Vraag naar schuldbemiddeling neemt toe

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
07/06/2007
Sommige mensen met geldgebrek lossen het euvel op door op krediet te kopen en de ene lening na de andere aan te gaan. Als op een bepaald moment de schuldenberg te hoog wordt en de druk van de schuldeisers te groot, kloppen ze in paniek aan bij een dienst voor schuldbemiddeling. "Ze verwachten dan mirakels van ons, ze denken dat alles meteen opgelost wordt. Maar zo werkt het niet," zegt Jan Willems, coördinator van de dienst Schuldbemiddeling van het OCMW van Brussel-Stad.

"Mensen komen naar hier en denken dat Jan Willems wel een fax zal sturen naar de gerechtsdeurwaarde en dat alle ellende dan voorbij is."
Het is maar een van de misverstanden die bestaan over de dienst Schuldbemiddeling. Er zijn er nog andere, vertelt Willems. "Sommigen denken dat ze hun leven maar een klein beetje moeten bijsturen om uit de problemen te geraken. Helaas. Om tot een echte oplossing te komen, zullen ze hun omgang met geld ingrijpend moeten wijzigen en leren de juiste prioriteiten te leggen. En dan zijn er die menen dat wij alle schulden wel afbetalen en zij ons achteraf beetje per beetje mogen terugbetalen. Maar een lening aangaan om een andere lening af te betalen is de slechtst mogelijke oplossing. Dat doen we dus niet."

In de bijna tien jaar dat Willems als schuldbemiddelaar werkt, heeft hij mensen van allerlei pluimage zien passeren: jong en oud, man en vrouw, autochtoon en allochtoon. "Alleen de mensen met een klassiek gezin zijn op één hand te tellen. Dat is het beste bewijs dat de oorsprong van de schuldenoverlast meestal op een ander vlak ligt. In ieders leven zijn er vele terreinen. Geld is er maar een van. Als dat het enige probleem is, dan is het doorgaans makkelijk op te lossen. Meestal schort er ook iets op het vlak van relaties of huisvesting. Het is door de samenloop van die omstandigheden dat sommige mensen de pedalen verliezen."

Consumentenkrediet
Van het publiek dat zich tot schuldbemiddeling wendt, is ongeveer een op de drie leefloner. "De rest heeft een eigen inkomen, dat in de meeste gevallen beperkt is, een pen­sioen of een uitkering van het ziekenfonds bijvoorbeeld. Maar er zijn ook tweeverdieners bij," zegt Willems. "Vroeger kwamen bijna al onze cliën­ten via het OCMW. Tegenwoordig krijgen we ook cliënten die doorverwezen zijn door de belastingontvanger, het ziekenfonds of de huisvestingsmaatschappijen. De helft komt op eigen initiatief."

De schulden die het vaakst terugkeren, zijn fiscale schulden, huur- en energieschulden, ziekenhuisschulden en natuurlijk het consumentenkrediet. Dat zijn leningen bij de bank, kredietkaarten en kredietopeningen in warenhuizen. De afgelopen jaren zijn daar ook schulden van gsm-, internet- en andere abonnementen bijgekomen.

Van echte schuldbemiddeling kan volgens Willems alleen sprake zijn als de betrokkene, nadat hij zijn vaste lasten heeft betaald, nog een budget overhoudt om schulden af te lossen. "Meestal zijn er per dossier tien tot 25 schuldeisers. We nemen contact met hen op en geven hun een stand van zaken: dit is het inkomen van de betrokkene en dat zijn zijn vaste lasten. Vervolgens doen we een voorstel, een terugbetalingsplan bijvoorbeeld of een tijdelijke opschorting van betaling. In elk geval proberen we te voorkomen dat de schuldeiser die het meeste druk zet, ook het eerst betaald wordt."

Collectieve regeling
Soms dient de dienst Schuldbemiddeling een verzoekschrift tot collectieve schuldenregeling in bij de beslagrechter. "Dat doen we als de schuldenberg zo enorm geworden is dat er niet overheen te komen is als de intresten en andere kosten blijven doorlopen. De schuld wordt dan bevroren en de rechter stelt een schuldbemiddelaar aan. Dat kan onze dienst zijn, maar meestal is het een advocaat. Die krijgt dan het inkomen van de betrokkene, maakt hem elke maand geld over voor zijn vaste kosten en zorgt ervoor dat er een bedrag overblijft voor de aflossing van de schulden. Met de schuldeisers wordt ook weer een afbetalingsplan gemaakt. Dat kan over vijf, zes of soms negen jaar lopen. Een hele poos, dus. Ik zeg altijd tegen de mensen die hier komen: 'Als je problemen vijf of zes jaar geleden zijn begonnen, dan zul je ook vijf of zes jaar nodig hebben om ze op te lossen.'"

Hausse
Bij leefloners verloopt de schuldbemiddeling enigszins anders. "Zij zijn de facto onvermogend en houden dus geen budget over om schulden af te betalen. In hun geval brengen we de schuldeisers op de hoogte van het feit dat er niets te rapen valt. Intussen stimuleren we de betrokkene om werk te vinden. We gaan ervan uit dat mensen, ondanks eerdere tegenslagen, hun leven toch nog altijd kunnen verbeteren. En werk lost veel op. Maar als het een oudere leefloner betreft die ook nog eens gezondheidsproblemen heeft, dan beseffen we ook wel dat de kans heel klein is dat die persoon nog aan de bak komt. We beschouwen hem dan als definitief onvermogend. Dat signaleren we aan de schuldeisers. Voor zo iemand kunnen we tegenwoordig aan de rechter ook een volledige kwijtschelding van zijn schulden vragen. Vele mensen met schulden zouden dit willen, maar het wordt alleen bij hoge uitzondering toegestaan."

Willems heeft het aantal dossiers in de loop der jaren alleen maar zien toenemen. Bij het OCMW van de Stad Brussel werken er nu al tien voltijdse schuldbemiddelaars. "En iedereen wordt overstelpt." De toename van het aantal mensen dat zijn toevlucht neemt tot schuldbemiddeling, heeft volgens Willems voor een stuk te maken met de bekendheid die de dienst de jongste jaren gekregen heeft. "Maar het is ook zo dat de kloof tussen arm en rijk in Brussel steeds groter wordt. De kosten voor energie, huisvesting en medische verzorging zijn enorm gestegen. Tien jaar geleden kwamen hier alleen leefloners aankloppen. Nu komen de meesten van buitenaf."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni