Atelierbezoek: Toon Aerts

Kurt Snoekx
© Agenda Magazine
11/02/2014


Sound en vision die uit Japanse retrofuturistische gebouwen opdoemen en zweterig over onheilspellende Amerikaanse highways denderen: het speelse, duistere universum van filmmaker en fotograaf Toon Aerts tart lands- en andere grenzen. Maar deze zomer ruilt hij zijn kettingzaag in voor een bas. “Gewoon ‘de bassist’ zijn: zalig!”

Draai dan 797... 666. Het was een pact met de duivel dat Toon Aerts (1977) als filmmaker lanceerde: een zinderende hommage aan seventiesroadmovies met een voice-over die je naar een verzengend Amerikaans niemandsland transporteert en een jonge Stijn Van Opstal als devil’s apprentice. Toon Aerts’ videoclips – voor onder meer The Jon Spencer Blues Explosion, Millionaire, The Sore Losers en El Guapo Stuntteam – en films zijn sinds Dialing the devil (2001) energieke en kleurrijke vertellingen met veel visie, guts en persoonlijkheid gebleven. Stilzitten hoort in dat universum niet thuis. Voor zijn rauwe, geestverruimende, explosieve slashertrip Perfect drug (2012), met Nicolas Karakatsanis achter de camera, kreeg hij op het BIFF de Grote Prijs 2013 van de Beste Fantastische Kortfilm.
Enkele dagen geleden zag zijn nieuwe videoclip voor The Sore Losers het licht en in Hasselt toont hij nog tot midden maart zijn fotoportretten van muzikanten, back to back met werk van zijn vriendin Katrien Matthys. Maar deze zomer ruilt hij fototoestel, kettingzaag en camera in voor de bas, die hij bespeelt bij The Sha-La-Lee’s. Nu ja, met videoclips, teasers en artwork heeft hij ook voor zijn eigen band de handen vol: “Maar daarna gaan we volle bak optreden. Het is eens iets heel anders: gewoon ‘de bassist’ zijn. Zalig!”
Muziek is brandstof voor Toon Aerts, een kracht die zich in al zijn werk laat voelen: “Het is een grote inspiratie, ja. Ik zet vaak muziek op om ideeën uit te werken, ook in de auto. Perfect drug is zo ontkiemd, tijdens een heel lange autorit in mijn eentje, van Portugal naar België. Ik was me zo hard aan het vervelen tussen die monotone landschappen, dat het is beginnen te borrelen. Een paar keer ben ik moeten stoppen langs de kant van de weg om ideeën te noteren. Zo werkt het soms. Muziek is perfect om je zinnen te verzetten, heel therapeutisch. En het is één kruisbestuiving: ik maak foto’s van muzikanten, videoclips en making-of-documentaires, ik gebruik muziek in mijn films en laat me erdoor inspireren... Uiteindelijk brengt film mijn twee grootste passies, muziek en fotografie, samen, sound en vision. Heel simpel eigenlijk, nu ik erover nadenk.” (Lacht)
Maar waarom het simpel maken als het ook moeilijk kan? Toon Aerts’ werk getuigt van een flinke dosis perfectionisme, maar dat betekent niet dat flexibiliteit geen plek heeft. “Tuurlijk. Creatie is altijd een proces: je vertrekt vanuit één welbepaald idee, maar uiteindelijk eindig je altijd met iets anders dan je je had voorgenomen. Op de tentoonstelling toon ik portretten van muzikanten. Het uitgangspunt was een polaroid van Jon Spencer, die ik twee jaar geleden had genomen. Normaal werk ik op mediumformaat, groot negatief, heel clean, terwijl polaroids, en zeker de nieuwe, heel slecht van kwaliteit zijn. Tegelijk heeft die foto me verrast, en maakt die korrelige, vuile, vettige look de foto net zo cool. Ik had een hele reeks polaroids van muzikanten gepland, maar – zoals dat dan gaat – als je Mauro over de vloer krijgt, bedenk je: ‘misschien toch ook een foto maken op middenformaat...’ (Lacht) Bij film en muziek is dat net zo: je schrijft een scenario en als je dan bekijkt welke film er uiteindelijk uit voortvloeit, dan wijkt die altijd af van wat je voor ogen had. Een nummer dat je thuis speelt op je akoestische gitaar klinkt ook helemaal anders wanneer je met je band de studio in duikt. Dat is ook niet erg: je komt dingen tegen, je laat je inspireren door iets of door de mensen met wie je samenwerkt. Dat is simpelweg het creatieve proces. Soms is het goed om de dingen op hun kop te zetten, er afstand van te nemen, gewoon je ideeën te herdefiniëren.”
Precies dat heeft ervoor gezorgd dat zijn laatste kortfilm, het hondsbrutale Perfect drug, zich niet afspeelt in een motel Amerikaanse stijl, maar in de industriële zone van de Antwerpse haven, zij het dan omgetoverd in een cyberpunksfeer die doet denken aan Katsuhiro Otomo’s manga- en animemijlpaal Akira. “Toen ik Akira voor de eerste keer zag, voelde ik mij zo dom. Een film die zo je geest uitdaagde, die zo alles overstijgend was... Echt knap gemaakte en complexe shit!” Toon Aerts hoeft daar zelf niet voor onder te doen. Perfect drug is een tot in de puntjes uitgewerkte visuele trip die niets of niemand uit de weg gaat, en op het Knoxville Horror Filmfestival nog werd bekroond als “Weirdest Film”. De clip die hij maakte voor “Black Mold” van The Jon Spencer Blues Explosion vormt ook al geen ontkenning van die particuliere interesse in de dark side. Steek Rod Serling van The Twilight Zone, H.P. Lovecraft en Charles Burns samen in een boshut en bekijk wat er na een intensieve dag samenhokken uit die keet komt gekropen. Wedden dat daar ufo’s, harige monsters en muterende tieners tussen zitten?
Fascinaties zijn vloeibaar en moeilijk tot één bepaalde bron te traceren, maar Toon Aerts heeft de koppige eigenheid met de paplepel, nu ja, met de eerste pintjes binnengekregen. “Ik ben wel een beetje verwend op dat vlak, ja. Ik ben opgegroeid tussen een hoop getalenteerde mensen. Tim Vanhamel (de wizard van Evil Superstars en Millionaire) en zijn zus Lotte (van Vermin Twins) woonden bij mij in de straat. Philip Metten, een kunstenaar met wie ik al een paar keer heb samengewerkt (onder meer voor Innercoma), was een van mijn jeugdvrienden. Dat waren allemaal mensen die al heel vroeg heel anders waren, die het verder gingen zoeken dan de meeste mensen. Wat populair was, was meteen slecht. Dat klinkt nu simplistisch, maar daar kwam het wel een beetje op neer. En het waren ook allemaal skaters."
"In de terugblik is dat heel straf, hoe al die skaters nu ofwel hun eigen bedrijfje hebben opgericht of in creatieve jobs zijn beland. In die tijd, van Primus en Jane’s Addiction, nog voor de skatecultuur een investering werd, hadden die gasten, zelfs de bekende mannen, geen nagel om aan hun gat te krabben. Dat was echte underground. Maar ze hadden allemaal een heel uitgesproken stijl: ze kleedden zich op een bepaalde manier, hadden tattoos, gekke kapsels, ze luisterden naar een bepaald soort muziek, ze maakten skateboardboekjes met een heel specifieke vormgeving en fotografie, en hadden een bijzondere manier van films maken. Ze líepen zelfs anders... Die mannen hadden in alles een eigenheid, dat was één ode aan de persoonlijkheid en de individualiteit. Die bende creatieve zielen heeft heel veel tot de limiet gepusht en dat heeft ons allemaal erg geïnspireerd, denk ik. Nu is dat allemaal sterk veranderd, maar ik blijf mij er wel over verwonderen hoe sterk die skatecultuur geript is geweest. Als ik terugkijk naar eind jaren 1980 en zie hoeveel er van die cultuur is overgenomen en gepikt door de populaire media, dan vind ik dat de skatecultuur niet genoeg krediet krijgt. Die invloed valt gewoon niet te ontkennen, op alle mogelijke gebieden: films, videoclips, grafische vormgeving, fotografie, noem het op.”
De tijden zijn veranderd, en dat heeft ook zijn weerslag op de manier waarop we met beelden omgaan. “Vroeger kocht je een Thrasher Skateboard Magazine of een Transworld Skateboarding en daar moest je het dan een paar maanden mee doen. Hetzelfde voor muziek: alleen al met de hoes van een elpee was je een halve dag in de weer. Nu is alles zo easy geworden: je gaat het internet op en downloadt 20 gigabyte muziek. Dat is een heel andere manier van zoeken, van je eigen identiteit te vinden. Misschien worden we nu gewoon zo overweldigd door dingen als Facebook, Tumblr, Flickr en Twitter, er is zo’n overweldigende beeldcultuur, je verdrinkt in de invloeden, terwijl dat vroeger allemaal mondjesmaat gebeurde. Toen kreeg je nog de kans om dingen uit te dokteren en te absorberen.”
Of om dingen uit te proberen. Op Sint-Lukas studeerde Toon Aerts experimentele film: “Ik heb op die vier jaar tijd echt alles gedaan: van installaties over Super 8 tot animatiefilms met camera-obscurafoto’s. Voor mij was Sint-Lukas één grote speeltuin. Ik had ateliers en computers ter beschikking, camera’s en lenzen. Sint-Lukas betekende voor mij toegang tot al dat materiaal dat ik zelf niet had.” Nu staat de speeltuin van Toon Aerts in Molenbeek, op de vierde verdieping van het gebouw waar ook Q-O2, FoAM en iMAL huizen. De BBC is er net neergestreken, maar normaal heerst er bij productiehuis Czar rust, waar Toon Aerts duchtig gebruik van maakt om te schrijven: “Mijn foto’s maak ik op locatie, analoog, dan laat ik ze scannen en bewerk ik ze thuis, gewoon aan de keukentafel. Ik heb zelfs geen bureau. We hebben een appartement met twee slaapkamers, waarvan er één is opgeëist door Katrien, die met haar werk stilaan de hele ruimte heeft overgenomen. Maar het is goed om niet altijd thuis te moeten werken, dat kan verstikkend zijn. Je staat ’s morgens op, je ontbijt, ruimt de tafel af en installeert je opnieuw… Ik zit soms drie dagen aan een stuk aan die keukentafel, dat raak je echt wel beu. Dan pak ik al eens mijn basgitaar vast om te ontspannen. Als ik hier ben, is dat anders. Hier ga ik niet afwassen, bassen of met de kat spelen, hier is het gewoon focus.”
En die is nodig: film is een omslachtig, intensief medium. Muziek en fotografie werken bevrijdend voor Toon Aerts. “Je kunt miljoenen in films steken en de beste mensen bij elkaar zoeken, maar als je gewoon met vier man in een repetitiekot kruipt en begint te jammen, dan denk je soms wel: ‘Fuck, dit kost niks en is misschien tien keer waardevoller.’ Ik vind film ook te gek, maar het frustreert mij soms dat je zoveel middelen nodig hebt om een goede film te maken. Als je dan kijkt naar Led Zeppelin, Jimi Hendrix of Cream, met drie, vier man de wereld veroveren! Dan heb je letterlijk alles in eigen handen. Daarom vind ik het ook zo leuk om er alleen met mijn fototoestel op uit te trekken. Toen ik net was afgestudeerd en in de reclame terechtkwam (met vaak bekroond werk voor onder meer EA Games, Lipton Ice Tea, Ben, KPN Digital TV, Ikea, International Film Festival Rotterdam, Planet Internet, Asics), was het een manier om mijn eigen ding te kunnen doen. Tijdens mijn studies communicatiewetenschappen aan de VUB volgde ik fotografie aan de academie en aan Sint-Lukas is die interesse aangewakkerd, maar Nicolas Karakatsanis heeft mij de ogen geopend. Nicolas woonde in die tijd net tegenover mij, elk aan één kant van de Dansaertstraat. Ik herinner me dat ik eens binnenkwam in zijn appartement en aan een van de muren zijn proofings zag hangen. Dat was de eerste keer dat ik foto’s zag van iemand die ik kende die recht uit een magazine leken te komen. Eén ervan was een kop koffie die op tafel staat te dampen. Intussen weet ik hoe hij dat heeft gedaan, maar op dat moment vond ik dat een mega-artistieke foto. Dat heeft toen wel mijn ogen geopend: damn, dit kun je dus met een fototoestel? Dat heeft me toen toch wel geprikkeld om meer te gaan experimenteren.”
Sinds zijn studies, die hij achttien jaar geleden aanvatte, woont Toon Aerts in Brussel: “Ik ben hier, zoals zoveel mensen, blijven plakken. Het heeft lang geduurd voor ik overtuigd was van de stad. Zeker in het begin had ik een haat-liefdeverhouding met Brussel en ging ik nog vaak terug naar Limburg in het weekend, naar de natuur, de rust, het dorpsgevoel. (Lacht) De laatste jaren is de stad wel enorm hard in positieve zin veranderd, en dat mag ook wel eens worden gezegd. Toen ik hier achttien jaar geleden begon te studeren, was er geen hol te beleven: het centrum was dood, de Sint-Gorikshallen waren een bouwval in een getto waar niemand durfde te komen, al die gebouwen stonden leeg, verschrikkelijk. Dat is gelukkig veranderd. Zo een Frederic Nicolay die met al die cafés is begonnen, geef ik alle krediet van de wereld, want dat was broodnodig. Er is nog altijd veel werk aan Brussel, maar je voelt wel dat het de juiste kant uit gaat. Er zijn zoveel toffe zaken bij gekomen, kijk naar de Moka of Aksum, Madame Moustache en Les Ateliers Claus, dat soort plekken maakt echt het verschil. In Sint-Goriks loop je tegenwoordig over de koppen, en dat is ook niet ideaal, maar liever dat dan leegstand.” Want wie weet wat er uit die spookhuizen komt gekropen...


Foto’s © Heleen Rodiers

Gemeente: Molenbeek
Studio: Keukentafel en Czar, Koolmijnenkaai 30, Molenbeek, www.czar.be
Band: The Sha-La-Lee’s (Christophe Vaes, Dave Schroyen, Cedric Maes, Toon Aerts), www.facebook.com/TheShaLaLees
Expo: Toon Aerts & Katrien Matthys: Back to back, > 15/3, wo/me/We > za/sa/Sa 11 > 18.00, Alley Art Gallery, Dorpsstraat 38/1, Hasselt, www.alley.be
Info: www.toonaerts.com

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Events & Festivals

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni