Archief van Jean-Jules Eggerickx uitgestald: Eén met zijn omgeving

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
07/01/2013
Pas terug uit Engeland, na de Eerste Wereldoorlog, scoort de architect Jean-Jules Eggericx met zijn 'Britse' tuinwijken Floréal en Le Logis in Watermaal-Bosvoorde. Maar van Brussel tot de kust staan nog meer parels van zijn hand. De Stichting voor Architectuur wijdt een expositie aan zijn oeuvre.

D e twin towers Leopold en Albert bij de De Meeûssquare, de statige villa Petrucci-Wolfers in Elsene en de vakantiekolonie Home des Enfants du Hainaut in Bredene: stuk voor stuk tijdloze gebouwen die rust uitstralen door hun perfecte integratie in de omgeving. Dit is werk van Jean-Jules Eggericx (1884-1963), die het bekendst werd met zijn tuinwijken Floréal en Le Logis.

Het archief van de architect werd door de Koning Boudewijnstichting aangekocht en geschonken aan de Archives d'Architecture Moderne (AAM). Daarin zat zo'n schat aan documenten, plannen, aquareltekeningen, schetsen, foto's en correspondentie, dat een retrospectieve rond het werk van Eggericx niet kon uitblijven. Meteen kwam er ook lijvige monografie: J.-J. Eggericx. Gentleman architect, créateur de cités-jardins, een turf van een boek, dat kan inspireren tot vele architectuurpromenades.

Rad en Floréal
Na het Atheneum van Elsene stapt Eggericx - kind van een tuinier, voor wie hij in 1911 een huis tekent - naar de Université Nouvelle (ULB) en (even) naar de Académie des Beaux-Arts. Stages bij gerenommeerde architecten als Alban Chambon, Dewin en Horta kneedden hem tot een ingenieur en architect van formaat.

Naar de reden van zijn vertrek naar Engeland (in 1914), waar hij de Eerste Wereldoorlog doorbracht, blijft het gissen. Bij de Daimler Company in Coventry (1915-1919) doet hij ervaring op. Met Britse knickerbockers, en een Engels-Ierse vrouw, keert hij in 1919 terug om naar het Angelsaksische sociale huisvestingsmodel van Letchworth (1903) een tuinwijk te ontwerpen. De socialistische coöperatieven zagen heil in sierlijke woonparken om de stadsontwikkeling groen te houden. De tentoonstelling pakt dan ook groots uit met de ontwerpplannen van Het Rad in Anderlecht en de aquarelplannen van de tuinsteden Le Logis en Floréal, sinds 2001 beschermd. De tachtig hectare grote site schittert met haat ruime woningen, het belfortachtige Hoefijzer-appartementsblok in baksteen, de plantsoenen en de grote variatie in voetgangerszones. Kortom, het perfecte architectonische huwelijk tussen uniformiteit en diversiteit. De tekening met alle types van buiten- en binnendeuren in de tuinwijk, gebaseerd op één lijnenspel, illustreert dit perfect.

Vakantiekolonie
Van 1921 tot 1940 werkt Eggericx ook aan een 'nieuw type appartementsgebouw' met verticale elegantie, waarvan Brussel er vele telt. Het uithangbord van zijn kantoor (foto) herinnert aan die periode. Verder zoomt de tentoonstelling in het Civa in op thema's als de paviljoenen voor de wereldtentoonstellingen van 1937 in Parijs, Antwerpen en Brussel (onder meer voor Het Laatste Nieuws), het stadsontwikkelingsplan van Oostende, het cottageachtige vakantiekoloniedomein in Bredene en de privé-danszaal van Akarova (Renbaanlaan). Het maakt postuum goed dat La Cambre-docent Eggericx naast een directeursfunctie in La Cambre greep, toen Herman Teirlinck in 1936 (tot 1950) die eer toebedeeld kreeg. Of verzwijgt de geschiedenis vooralsnog iets over een danseresje?


Tentoonstelling tot en met 7 april in het Civa, Kluisstraat 55, 1050 Elsene. Van dinsdag tot en met vrijdag van 12 tot 18 uur, weekends vanaf 10.30 uur. Boek J.-J. Eggericx - Gentleman architecte, créateur de cités-jardins, uitg. AAM & CFC-Éditions, 336 p. (alleen in het Frans), 45 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni