Tweede Urban Forum denkt over promoten Brussel

Karolien Merchiers
© Brussel Deze Week
30/05/2007
Om het clubje van Europese topsteden bij te benen moet Brussel dringend een tandje bijsteken. Stadsvernieuwing gaat hand in hand met stadsmarketing, en daarom dringen veranderingen zich op, op politiek én op architecturaal vlak. Dat zijn enkele bevindingen van het tweede Urban Forum, een bijeenkomst van mensen uit de vastgoedsector en de politiek.

In de recentste peiling van Cushman & Wakefield stond Brussel op de vijfde plaats in het lijstje van de aantrekkelijkste Europese steden voor buitenlandse bedrijven. Dat betekent een achteruitgang ten opzichte van de vierde plaats die de stad jarenlang bekleedde, al moet je het volgens sommigen niet zozeer zien als een verlies voor Brussel, dan wel als een verbetering voor Barcelona, dat haasje-over heeft gedaan. Verontrustend, vonden heel wat deelnemers aan het tweede Urban Forum, een driemaandelijkse debatronde die in het leven werd geroepen door enkele mensen uit de vastgoedwereld. Brussel heeft zoveel te bieden als internationale hoofdstad, maar speelt veel van zijn troeven niet eens uit. Zo is Brussel voor maar liefst driehonderd miljoen mensen bereikbaar in minder dan drie uur, de gemiddelde reisduur van 85 procent van het Europese toerisme. Het komt erop aan mee op de trein te springen die heel wat Europese grootsteden al genomen hebben, en grondig na te denken over stadsvernieuwing. Het sleutelwoord hierbij is citymarketing, het promoten van het merk Brussel. Hier wordt al enkele jaren aan gewerkt, maar te weinig gestructureerd, vonden heel wat sprekers op het forum. Aan de hand van voorbeelden uit buurlanden reikten ze enkele nuttige werktuigen aan voor een betere marketingstrategie voor Brussel. Architectuur en een vereenvoudiging van de verschillende beleidsniveaus spelen een sleutelrol.

Architecturale bakens
Heel wat Europese steden hebben jaren geleden al begrepen dat ze dringend iets aan hun imago moesten doen om op de economische landkaart te blijven staan. De Franse stad Lyon is daar een mooi voorbeeld van: samen met 56 omringende gemeenten heeft de stad een koepel gevormd, Le Grand Lyon. Die staat in voor grote projecten met een brede uitstraling zoals de bouw van het kersverse congressencentrum. Door de neuzen in één richting te krijgen willen de burgemeesters een gecoördineerdere strategie en visie te ontwikkelen die niet alleen de stad zelf, maar ook de omringende gemeenten ten goede komt. Samen staan we sterk, is het idee: zo is Le Grand Lyon met 1,2 miljoen inwoners even groot als de gemiddelde Europese metropool.

Ook de Duitse stad Hamburg heeft de voorbije jaren bijzondere inspanningen geleverd in de vorm van HafenCity, een project dat de stad helemaal doet heropleven. Een soort Thurn & Taxis aan het water, zeg maar. Dankzij enkele opvallende gebouwen met een bijzondere architecturale waarde, zoals het operagebouw van Rem Koolhaas, heeft het nieuwe stadsdeel er meteen enkele bakens bij, die tegelijk fungeren als aantrekkingspolen. En daar ligt volgens de ontwerpers de sleutel tot het succes voor stadsvernieuwing. Volgens hen geven dit soort bouwsels de stad een gezicht, een identiteit.

Design
Dit pleidooi voor een gewaagdere architectuur in de stad werd volledig bijgetreden door Henri Simons, die - nu hij van zijn ambt als Brussels schepen van Stedenbouw verlost is - veel vrijer durft te spreken. Volgens Simons moet Brussel enkele grote uitdagingen aangaan om overeind te blijven in concurrentie met andere Europese steden. Zo pleit hij ervoor om de stedenbouwkundige ontwikkelingen in het Brussels Gewest niet te beperken tot de zogenaamde Gebieden van Gewestelijk Belang (GGB). "Volgens mij moeten we het hele gewest als mogelijk ontwikkelingsgebied beschouwen," vindt hij. "Daarvoor moeten er wel enkele hulpmiddelen in het leven geroepen worden. Om te beginnen een stedenbouwkundig agentschap, dat een vooruitziende en geïn­tegreerde visie moet ontwikkelen rond mobiliteit, woongelegenheid, stadsmarketing, commerciële aantrekkelijkheid en stadsvernieuwing. Verder zouden we ook dringend eens onze doordeweekse architectuur onder de loep moeten nemen, en zowel in openbare als in privéprojecten meer de nadruk leggen op architecturale kwaliteit in plaats van op efficiëntie. Een bouwmeester, zoals in Vlaanderen, zou nuttig kunnen zijn, en men moet ook beter de mogelijkheden van publiek-private samenwerkingen uitspitten. Vergeet niet dat de GGB's onze laatste grondreserves zijn; we mogen ze dus niet laten mislukken. Knip ze in stukken, en laat die het voorwerp zijn van architectuurwedstrijden. En in plaats van alles op voorhand te willen vastleggen in een Bijzonder Bestemmingsplan (BBP), een rigide systeem dat zelden leidt tot kwaliteitsprojecten, zou men beter een soort design-etappe inlassen. Hierbij zou men globale intenties kunnen vertalen in concrete elementen, begeleid door het stedenbouwkundig agentschap waarover ik het net had. Het zou een stap vooruit zijn, want nu is Brussel bijna te verlegen om zijn Europese, internationale rol te spelen."

Europa
Wie het over de internationale rol van Brussel heeft, denkt meteen ook aan de Europese functie van de stad. Brussel mag dan wel over een Europese wijk beschikken, toch kan de stad heel wat meer doen om het Europa naar de zin te maken, suggereert Martine Reicherts, die verantwoordelijk is voor de Europese infrastructuur in het Groothertogdom Luxemburg. Daar zijn de Europese instellingen ingebed op de Kirchberg, een gebied dat de staat en de stad via een parastatale instelling hebben opgekocht en gereserveerd om gratis ter beschikking te stellen van de Europese instellingen. Ze bouwden er zelfs twee Europese scholen en maakten middelen vrij voor de aanleg van wegen en sociale infrastructuur. Dat kan tellen als verwelkoming van Europa! De Europese instellingen bekleden in Luxemburg-stad dan ook maar liefst twintig procent van het territorium, tegen twaalf à dertien procent in Brussel.

Volgens Reicherts is het ook een groot voordeel dat de instellingen in Luxemburg zich slechts tot één enkele gesprekspartner moeten richten. Wie in Brussel een groot project wil rea­liseren, moet vaak onderhandelen op gemeentelijk, gewestelijk én federaal niveau. En de Luxemburgse strategie werkt, want binnenkort schrijft Europa een aanbesteding uit voor een gebouw van maar liefst 120.000 vierkante meter. Het feit dat de vastgoedprijzen er het voorbije jaar verdubbeld zijn, proberen de instellingen te vermijden door onderling te overleggen, om te vermijden dat ze tegen elkaar op beginnen te bieden, iets wat in Brussel weleens gebeurt.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni