Galerieën trekken naar kanaalzone: ‘Molenbeek klinkt goed bij mijn publiek’

Bettina Hubo
© BRUZZ
09/05/2017

Veel galerieën zien het chique Elsene of de Zavel nog altijd als de place to be. Maar er zijn er ook die de ongepolijste kant van de stad opzoeken: de kanaalbuurt of hartje Molenbeek.

De hoogste concentratie galerieën in hedendaagse kunst vind je op de grens Elsene-Ukkel. Daar zijn de internationaal vermaarde galerieën van Xavier Hufkens en Almine Rech gevestigd, maar je hebt er sinds kort ook Rivoli, een verbouwd winkelcentrum uit de jaren zeventig waar een vijftiental galeristen samenzit.

Ook de Zavelwijk blijft een galeriebuurt. Drie jaar geleden namen Tim Wouters en Patrick Waldburger van de nog jonge galerie Waldburger Wouters hun intrek in de Regentschapsstraat 67, in het monumentale pand met achterhuis waar voorheen de kantoren en drukkerij van uitgever Bruylant waren gevestigd. Waldburger Wouters kreeg er het gezelschap van vier vooraanstaande galeristen: twee Brusselse, Cathérine Bastide en Jan Mot, de Antwerpse grande dame Micheline Szwajcer en een duo uit Parijs. Vijf galerieën onder één dak, het was een nieuw en ambitieus project dat flink wat media-aandacht kreeg, ook internationaal.

Inmiddels blijft er van de oorspronkelijke club nauwelijks nog iemand over. Cathérine Bastide gooide het over een andere boeg en nam een time-out, Micheline Szwajcer stopte als galeriste, Jan Mot verkoos zijn onafhankelijkheid en trok naar de Kleine Zavel en ook de ene helft van het Parijse duo hield het voor bekeken. In de plaats kwam onder meer de prestigieuze galerie Dvir uit Tel Aviv, maar er was de laatste jaren ook leegstand. Dat komt volgens eigenaar Natascha Van Deun omdat zij de lat hoog legt bij de selectie van nieuwe huurders. Voor Wouters en zijn compagnon werd de onzekerheid te groot. Onlangs besloten ook zij om te vertrekken.

“De internationale perceptie van de plek veranderde nadat de eerste galeristen waren weggetrokken. Bovendien was de huurprijs tamelijk hoog. In het begin, met de andere vier samen, was die prijs zeker gerechtvaardigd. Dankzij de aanwezigheid van gevestigde waarden als Jan Mot en Micheline Szwajcer kwamen de juiste mensen over de vloer, ook curatoren, al wist je niet precies voor wie de bezoekers nu eigenlijk kwamen,” zegt Wouters. “Maar het laatste anderhalf jaar was de dynamiek wat weg.” Toen de eerste drie jaar van hun contract voorbij waren, beslisten ze om de huur niet te verlengen. “We hebben onze rekening gemaakt en zelf een pand aangekocht.”

Dat ligt in een totaal andere buurt. Waldburger Wouters zit sinds enkele weken op de drukke Antwerpselaan, aan IJzer, tussen de Afrikaanse verkopers van bakbananen en andere exotische specialiteiten. De keuze van de plek is volgens Wouters eerder toevallig. “We zochten vooral een betaalbaar pand,” zegt hij. “Maar het plaatje klopt wel. Wij zijn toch meer een outsider. Hier zitten we in een veel rauwere omgeving, aan het kanaal en vlak bij Molenbeek. In de Regentschapsstraat waren de bezoekers nogal bourgeois en gesetteld. Ons publiek is vooral jong en internationaal. Vlak bij Molenbeek zitten, klinkt goed, dan ben je cutting edge. Een beetje zoals Harlem in New York.”

Natuurlijk mist hij ook wel de gezelligheid van de gezamenlijke ruimte in de bovenstad. “Maar helemaal alleen zitten we hier nu ook weer niet. Het Kaaitheater is vlakbij en ook de galeries Argos en Greta Meert. Bovendien zal de Parijse verzamelaar Frédéric de Goldschmidt binnenkort om de hoek op de Handelskaai zijn collectie hedendaagse kunst etaleren.”

Wie eerder al de rafelige kant van de stad opzocht, zijn Paul en Suzy Kusseneers. Drieënhalf jaar geleden verhuisden ze hun galerie met jonge hedendaagse artiesten van het Antwerpse Zuid naar de Molenbeekse Menenstraat, een zijstraat van de Gentsesteenweg. Daar namen ze hun intrek in een oude mosterdfabriek, 650 vierkante meter groot, die tot voor enkele jaren gebruikt werd door Syrische opkopers van oud textiel.


lees verder onder de foto

Schoenendoos
“In Antwerpen hebben we jarenlang gehuurd,” legt Paul Kusseneers uit. “Toen we in Brussel op zoek gingen naar een kooppand stonden we voor de keuze: een piepkleine schoenendoos in een gehypete buurt uptown of een mooie, grote ruimte in een betaalbare buurt in de benedenstad, Molenbeek bijvoorbeeld. Ons kapitaal was immers beperkt.” De keuze was gauw gemaakt. “Om als galerist goede dingen te doen, heb je ruimte nodig. Als je mensen naar je galerie wilt krijgen, moet er iets te zien zijn. Mensen verplaatsen zich niet voor vier kleine werkjes.”

Het echtpaar transformeerde het achterliggende pakhuis tot een ruime, lichte, witgeschilderde expositieruimte. Aan de voorkant geen opvallende vitrine, maar een gevelbrede zwarte, stalen poort. De galerie valt hierdoor nauwelijks op in het straatbeeld. “Ik heb nooit problemen in de straat, behalve dat de garagepoort soms geblokkeerd is. Ik voel me hier erg thuis. Alleen jammer dat de cultuurdienst van de gemeente geen enkele interesse heeft, terwijl we toch al even bezig zijn.”

Van toevallige passanten moet hij het op deze locatie niet hebben, erkent hij. “Maar van toevallige passage moet je het als galerist per definitie niet hebben. Een galerie is maar waard wat haar kunstenaars waard zijn. Je kan in de chicste buurt zitten, als je geen interessante kunst hebt, komen de mensen niet. Je moet zo goed mogelijk programmeren en op je eigen poten staan. Zo vind je een publiek dat je volgt waar je ook gaat.”

Zijn keuze voor Molenbeek past volgens hem ook in een internationale trend. “Overal ter wereld zijn galerieën, in navolging van hun kunstenaars, naar problematische wijken getrokken. Denk aan Chelsea in New York of East End in Londen. Ik ben in deze buurt voorlopig nog alleen, maar er hoeft maar één klinkende naam, Xavier Hufkens bijvoorbeeld, een project te beginnen en binnen de kortste keren zijn hier tien galerieën.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni