'Terminal voor passagiersvaartuigen must voor Brussels toerisme'

De federatie voor de Passagiersvaart wil langs de Heembeekkaai een terminal voor passagiersvaartuigen. De federatie ziet haar kans schoon nu het havenbestuur zijn plannen voor een bedrijf voor biobrandstof heeft opgeborgen.

Op de Heembeekkaai komt er dan toch geen biobrandstoffabriek. Dat is goed nieuws voor de Federatie voor Passagiersvaart: die ijvert al langer voor een terminal voor passagiersschepen op de 330 meter lange kaai, ideëel naast de jachthaven gelegen:

"Er zou een samenwerking met de jachthaven kunnen komen, omdat de twee elkaar aanvullen," zegt Guido Moens van de Federatie voor Passagiersvaartuigen. "Zo kan de 600 meter kaai die de jachthaven heeft een eenheid vormen met de 300 meter kaai voor het gemeenschappelijk vervoer te water."

Momenteel meren er al passagiersschepen aan aan de Heembeekkaai. Maar als er een uitgebouwde terminal komt die nog meer passagiersschepen aantrekt, dan komt dat Brussel alleen maar ten goede, vindt Guido Moens.

"Voor het toerisme zou dat erg voordelig zijn omdat het gros van de toeristen in het groeiende watertoerisme pas zou komen bij de komst van een passagiersvaartterminal. Als de passagiersvaartuigen niet onder de lage Van Praetbrug door kunnen varen, en dat is voor het grootste deel van hen het geval - hebben ze maar één uitwijkmogelijkheid: naar Vilvoorde gaan."

De Haven van Brussel moet als eigenaar van de kaai nu nog haar fiat geven, maar de Haven wil graag industrie op de kaai. Toch is de infrastructuur van een terminal er grotendeels al: een gebouw van de yachthaven dat bedoeld is voor waterskicursussen, maar de helft van de tijd leegstaat.

"De operatoren stellen zich in de plaats van de overheid die zegt wel het beheer van zo'n terminal te willen dragen," aldus Moens.