Brussel krijgt actieplan voor armoedebestrijding

Haast 26 procent van de Brusselaars leeft onder de armoedegrens. Dat is dubbel zoveel als in Vlaanderen en 8 procent meer dan in Wallonië. Maar nu is er een actieplan.

"Met het actieplan benaderen we het probleem op een andere manier," zegt minister Eveline Huytebroeck, bevoegd voor armoede binnen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC). "Het is het eerste actieplan dat we in het Gewest opstellen, een deel van het Armoederapport 2008."

Het plan noemt drie belangrijke doelstellingen: meer investeren in armoedebestrijding; een armoede-effectenrapport dat elke regeringsbeslissing omtrent armoede kritisch toetst; en een 'armoedebarometer' die aangeeft waar er vooruitgang is geboekt en waar extra maatregelen nodig zijn.

Ouderen
Het eerste rapport kwam er in 1991. De Brusselse regering besliste toen om jaarlijks de armoede binnen zijn grenzen in kaart te brengen. Vandaag bestaat het uit 4 delen: de welzijnsbarometer, die verschillende aspecten van armoede in cijfers weergeeft, het eigenlijke actieplan, een thematisch rapport en externe bijdragen. Dit jaar stond in het rapport dat er in het Brussels Gewest meer arme senioren leven dan in de rest van het land. Senioren lopen ook meer risico om arm te worden, en dat terwijl de Brusselse bevolking steeds ouder wordt. Op 6 november organiseert het Brussels parlement trouwens de rondetafelconferentie 'Armoede en (ver)ouderen'.

In de marge van het rapport stelde Pascal Smet (SP.A), binnen de GGC ook bevoegd voor armoede, dat hij voorstander is van één Brussels minister van Armoede: "Nu zijn er teveel mensen mee bezig, wat een coherent beleid bemoeilijkt." Van een omvorming van de 19 Brusselse OCMW's tot één orgaan wilde Huytebroeck dan weer niets weten. "Op dit niveau kunnen we de goede onderlinge samenwerking blijven handhaven," klonk het.