Scholen en bedrijven bundelen krachten

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
01/09/2005
Vier Brusselse scholen uit het technisch en beroepsonderwijs werken vanaf dit schooljaar intensief samen met twaalf technologiebedrijven uit de regio. Ze engageren zich om de leerprogramma's aan te passen aan de behoeften van de bedrijven en om bedrijfsstages in te richten voor leerlingen en leraren. Zo hoopt de technologiefederatie Agoria, initiatiefnemer van het project, een oplossing te bieden voor het nijpende tekort aan goed opgeleide technici.

In het technisch en beroepsonderwijs in Brussel zijn de industriële richtingen als mechanica, automatiseringstechnieken en elektriciteit dun bevolkt. In de richting lassen maakten in het schooljaar 2003-2004 slechts 9 leerlingen in Brussel het zesde jaar af en niemand het zevende specialisatiejaar. In machinebouw waren het er 34 voor het zesde jaar en drie voor het zevende jaar. Deze cijfers gelden voor het Franstalige onderwijs, maar in het Nederlandstalige onderwijs is hetzelfde aan de hand.

Het zevende specialisatie­jaar kan op weinig belangstelling rekenen omdat de meeste scholieren in de loop van het zesde jaar al tal van jobaanbiedingen krijgen. Een extra jaar heeft blijkbaar geen invloed op het geboden salaris. "Toch is het jammer. Zonder het zevende jaar hebben die jongeren immers geen diploma hoger middelbaar onderwijs en kunnen ze zich later moeilijk herscholen," zegt Dominique Michel, secretaris-generaal van Agoria.

De dalende populariteit van de technische richtingen is verontrustend. Terwijl de werkloosheid in Brussel nog altijd uitzonderlijk hoog is (meer dan 90.000 werklozen), schreeuwen de bedrijven om goedgeschoold technisch personeel. Er is een enorme behoefte aan lassers, elektriciens en elektromecaniciens.

De verklaring voor de leegloop is bekend: het technisch en beroeps­onderwijs hebben geen goede naam. Voor heel wat leerlingen is een richting in het technisch of beroeps een negatieve keuze. Ze kiezen niet voor een vak dat ze leuk vinden, maar belanden in die afdelingen omdat ze nergens anders meer terechtkunnen.

"Een mentaliteitswijziging is absoluut noodzakelijk," zegt Michel. "Maar intussen willen we niet bij de pakken blijven zitten." Daarom lanceert Agoria het proefproject Eolus, waaraan vier scholen, twaalf bedrijven en het vormingscentrum Iristech+ deelnemen.

Nieuwste apparatuur
Vandaag is er nauwelijks contact tussen scholen en de bedrijfswereld. Daardoor zijn de kennis en de vaardigheden van de leerlingen vaak onvoldoende afgestemd op de concrete eisen die de bedrijven stellen aan hun medewerkers. Het project Eolus moet hierin verandering brengen. Elk van de vier scholen zal voor een van zijn opleidingen nauw samenwerken met een of meer bedrijven. Zo wordt de richting mecanicien-automatiseringstechnicus van het Institut des Arts et Métiers gekoppeld aan vliegtuigonderdelenfabrikant Sabca; het Technisch Instituut Don Bosco werkt samen met enkele liftbedrijven. Het is de bedoeling dat de school, met de hulp van de onderneming, de leerstof aanpast aan de huidige behoeften van de bedrijven. Ook zullen specialisten uit de onderneming af en toe een middagje naar de school trekken voor oefeningen uit de praktijk.

Voorts wordt een inspanning gedaan om de praktijkvakken boeiender te maken. Dat kan door de leerlingen te laten werken met de nieuwste apparatuur. Geen enkele school kan het zich vandaag veroorloven om een lift of andere dure oefenapparatuur te installeren. Dankzij Eolus zullen de leerlingen voortaan terechtkunnen bij het opleidingscentrum Iristech+, dat niet alleen machines, maar ook lesgevers ter beschikking stelt.

De scholen en bedrijven nemen zich ook voor om bedrijfsstages op te zetten voor de leerlingen. Dit gebeurt nu ook wel hier en daar, maar het is de bedoeling om er meer structuur in te brengen. In het vijfde jaar zal elke leerling een kennismakings­stage doen in een bedrijf, in het zesde jaar een langere praktijk­stage. Niet alleen voor de leerlingen is het contact met de bedrijfspraktijk belangrijk, ook de praktijkleraars hebben te weinig voeling met hoe het er vandaag in een onderneming aan toe gaat. "Sommige leraren zijn al vijftien jaar niet meer in een bedrijf geweest," aldus Michel. De leerkrachten krijgen de kans om een week of meer in een bedrijf te werken en er de nieuwste toestellen te leren kennen.

Het project begint op 1 september, het is de bedoeling dat nog dit schooljaar tachtig leerlingen en vijftien tot twintig leraren op stage gaan. Met het project Eolus hopen de deelnemende partners niet alleen beter opgeleide leerlingen af te leveren, maar ook de technische en beroepsrichtingen op termijn weer aantrekkelijker te maken. Michel: "De scholen zullen kunnen zeggen dat er in de opleidingen nauw wordt samengewerkt met bedrijven en dat de leerlingen op de nieuwste machines kunnen oefenen. Daarmee overtuig je misschien geen leerlingen van twaalf, dertien jaar, maar mogelijk wel hun ouders. En die beslissen toch vaak mee."

:: Don Bosco mikt op liftentechniek
Het technisch instituut Don Bosco uit Sint-Pieters-Woluwe neemt als enige Nederlandstalige school deel aan het proefproject Eolus. De richting elektrotechniek doet mee met het experiment. Vorig jaar studeerden acht leerlingen af in het zesde jaar elektrotechniek. Een zevende leerjaar wordt niet meer georganiseerd wegens gebrek aan belangstelling. Binnen elektrotechniek ligt vanaf dit schooljaar het accent op liftentechniek. In Brussel is de vraag naar lifttechnici immers erg groot.

Don Bosco zal voortaan nauw samenwerken met vier liftenproducenten: Kone, Otis, Schindler, Thyssen. Directeur Dominiek Deraeve is ervan overtuigd dat het project een winst zal zijn. "Nu hebben de leerlingen nooit met een echte lift geoefend als ze de school verlaten. De mogelijkheid om bij Iristech+ op een lift te werken is een grote verbetering."

Veel leerlingen worden nu nog afgeschrikt door de bedrijfswereld. "Ze deden tot dusver ook maar één stage van twee weken. Dat is niet genoeg om de bedrijfswereld te leren kennen. Voortaan krijgen ze in het vijfde jaar een kennismakingsstage en in het zesde jaar twee praktijkstages van elk twee weken. Die stages worden voorbereid in de klas en er zullen duidelijke afspraken gemaakt worden over de stageopdracht."
Ook de leraren kunnen tijdens hun vakantie een weekje op stage in een liftenbedrijf. Krijgen ze hiervoor een of andere compensatie? Deraeve, beslist: "Neen, en toch weet ik zeker dat de belangstelling groot zal zijn."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni