta.

Opmerkelijk is voorts het Chinees salon met roodbeschilderd hout en met basreliëfs in bladgoud. Dit decorelement is er pas een twintigtal jaar na de bouw aan toegevoegd. Van het oorspronkelijke vaste decor blijft er zo goed als niets over.

Het scheelde geen haar of het prachtige smeedijzeren hek aan de straatkant bestond niet meer: de Stad Brussel deed in 1903 moeilijk over dit extravagante ornament. Strauven argumenteerde toen dat hij zeer veel had geïnvesteerd in dat hek, 800 toenmalige Belgische franken. In die wetenschap liet de Stad Brussel haar bezwaren vallen.

Bod van 1 miljoen
Wie overweegt het huisje te kopen, kan overigens maar beter diep in de geldbuidel tasten. Eigenaar Movast weigerde ondertussen al een bod van één miljoen euro.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Economie , Cultuurnieuws

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni