Atelierbezoek: Joëlle Delhovren

Kurt Snoekx
© Agenda Magazine
05/06/2012
Als een voortdurende slingerbeweging van het kleine naar het grote, van een gloedvolle intimiteit naar een sobere weidsheid, van het abjecte naar het verhevene, van het vlees naar het gevoel. Zo zou je het hybride universum van schilder Joëlle Delhovren (1959) kunnen omschrijven. Ze wisselt tussen dragers, materialen en werkruimtes, toont nu eens een rauwe, ongepolijste naaktheid of een intiem tafereel, en gaat dan weer contemplatief te werk, maar ze weet al die samenstellende delen tot een eenheid te smeden. Niet in het minst door het bezielde en doordachte karakter van haar werk dat figuratief en sterk verhalend veel meer doet vibreren dan alleen het doek.
In haar recente tentoonstelling in galerie Pierre Hallet toonde Joëlle Delhovren een fascinerende selectie aan schilderijen en werk op papier, waarop mensen onophoudelijk staren, naar boven of naar beneden. Het lijken wel stills uit een film, die werd stopgezet op het moment dat het perspectief zou verschuiven van de starende mensen naar het object dat het voorwerp van hun blik is. Veel blijft buiten beeld. En dat hoeft niet te verbazen, aangezien Joëlle Delhovren altijd al sterk geïnteresseerd is geweest in de mensen die haar schilderijen bevolken. "Vroeger, met mijn portretten, zat ik nog dichter op het individu. Nu neem ik afstand en is mijn visie algemener, globaler - maar daarom niet slechter. Tegelijk is het niet zo dat ik me van mijn vroegere werk afkeer, ik maak nog steeds portretten, maar komt de maatschappij meer naar de voorgrond. Vroeger beschreef ik misschien meer. Nu laat ik wat meer ademruimte voor degene die naar het kunstwerk kijkt."
Delhovrens hybride, figuratieve werk is doorvlochten met gedachten, herinneringen en reflecties, en beweegt zich tussen intieme portretten en schilderijen die een afstandelijker kijk behoeven – wat ze overigens niet minder persoonlijk maakt. De ketting van oorzaak en gevolg ontsnapt ons, of liever: blijft heel bewust onuitgesproken. De wereld die zo voor het voetlicht treedt, heeft de neiging om de kijker rechtstreeks aan te spreken en mikt op de volledige set aan gevoelens die hij bezit.


Ook het verzamelde werk in galerie Pierre Hallet is thematisch gevarieerd. Via de rode draad van de starende blik, de ogen en de hoop of angst gericht op iets of iemand buiten beeld, komen beelden los van de muur om zich dreigend boven de kijker te nestelen, of doen ze hem mijmerend teruggrijpen naar zoete ervaringen. De dreigende sfeer die zich in sommige van haar werken heeft genesteld valt misschien terug te brengen tot de intimiteit waaruit ze zijn ontstaan en die ze onvermijdelijk ook tonen, maar heeft ook een praktische oorzaak. Joëlle Delhovren werkt veel met getinte, behandelde en zeer sfeervolle doeken, alsof ze werkt in negatief, op een doorleefde huid, een oppervlak dat leven kan evoceren.
En misschien staat Joëlle Delhovren daarom wat weigerachtig tegenover het vastpinnen van de blik van de kijker, omdat het die blik is die de doeken leven geeft. Het is aan de kijker om de blinde vlekken in te vullen, of ze nu omineus of warm zijn, op de huid zitten of veraf: "Iedereen ziet wat hij ziet. Dat is mij eender. Maar het is wel zo dat ik graag het niveau van de plastische oefening overstijg door mijn schilderijen ook een onderwerp te geven. Ik kan niet ontkomen aan wat er zich in mijn hoofd afspeelt als reflectie. Voor mij is schilderen een manier van denken. Ik ben geen intellectueel, filosoof of schrijver, maar ik lees al die dingen wel en reflecteer daarop door te werken."

En dat doet ze in vele vormen: “Mijn carnets, mijn werk op papier, mijn schilderijen, alles heeft evenveel belang. Schilderen is geen kwestie van techniek, het is een manier van leven en denken.” Schilderen is ademen: “Ik schilder 24 op 24. Zelfs ’s avonds in bed. Ik zou de indruk hebben niet te bestaan als ik het niet kon doen. Leven met mij is leven met mijn schilderijen.” Joëlle Delhovren heeft altijd al getekend, van kindsbeen af: “Als enig kind verveelde ik me. Ik was drie, vier jaar toen mijn vader me zei dat ik kon tekenen en me zo nooit meer hoefde te vervelen. Toen ik er eenmaal mee was begonnen, ben ik nooit meer opgehouden. Je kon me een blad papier geven en ik was sage comme une image. Mijn grootmoeder trok zich de haren uit het hoofd. Alle schoolvakanties bracht ik bij haar door, maar zij wou dat ik haar gezelschap hield, dat ik met haar sprak en ik was de hele tijd aan het tekenen.” (Lacht)
Nu heeft Joëlle Delhovren zelf een stel kinderen onder haar hoede als ze workshops geeft: “De manier waarop die jonge kinderen kijken is fantastisch. Maar op een bepaald moment verliezen ze die onbevangen blik en vervallen ze in stereotypes. Ik probeer die blik, die op school wordt vernauwd, weer open te trekken. Met volwassenen hanteer ik dezelfde methode. Ik vraag hun alles te vergeten en doe hen gewoon schilderen wat ze zien. Daarna pas kun je maken wat je denkt, omgekeerd werkt het niet.”
Fascinerend aan het oeuvre van Joëlle Delhovren is de pluriformiteit: op losse bladen, in schriftjes, op getinte doeken ontspint zich een wisselwerking tussen de plastische praktijk en de reflectie, die zich ook in verschillende werkruimtes afsplitst. Haar atelier vlak bij de Kleine Zavel huist in een vroeger bureau in een met marmer gevloerd souterrain van een oude burgerwoning. “Alle ateliers worden tegenwoordig omgetoverd tot prijzige lofts. Dan kom je als kunstenaar terecht in onaangepaste ruimtes zonder daglicht,” lacht ze. Achteraan in de langwerpige ruimte, aan het raam dat uitgeeft op een binnenkoertje, staat Joëlle Delhovrens schildersezel opgesteld en is de sfeer wat intiemer, met al haar schildermateriaal, de porseleinen beeldjes op de vensterbank, en hondje Gaby dat elke dag komt spelen. “Het is hier wat kil. Ik mis de intieme sfeer van mijn eigen wereldje thuis, waar ik al mijn documentatie, mijn foto’s en mijn computer heb. Alle reflectie gebeurt daar, in mijn kleine salon met de grote, lage tafel en mijn acrylverf, potloden, magicolors en heel mijn bazaar bij de hand. Daar maak ik heel wat werk op klein formaat, op papier. Hier pluk ik de vruchten van dat denkproces en maak ik mijn schilderijen. Het is niet zo sfeervol maar het is beter dan geen atelier. En ik heb tenminste wat plaats.”
Joëlle Delhovren is een echte Brusselse, haar roots liggen verspreid over het hele land. “Ik vind het geweldig om in de stad te wonen. Ik heb er echt behoefte aan om in de buurt van alles te wonen. Ik heb alles bij de hand, al kom ik haast niet buiten, behalve om les te geven. (Lacht) Brussel is ook niet meer het Brussel dat ik vroeger kende. En dat is misschien geen kwestie van tijdvak, maar van hoe de maatschappij functioneert. De focus ligt op dingen die iedereen bevallen, op wat verkoopt. Dat is Brussel niet meer, dat is gewoon de grootste gemene deler. Kijk naar Christophe Coppens die er de brui aan geeft. Maar in Brussel wonen is fantastisch, al zou ik hier mijn verschillende werkplekken niet kunnen samenvoegen. Dat zou onbetaalbaar zijn. Maar buiten de stad wonen kan ik ook niet. Daar zou ik de indruk hebben levend begraven te zijn."

Gemeente: Brussel
Galerie: Pierre Hallet, www.galeriepierrehallet.com
Info: www.joelledelhovren.be

Foto's © Heleen Rodiers

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Events & Festivals

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni