Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
Na vijf zeer moeilijke jaren kruipt Emaillerie Belge, de enige overblijvende emailproducent in ons land, weer uit het dal. Toch dubt directeur Benoît d'Ydewalle over de toekomst van de fors ingekrompen onderneming. "We kunnen niet op deze locatie blijven. Te groot. Misschien moeten we toch een deel van het productieproces naar het buitenland verplaatsen."

E maillerie Belge viert dit jaar haar vijfentachtigjarig bestaan. Aanvankelijk was de onderneming gevestigd op de Ninoofsesteenweg, maar ze verhuisde na een jaar of drie naar een grote, nieuwe fabriek in de vlakbij gelegen Verheydenstraat. Ze zit er nog steeds. Het bedrijf veranderde in de loop der jaren wel een paar keer van eigenaar. Benoît d'Ydewalle, die ook een tijdlang bij Le Pain Quotidien werkte, kocht het in 1992 samen met een partner, die de dagelijkse leiding op zich nam. "Emaillerie Belge was zo goed als failliet," vertelt d'Ydewalle.

Om de onderneming financieel gezond te krijgen, werd besloten om de andere activiteiten die het bedrijf in die tijd had - het lakken van staal en het bedrukken van pvc - te laten vallen en alleen het emailleren te behouden. Die beslissing wierp vruchten af. Al snel vertienvoudigde de omzet van de emailafdeling en werd er weer winst gemaakt.

Hoe ze dat voor elkaar kregen? Door op zoek te gaan naar nieuwe markten. Zo sloot Emaillerie Belge eind jaren negentig contracten met de metro van Caïro en de metro van Parijs af. "In Parijs waren we enkele jaren alleenleverancier van signalisatieborden."

Maar dat mooie liedje bleef niet duren. Het contract met de Parijse metro liep af en werd niet verlengd. Bovendien begon het bedrijf de concurrentie vanuit het voormalige Oostblok te voelen. "Tsjechische emailproducenten begonnen brouwerijen en andere klanten af te snoepen. Zo raakten we bijvoorbeeld Palm kwijt, een grote klant." Het resultaat was dat de omzet in 2002 met meer dan zeventig procent zakte en het bedrijf zwaar verlieslatend werd. "Emaillerie Belge was een zieke koe. Ik had de keuze: afscheidnemen of genezen." D'Ydewalle koos voor het laatste. Hij nam zelf de leiding in handen en pompte er flink wat geld in. En hij voerde forse besparingen door. "Ik heb geen bedrijfswagen, breng geen restaurantkosten in en werk al vijf jaar zonder loon." Mensen die weggingen, werden niet vervangen en om de kas te spekken verkocht d'Ydewalle de mooie en waardevolle collectie oude reclameborden die het bedrijf in de loop der jaren had verzameld.

Op een enkel reclamepaneel uit de jaren dertig na hangen er vandaag aan de baksteenmuren van de fabriek dan ook vooral realisaties van recente datum. Emaillerie Belge werkte de laatste jaren onder meer voor de stad Luxemburg, brouwerij Moortgat en de Tuin van het Kasteel van Gaasbeek. Ook leverde het bedrijf de bewegwijzering in het Zoniënwoud. Die was vroeger van pvc. "Ik ben gewoon met een kapot pvc-plaatje naar Bos & Groen gestapt en heb die dienst ervan overtuigd dat pvc in de bossen toch niet kan. Email wordt helemaal van natuurlijke mineralen gemaakt, daar komt geen petrochemie aan te pas. Het is misschien iets duurder dan pvc, maar het is onverslijtbaar, je hebt er geen onderhoud aan en het is vandalismebestendig. Graffiti krab je er met een mesje zo af."

Met deze argumenten probeerde d'Ydewalle ook bij de NMBS en de MIVB een voet tussen de deur te krijgen, maar dat is vooralsnog niet gelukt. "Ze hebben hun eigen pvc-atelier voor de productie van signalisatieborden, vandaar."

Mineralen en oxiden
D'Ydewalle leidt me rond in de grote fabriek, die een eigen plaatafdeling heeft en een ruimte waar het ruwe staal in zwavelbaden ontvet en gebeitst wordt. In een soort laboratorium worden de emailmengsels gemaakt. Op de schappen tegen de muur staan glazen potten met verschillende soorten mineralenkorrels. Die worden vermalen in molens, samen met water en oxiden. De kunst van het emailleren bestaat in het combineren van het juiste type mineralenkorrels met de juiste oxiden, want die bepalen de kleur.

Eerst krijgt het te emailleren oppervlak een massalaag, die ervoor zal zorgen dat de plaat niet meer met de lucht in contact komt en dus niet meer kan roesten. De plaat gaat nu, opgehangen aan een haak, een gloeiende gasoven van 820 graden Celsius in. Als de massalaag gebakken is, gaat er een gekleurde afwerkingslaag overheen die ook weer gebakken wordt. Voor de bedrukking werkt Emaillerie Belge met quadri- of zeefdruktechniek. Vandaag worden straatnaamborden voor de stad Bergen gemaakt. Op het blauwe bordje van email wordt een zeefdrukkader gelegd, waar medewerkster Isabelle met een witte emailpasta overheen gaat, zodat de straatnaam verschijnt. En nogmaals wordt de plaat gebakken.

Terwijl de kernactiviteit lange tijd het emailleren van kachels, potten en huishoudtoestellen was, doet Emaillerie Belge dat nu nog nauwelijks. De Oost-Europese landen hebben die markt overgenomen. "Het zijn producties in grote hoeveelheden met kleine marges. Voor ons is dat niet meer interessant. Met onze hogere loonkosten kunnen we toch niet tegen hen op. Toen ik het bedrijf overnam werden hier nog pisgoten gemaakt, dat is toch iets anders dan bijvoorbeeld een ambassadeschild, waar veel meer toegevoegde waarde in zit. Daar moeten wij het nu van hebben. Dat kunnen wij ook veel beter dan zij. Wij beheersen vijfhonderd kleuren, zij nog geen tien."

De focus ligt vandaag dan ook op het ambachtelijk emailleren, met toepassingen in de architectuur, signalisatie, publiciteit en kunst. Emaillerie Belge leverde bijvoorbeeld het email voor de gevelbedekking van de nieuwe jeugdherberg in Mechelen. Een ander recent project is de productie van een tekening in email uit het stripalbum Het gele teken van Blake en Mortimer. "Vroeger maakte we zulke stripplaten altijd in opdracht van een ander. Voor het eerst hebben we een eigen licentie met uitgeverij Dargaud-Lombard voor de productie en verkoop."

Het orderboek is, ondanks de recessie, goed gevuld. "De miserie is voorbij." Toch is de toekomst van het bedrijf onduidelijk. "Ooit werkte hier 145 man, nu zijn we nog met tien. Maar we zitten nog altijd op een terrein van 4.200 vierkante meter. Dat is niet lang meer houdbaar. Op termijn wil ik weg." Verhuizen is echter peperduur voor een bedrijf met een omzet van minder dan een miljoen euro. "De ovens verhuizen is als een huis afbreken en weer opbouwen." Welke opties blijven dan over? "Stoppen, of een tussenoplossing, een joint venture aangaan met een Pools bedrijf, zodat wij hier alleen nog de decoratie doen. We zouden dan bijvoorbeeld straatnaambordjes in blauw email aangeleverd krijgen die wij alleen nog bedrukken. Dan hebben we geen plaatafdeling meer nodig, geen zwavelbaden, en zijn we ook af van de hele milieuproblematiek. Misschien is dat op den duur het interessantst."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Economie