Filmzalen van toen gearchiveerd

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
09/07/2005
Er wordt weleens beweerd dat de sluiting van een tiental kleine wijkbioscoopzalen in Laken het gevolg was van de komst van Kinepolis in 1988. Dat klopt niet: als je de data van verbouwingen en sluitingen naast elkaar legt, dan blijkt dat Kinepolis veeleer de redder van het cinemagebeuren is geweest en dat de tv de wijkbioscoop de das omdeed.

In het zomernummer van het tijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring van Laken (Laca) maakt secretaris Wim van der Elst een geactualiseerde inventarisomschrijving van De verdwenen filmzalen van Laken. Die berust op een meer dan tien jaar oude inventaris van ongeveer vierhonderd vijftig, nu gesloten, bioscoopzalen op 249 adressen in Brussel. Meer namen dan adressen: dat komt doordat veel zalen in de loop der jaren van naam veranderden.

Een eerste stap tot typologie-beschrijving van vijf filmzalen in Laken werd al in 1994 door Daniel Van Kriekinge gezet, maar het werk is nooit verdergezet. Per wijk worden nu alle filmzalen met naam, toenaam en stijl op een rijtje gezet. Een luifel boven een groot gevelbord typeert het beeld van de meeste zalen, die zich om commerciële redenen bleven moderniseren. Zaalvernieuwing en -uitbreiding waren het marketingbeleid avant la lettre, maar de evolutie in de maatschappij - naar beeldamusement in de huiskamer - lichtte de lokale cinema voetje.

Van Pantheon tot Odeon
De terugval van het aantal filmzalen in het gewest zette in in de jaren zestig. Terwijl er in 1960 nog ruim negentien miljoen filmbezoekers te noteren vielen (100 procent), was dit nog maar 10,9 miljoen in 1996 (57 procent) en 7,1 miljoen in 1973 (37,3 procent).

Dat Kinepolis de doodsteek gaf aan de wijkbioscopen, wordt met de data van sluitingen in de hand ontkracht. De allerlaatste filmzalen in Laken sloten de deuren in 1975 en 1976. "Het is de opkomst van de televisie na 1958 die ze de das heeft omgedaan. En Laken was hoedanook geen alleenstaand geval. Als je de fiches overloopt, dan zie je het volgende aantal sluitingen: vier in 1974, drie in 1972, vier in 1973, vijf in 1974, negen in 1975 en zes in 1976. Er waren natuurlijk ook sluitingen ervoor en erna, maar nergens treffen we zo'n concentratie aan in enkele opeenvolgende jaren," zegt Van der Elst in zijn essay.

In de Maria-Christinastraat zaten drie bioscopen. De Wagram (1955-1977) had 376 zitjes. De Odeon (1914-1975) werd meermaals verbouwd (tot maximaal 954 plaatsen in 1954, maar in 1967 al teruggeschroefd tot 700) en veranderde zijn naam in Rio. In dezelfde straat ging Christine-Ciné (1931-1975) open, die uitgebaat werd door de familie die ook de Astra bezat. Aan de Antwerpsesteenweg stond de Pantheon (1921), die eerst tot Rex werd omgedoopt en later tot Odeon (1946-1961). Om meer armslag te krijgen, werd het gebouw gesloopt en vervangen door een nieuwe filmzaal, Cinema Grec. Nog aan de Antwerpsesteenweg stond Cine Royal (1921-1928), in 1930 opgevolgd door Anvers Palace, dat in mei 1944 gebombardeerd werd. Aan de Koninginnelaan had je Cinema Kruger (vanaf 1906 of 1907) en Ciné de la Renaissance, waarover weinig kon worden achterhaald. Op de Houba de Strooperlaan had je nog de Centenaire (1957-1969), en op het Willemsplein de Astra. En ten slotte was er nog de Lux (1939-1967). Allemaal zalen die andere bestemmingen kregen, van parkeerterrein en dierenwinkel tot supermarkt.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni