'Coach': vormingscentrum voor kappers

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
14/06/2008
Er zijn te weinig goed opgeleide 'coiffeurs'. Daarom wil de beroepsfederatie kappers bijscholen via het principe van levenslang leren. Samen met de beroepsverenigingen van de schoonheidsspecialisten en de fitnessuitbaters zette ze her en der in het land vormingscentra op, die de naam Coach kregen. Afgelopen week ging in Vorst het Coach-vormingscentrum voor Brussel open.

Haartooi, schoonheidszorgen en fitness zijn drie trendy sectoren die voortdurend evolueren. Neem de schoonheidszorg. In die branche komen niet alleen aan de lopende band nieuwe producten en toestellen op de markt, ook de behandeltechnieken veranderen. Vroeger bijvoorbeeld werden de nagels na een manicure gewoon gelakt met een simpele nagellak, later werd French manicure de mode en nu is nail art in. De verzorgingen breiden zich ook almaar uit. Ooit was wellness iets voor hotels in kuuroorden, tegenwoordig waagt zo ongeveer elke schoonheidsspecialiste zich aan packings en massages.

Maar de sectoren evolueren niet alleen in hoog tempo, er is volgens Coach-voorzitter Jef Vermeulen ook een probleem met de reguliere opleidingen. "In het onderwijs gaan bepaalde zaken fout zodat we op internationaal vlak soms niet meer meekunnen." Hij wil dat haartooi, schoonheidsverzorging en fitness weer 'eerste-keuze-sectoren' worden. "Nu is het voor vele jongeren een tweede of derde keuze na een reeks andere mislukkingen."

De behoefte aan extra opleiding is dus hoog. Daarom richt het Fonds voor Bestaanszekerheid van het paritair comité 314, dat zowel haartooi als schoonheidsverzorging en fitness omvat, Coach-opleidingscentra op. Vorig jaar gingen er centra in Charleroi, Luik en Antwerpen open. Sinds vorige week is er ook een Coach in Brussel en Roeselare.

Tachtigduizend
Het centrum in Vorst ruikt nog helemaal naar nieuw. Er is een computerlokaal, waar informaticalessen gegeven kunnen worden, een kapsalon met vijf wastafels en een volledig uitgerust atelier voor schoonheidsverzorging. De grote ruimte beneden heeft een dubbele functie: het wordt een zaal voor fitnessopleidingen, maar er kunnen ook defilés en demonstraties worden gegeven.

Het gebouw staat ter beschikking van de drie sectoren, die samen meer dan tachtigduizend mensen tewerkstellen. De beroepsfederaties kunnen er opleidingen organiseren, maar de lokalen kunnen ook benut worden door bijvoorbeeld een kleine zelfstandige kapper die er een vormingssessie voor zijn personeel wil organiseren of door fabrikanten als Wella en L'Oréal.
De fabrikanten waren tot dusver zowat de enige die bijscholingen voor de sector organiseerden. "En dat was toch een probleem, want we hadden geen enkele controle op de inhoud van de vormingen. Het kon bijvoorbeeld dat de fabrikant alleen zijn eigen producten wilde aanprijzen," zegt Christian Pierar, manager van Coach en ook voorzitter van de Belgische fitnessorganisatie. "Met de Coach-centra kunnen we helemaal beantwoorden aan de opleidingsbehoeften van de mensen uit de sector. En die gaan zeker verder dan alleen productkennis. We merken dat er bijvoorbeeld ook een grote behoefte is aan vormingen over ontvangst van klanten. Bovendien zijn er ook grote verschillen tussen het noorden en het zuiden van het land. In Vlaanderen willen de mensen graag hun management skills verbeteren, in Wallonië is er grote vraag naar opleidingen over informatica en communicatie."

Bonus
De opleidingen zijn in de eerste plaats bedoeld voor mensen die in loondienst werken. Zelfstandigen zijn ook welkom, maar zij kunnen niet profiteren van de kwalificatiepremie. Per opleiding die ze volgen, krijgen werknemers een aantal punten waarmee ze hun eindejaarspremie kunnen verhogen met maximaal dertig procent. "Zo willen we de mensen echt aanmoedigen om zich bij te scholen. In onze nieuwe cao (collectieve arbeidsovereenkomst, red.) staat ook ingeschreven dat werknemers het recht hebben om per jaar zestien opleidingsdagen te volgen," zegt Pierar. De vormingen worden betaald door de baas, maar die krijgt de kosten deels of helemaal vergoed door het systeem van opleidingscheques.

De Coach-centra leveren ook ervaringsbewijzen af. Wie kortgeschoold is, maar zich het beroep in de dagelijkse praktijk eigen heeft gemaakt, kan een aantal proeven afleggen. Slaagt hij, dan krijgt hij een officieel papier waarmee vaststaat dat hij het vak onder de knie heeft.

'Niveau moet omhoog'
Christ Maenhout heeft samen met zijn vrouw een kleine kapperszaak in de buurt van Gent. Maar op maandag, als het salon dicht is en alle kappers vrij zijn, geeft hij les bij Coach, in opdracht van de Unie van Belgische Kappers (UBK).

"Ik ben een soort van ambassadeur van de nieuwe kapsels," vertelt hij. "Tweemaal per jaar stelt de UBK samen met enkele kappersacademies een collectie van nieuwe trends samen, zeven coiffures in het totaal. Ik ga die dan in alle vormingscentra tonen. Wie wil, mag ze daarna uitproberen."

De 'look- & workshops', zoals de demonstraties heten, hebben succes. Vorig jaar kwamen er 2.500 kappers - saloneigenaren en hun personeel - op af.
Volgens Maenhout is het gemiddelde niveau van de Belgische kappers te laag. "We hebben wel zeer goede kappers, maar hun aantal is te beperkt. En dat is jammer, want het is het ideale moment om op de voorgrond te treden. Er zijn geen grote trendsettende landen meer. Frankrijk was dat jaren geleden en daarna kwam het Verenigd Koninkrijk, maar ze hebben allebei afgedaan," zegt Maenhout.

Maar wat is nu een goede kapper? "Voor mij is dat iemand die ziet welk kapsel bij iemand past, en die dat ook kan uitvoeren."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Vorst, Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni