Steun aan Europese Afrikanen die in geboorteland bedrijf opzetten

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
30/06/2008
Vorige week wijdde de Wereldbank in het Egmontpaleis en het Crowne Plaza Hotel een tweedaagse bijeenkomst aan Afrikanen die naar Europa zijn getrokken, maar in hun geboorteland met een nering willen beginnen. Een vijftiental gelukkige ondernemers in spe vertrok naar huis met het startkapitaal op zak.

De Brusselse bijeenkomst, die Development Marketplace for African Diaspora in Europe oftewel D-Made heette, was in twee opzichten een primeur, zegt Véronique Jacobs van de Wereldbank. "Normaal gezien vinden dergelijke initiatieven altijd plaats in ontwikkelingslanden of in Washington, deze keer dus in Europa, in Brussel. Bovendien was het voor het eerst dat de Wereldbank
de aandacht richtte op de diaspora."

Er werd in het Crowne Plaza veel gepraat over de mogelijkheden voor Afrikanen in Europa om een economische activiteit te ontplooien in hun land van herkomst. Maar er was ook een grote beurs waarop zeventig projecten van Europese Afrikanen gepresenteerd werden. De Wereldbank had immers een wedstrijd uitgeschreven waarbij Afrikanen in Europa die plannen hebben voor een eigen bedrijf in hun geboorteland, zich kandidaat konden stellen.

Er waren wel enkele voorwaarden. Zo moest het geplande bedrijf innovatief en sociaal verantwoord zijn, en er moest altijd samengewerkt worden met een lokale partner. "Er kwamen vijfhonderd projecten binnen. Daaruit hebben we er zeventig geselecteerd," zegt Jacobs.

Bij de kandidaten onder meer een Zwitserse Afrikaan die mobiele Toi Toi-toiletten wil verkopen in zijn geboorteland Benin en een Française die een lijn in modeaccessoires wil opzetten in Ivoorkust.
De voorbije dagen waren alle zeventig ondernemers in spe in Brussel om hun project uit de doeken te doen op een publieksbeurs, maar ook voor een internationale jury, waarin voor België de middenstandsorganisatie Unizo zat. Die jury mocht 700.000 euro verdelen over de beste tien à vijftien initiatieven, met een maximum van veertigduizend euro per project.
Wij spraken met twee Brusselse kandidaten die allebei brood hebben gezien in hernieuwbare energiebronnen en back to the roots hun eigen zaak uit de grond willen stampen. Of ze bij de gelukkigen horen, leest u volgende week.

Investeren in een wonderplant
Kante Gaoussou uit Ivoorkust wil in zijn geboorteland een ja­tropha-plantage opzetten. Een wonderplantje, noemt hij de Jatropha curcas (oftewel purgeernoot): niet eetbaar, wel bruikbaar als biobrandstof.

Kante Gaoussou (39) woont al vijftien jaar in België en studeerde geofysica aan de ULB en ontwikkelingssamenwerking aan de universiteit van Luik. Nadien voerde hij in West-Afrika verschillende adviesopdrachten uit voor internationale studiebureaus. Een tijd geleden begon hij samen met enkele andere consultants met een adviesbureau. "We zijn gespecialiseerd in ontwikkelingsprojecten en werken vooral rond milieu. Zo hebben we een school voor milieu-experts helpen oprichten in Abidjan," vertelt Gaoussou.
Het nieuwste project van het bureau is de aanleg van een plantage in Ivoorkust. Gaoussou is projectleider: hij is heel goed thuis is in de Afrikaanse landbouw. "Mijn vader verbouwde kokosnoten, die gedroogd werden en verkocht aan een fabriek die er olie van maakte."
Gaoussou wil geen kokosbomen planten, wel jatropha's. "Dat is een bijzondere, niet zo bekende plant. Het grote voordeel van de jatropha is dat de olie in de zaden bruikbaar is als biobrandstof. Tegelijkertijd gaat het verbouwen van deze plant niet ten koste van de voedselproductie. Je ziet in Ivoorkust dat grote Aziatische bedrijven palmnootplantages opkopen omdat ze de olie als biodiesel willen gebruiken. Maar palmolie is een onderdeel van de voeding van veel Afrikanen. Dat is dus zonde. De jatropha daarentegen is giftig en ze groeit ook op arme, droge grond. Bovendien verrijkt ze de bodem."

Een terrein voor zijn jatropha's heeft Gaous­sou al. "We hebben een stuk grond van vijftig hectare waarop nu maniok en specerijen verbouwd worden. Als we nog twintig hectare extra hebben, dan kunnen we per jaar 480 ton ruwe olie produceren." Die zal aan de zeepindus­trie en aan raffinaderijen verkocht worden.
Vooralsnog is biodiesel op basis van jatropha-olie niet toegelaten in Ivoorkust. "Maar wij verwachten dat dat vlug zal veranderen. In verschillende landen zijn ze hun wetgeving aan het aanpassen. Wij willen het product als eerste kunnen aanbieden op de West-Afrikaanse markt."
Het agentschap voor hernieuwbare energie van Ivoorkust, de lokale partner in het project, wil zijn laboratoria ter beschikking stellen. Ook heeft Gaous­sou iemand gevonden die de dagelijkse leiding van de plantage op zich zal nemen. Voorts zullen er allemaal jonge mensen uit de omgeving werken. "Het is dus ook een sociaal project. Ivoorkust is nog altijd ontwricht door de burgeroorlog."
Het budget voor de plantage is geraamd op 55.000 euro. "Dat bedrag hebben we nodig om een molen, een pers en vaten aan te kopen." Gaoussou's studiebureau zal zelf een stukje kapitaal inbrengen, maar een gift van de Wereldbank zou goed van pas komen. "En anders hopen we tijdens de beurs ontwikkelingsorganisaties of privé-investeerders te ontmoeten die in ons geloven."


Zonne-energie verkopen in Congo

In Congo is er veel zon. Maar er zijn ook veel elektriciteitspannes. Daarom wil de Schaarbeekse Nicole Lokembo Ndjande samen met haar tante een bedrijfje in zonnepanelen uit de grond stampen in Kinshasa.

Lokembo (35) is geboren in Congo, maar woont al twintig jaar in België. Ze studeerde voor industrieel ingenieur en werkt nu in de marketing. In België woont ook een tante van haar, Judith Sanda. Die droomde al een hele tijd van een onderneming in Kinshasa. Onlangs besloten de vrouwen om zonnepanelen te gaan intalleren in hun geboorteland. "Waarom zonnepanelen? De elektriciteit valt in Congo zo vaak uit. En zon hebben we genoeg. Die energie willen we benutten."
Lokembo heeft al een mondeling akkoord met een producent van zonnepanelen uit Louvain-la-Neuve. Die wil de panelen leveren en zou ter plekke ook installateurs opleiden. "We denken aan laatstejaarsstudenten elektriciteit. We gaan ze leren zonnepanelen te plaatsen en bieden hen een stage aan, misschien zelfs betaald. Dan doen ze meteen werkervaring op."
Een lokale partner vinden was niet zo moeilijk voor Lokembo en Sanda. Sanda's oude vader heeft een bouwbedrijfje in Kinshasa, gespecialiseerd in elektriciteit. "Die mensen hebben alle contacten en kennen de administratieve regels. Hun klanten willen we in eerste instantie aansporen om met zonne-energie te werken." Daarnaast mikken beide ondernemers in spe ook op hotels, ziekenhuizen en bedrijven.

Lokembo en Sanda willen zich niet beperken tot zonnepanelen. "We gaan ook afgeleide producten aanbieden: gsm-laders, zonne-ovens en lampen op zonne-energie. Die producten zijn bedoeld voor particulieren. We zullen ze wellicht ook op krediet verkopen. Een toestel als een zonne-oven is niet goedkoop. Maar stel dat iemand zo'n oven koopt om er brood mee te bakken en dan te verkopen. Dan zou die ons met zijn opbrengst wekelijks kunnen terugbetalen."
Lokembo denkt dat het nieuwe bedrijfje 120.000 euro aan startkapitaal nodig heeft. Dat bedrag is onder meer nodig om zonnepanelen aan te kopen, die vooraf betaald moeten worden. Ze rekent dan ook volop op de beurs van de Wereldbank, maar beseft dat ze ook elders fondsen zal moeten losweken. Maar of ze nu veel of weinig geld bijeenkrijgt, beginnen wil ze in ieder geval. "Desnoods beginnen we met één werf. Tegelijk proberen we dan zoveel mogelijk afgeleide producten te verkopen en op die manier zelf geld te verdienen om te investeren in de zonnepanelen."
Is het niet ingewikkeld om als vrouw, en dan ook nog eens van op een afstand, een bedrijf op te zetten en te leiden? "Ik ben een doorzetter," zegt Lokembo, "en de eerste tijd zal ik op en neer reizen. Maar mijn uiteindelijke bedoeling is om definitief terug te keren naar Kinshasa. Dat wilde ik al langer."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni