Boek en tentoonstelling vissen William Degouve de Nuncques op

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
05/03/2012
De Université Libre de Bruxelles, het Musée Félicien Rops in Namen en het Kröller-Müller Museum in Otterlo hebben de schouders gezet onder een ‘heropstanding’ van het museale, maar vergeten oeuvre van William Degouve de Nuncques, vriend – en later vijand – van de Brusselse groep Les XX. Het resultaat is een monografiecatalogus en een reizende tentoonstelling.

Op een complete oeuvrecatalogus van William Degouve de Nuncques (1867-1935) is het nog even wachten. De Brusselaar Ronald Feltkamp verzamelt er de gegevens voor (02-538.39.52) en meldde ons vorig jaar: "Degouve is een veel groter Brusselaar dan Van Rysselberghe." Ja, Degouve kwam met zijn Franse ouders in 1874 naar hier en ging in Elsene naar de lagere school en (even) naar de academie. Woonde later achter de Louizalaan (1888), had een atelier in de Schaarbeekse Wijnheuvelenstraat (1889-1891), kwam in 1902 uit Mallorca terug naar Brussel, en ligt begraven in Ukkel. Over zijn woning in Jette schreef hij: "Ik woon nu in een huisje met een rieten dak. Het is heel echt... op het platteland, heel afgezonderd..." Jette was toen wel even wandelen van de stad.

Er zijn veel nieuwigheden opgedoken over Degouve. Laurence Brogniez en Bibiane Fréché van de ULB plozen zijn onuitgegeven cahiers uit en spijzen daarmee de catalogus. Dankzij zijn rijke Franse ouders kon Degouve 'bohémien-bourgeois' zijn. Als jonge vriend van Jan Toorop (toen actief in Machelen) en Henry de Groux kwam hij in contact met de Brusselse kunstenaarskring Les XX. Hij werd lid, maar vloog er na vier jaar al buiten (1890) na een dispuut omdat zijn doeken, tegen zijn zin, naast die van Van Gogh werden getoond.

Bekend als schoonbroer van Emile Verhaeren frequenteerde hij artiesten en schrijvers als Félicien Rops (in Parijs), Octave Maus, Camille Lemonnier en Maurice Maeterlinck (voor wie hij het theaterdecor van Intérieur ontwierp). Niet het type arbeiders van Constantin Meunier, maar de echte 'sukkelaars' van toen trokken de aandacht van Degouve. Maar het was in Parijs dat zijn talent openbloeide, en dat zijn symbolistische inzendingen voor grote salons gesmaakt werden. Zijn vele reizen (Parijs, Milaan, Bologna, Venetië...) inspireerden hem tot nachtelijke taferelen: 'Avondschemering aan het Comomeer', 'Kanaal in Venetië'. Snel bleken de 'onzichtbare aanwezigheden' het pastelkrijt en de olieverf tot grootse taferelen te verheffen. Werken als 'Pauwen' (1896) in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en 'Sneeuw te Sint-Agatha-Berchem' (1912) in het Kröller-Müller Museum tekenen de verscheidenheid in zijn talent, met als rode draad de idyllische natuurbeleving.

De publicatie geeft net als de reistentoonstelling een totaalindruk van leven en werk van Degouve, met een speciaal accent op de 'literaire schilder' en zijn geschriften.

--------------------------
Boek William Degouve de Nuncques, schilder van het mysterie, uitg. Mercatorfonds, 152 p., 34,95 euro.
Gelijknamige tentoonstelling tot en met 6 mei in het Musée Félicien Rops (Namen, www.museerops.be) en van 26 mei tot en met 2 september in het Kröller-Müller Museum


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni