Dou Delice Microkrediet c Saskia Vanderstichele

Microkredieten zijn goed voor de staatskas

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
12/11/2014

Microkredieten leiden niet alleen tot een verbetering van het leven van kansarme starters, ze komen ook ten goede aan de staatskas. Dat bleek afgelopen week uit een studie die Vlerick maakte op vraag van MicroStart. Na drie jaar is 80 procent van de kredietvragers aan het werk.

D e coöperatieve MicroStart opende begin 2011 een kantoortje op het Bethlehemplein in Sint-Gillis. Bedoeling was om kansarme kandidaat-ondernemers die niet terecht kunnen bij een reguliere bank een beperkte starterslening te geven. De organisatie werkt hiervoor met kapitaal van BNP Paribas Fortis, dat meteen ook de grootste aandeelhouder is.

Al vlug kwam er een filiaal bij in de Noordwijk. Vorig jaar opende MicroStart een kantoor in Luik en Gent. Dit jaar zijn Charleroi en Antwerpen aan de beurt.

MicroStart verstrekte inmiddels ruim 1.200 kredieten. Het maximumbedrag lag lange tijd op 10.000 euro, maar werd zopas opgetrokken tot 15.000 euro. De gemiddelde lening ligt echter veel lager, op minder dan 6.000 euro. “Het zijn kleine kredieten, maar ze zijn vaak beslissend,” zegt Philippe Maystadt, ex-minister en nu voorzitter van MicroStart.

De starters worden intensief begeleid. MicroStart heeft hiervoor een afzonderlijke vzw opgericht die vooral met vrijwillige oud-bankbedienden werkt. Maystadt: “Een microkrediet zonder begeleiding heeft weinig zin. Wij hebben immers te maken met klanten die veel goede wil hebben, goede ideeën en vaak ook handig zijn, maar die helemaal niet weten hoe een bedrijf gerund moet worden.”

Werkloze coiffeuse
Mede door de begeleiding is de terugbetalingsgraad opvallend hoog, 93 procent. “Dat lijkt met ons cliënteel misschien verwonderlijk, maar het is ook te danken aan onze strenge selectie,” zegt Patrick Sapy, directeur van MicroStart. “Slechts een op de vijf mensen die bij ons komen aankloppen, krijgen een lening.”

Na drieënhalf jaar was MicroStart benieuwd naar de impact van haar activiteit, zowel op het leven van de starter als op de maatschappij. De organisatie schakelde hiervoor de Vlerick Business School in. De onderzoekers gingen na hoe het de Brusselse starters die in 2011 en 2012 een lening hadden gekregen, was vergaan.

Het Brusselse cliënteel van MicroStart blijkt opvallend vrouwelijk – meer dan gemiddeld althans – en bestaat voor bijna driekwart uit Afrikanen. Voor ze hun lening kregen, had slechts 40 procent een baan. De helft was werkloos en 10 procent werkte in het zwart. “Typisch voor ons cliënteel is de werkloze coiffeuse die af en toe vrienden en familie kapt,” vertelt Sapy. “Voor haar is een officieel kapsalon een hele grote stap. Ze raakt haar uitkering kwijt, ze moet meteen hoge sociale bijdragen betalen en ze moet vooraf ook haar attest bedrijfsbeheer behalen.”

Vandaag is de situatie anders: 60 procent van de starters runt zijn bedrijf nog steeds en 21 procent heeft intussen een andere zaak of een andere baan. Ruim 80 procent is dus aan het werk.

Daardoor is het gemiddelde inkomen van de starters gestegen. Niet spectaculair, slechts 7,6 procent, maar de structuur van hun inkomen is grondig gewijzigd. Het aandeel afkomstig van uitkeringen en zwartwerk is flink gedaald, dat van ‘witte’ activiteiten bijna verdubbeld.

Geen filantropie
De onderzoekers becijferden ook de macro-economische impact van de microkredieten. Ze berekenden dat de activiteiten van MicroStart de overheid jaarlijks 2,21 miljoen euro opleveren: 1,12 miljoen aan extra belastinginkomsten en sociale bijdragen, en ruim een miljoen aan besparingen op werkloosheids- en andere uitkeringen.

Jobcreatie via microkredieten is dus een goede zaak voor de staatskas. Probleem is dat deze vorm van kredietverstrekking niet rendabel is. Daarvoor zijn de leningen te klein, zo klinkt het. De rentevoet is nochtans fors, bijna 10 procent. “Dat lijkt veel, maar dat is het niet als je bedenkt hoe intensief wij de mensen begeleiden,” zegt Sapy. “Soms komen klanten zeven keren langs om een krediet van enkele duizenden euro’s te bespreken. Onze financiële producten dekken amper 40 procent van de kosten.”

Om rendabel te zijn zou MicroStart een rentevoet van minstens 18 procent moeten hanteren, zo berekende Luc Haegemans van BNP Paribas Fortis. “En dat willen we niet.”

Wel vindt hij het stilaan tijd om uit te kijken naar aanvullende financieringswijzen zodat de werkingskosten ook in de toekomst betaald kunnen worden. “Want dit is geen filantropie.”

De bank denkt daarbij aan het innovatieve systeem van social impact bonds: privé-investeerders steken geld in een sociaal project en worden door de overheid terugbetaald als de sociale doelen behaald worden.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni