Ukkel, herberg voor kunstenaars

An Devroe
© Brussel Deze Week
08/09/2012
Met zijn negentig jaar is Uccle Centre d'Art de oudste nog actieve kunstenaarskring van het land. De dubbeltentoonstelling Hier et aujourd'hui verbindt de klassiekers met de hedendaagse talenten.

E r bestaat een logo van Uccle Centre d'Art in fraaie art-decoletters, het voordeel van een kunstenaarskring die al in de jaren twintig van vorige eeuw furore maakte.

In 1922 kwamen 22 schilders en beeldhouwers uit Ukkel en omgeving samen in het oude Hof ten Hoorn aan het Crabbegat om de vzw Uccle Centre d'Art te stichten. De groep exposeerde al sinds 1908 regelmatig in Hof ten Hoorn, destijds een herberg, waar werk hing van Auguste Oleffe, Rik Wouters, Ferdinand Schirren, Willem Paerels, Louis Thevenet en Henri Quittelier. Waard Vandercammen van Ten Hoorn was een bindende factor, ook al omdat hij er concertjes organiseerde. De statuten van de kring vermelden trouwens dat naast de beeldende kunst ook muziek en literatuur een plaats moesten krijgen. De officiële lancering in het Wolvendaelkasteel was een groot succes. Het entreegeld, 1.500 x 50 centiemen, kwam de armen van Ukkel toe. Een jonge E.L.T. Mesens, boezemvriend van René Magritte, gaf er een concertje ten beste.

In 1927 werd het jaarlijkse Salon aan Charles De Coster opgedragen, naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de auteur van Tijl Uilenspiegel. De jonge Brusselse beeldhouwer Antoine Vriens mocht een bas-reliëf maken over Uilenspiegels avonturen in Hof ten Hoorn; het is nog altijd te zien aan de ingang van het Crabbegat.

Een zekere dokter Wibo had dat jaar ook bezwaar geuit tegen enkele onkuise sculpturen in het park van het Wolvendaelkasteel, in de buurt waar schoolkinderen hun maaltijden namen. Een van de exposerende schilders, Charles Viane, reageerde daarop dat dankzij hem het Uccle Centre d'Art de immoraliteit was binnengetreden...
Jaar na jaar kwamen er nieuwe talenten bij, zoals Paul-Auguste Masui, die 55 houtsneden voor Uilenspiegel maakte, of Rodolphe Strebelle, schilder en vader van twee kunstenaarszonen, de schilder Jean-Pierre, die ook lid werd, en de beeldhouwer Olivier, die enkele zeldzame, monumentale werken zal exposeren. Later kwamen ook de 'kleindochters', Laura Turner, van de Engelse schilder William Turner, en Laure Quittelier, vandaag nog altijd lid.

Een album met etsen Vieux sites d'Uccle verscheen in 1941. In 1944 werd de jaarlijkse expo niet georganiseerd omdat de kring zich niet wilde verlagen tot het vragen van toelating aan de rexistische administratie van Groot-Brussel.

In 1946, op het moment dat in Brussel de vereniging La Jeune Peinture Belge werd opgericht, lanceerde Uccle Centre d'Art een wedstrijd voor schilders jonger dan 36 jaar, met de expliciete vermelding 'voor de twee geslachten'. Ze moesten wel gedomicilieerd zijn in wat toen het 'kanton Ukkel' werd genoemd: Ukkel, Vorst, Drogenbos, Linkebeek, Beersel, Sint-Genesius-Rode, Alsemberg of Ruisbroek. Dankzij de kunstenaarskring kregen verschillende Ukkelse straten de namen van schilders, zoals Louis Thevenet, Émile Lecomte of Adolphe Wansart.

Onder leiding van Henri Quittelier, volgens een kunstcriticus de spil van de kring, kwam er in 1959 een retrospectieve van Louis Thevenet. En in datzelfde jaar bood de opening van het Cultureel Centrum van Ukkel in de Rodestraat nieuwe tentoonstellingsmogelijkheden.

In 1982 kreeg Quittelier zelf een retrospectieve, net als Jos Albert, Pierre d'Orbaix en Masui. Sinds 2009 zorgt voorzitter Jean-Claude Praet op het web en met tentoonstellingen in de nieuwe gemeentelijke zalen van de Dekenij voor de continuïteit.

Behalve een schatkamer op picturaal vlak leverde de kring door zijn verknochtheid aan Ukkel ook heel wat historisch beeldmateriaal op. De zandgroeve in de Floréallaan van Albert Cels, het naïef-bevreemdende Sint-Pietersplein en de beuk van Boetendael van Suzanne Cocq, de Dieweg in de herfst van 'animist' Albert Dasnoy, de oude molen van Kalevoet door Henri Roidot, en zowel de vallei van de Roze Hoeve, van Pierre de Vaucleroy, als het interieur ervan, door Louis Thevenet, die een banale deuropening kon laten zinderen. Er zijn ook Ukkelse koppen, zoals de buste van Henri Quittelier door René Cliquet. Van Quittelier zullen het fijne sneeuwlandschap van Sint-Job en de vallei van Kamerdelle bij ochtendlicht te bewonderen zijn. In de catalogus bij de dubbeltentoonstelling geeft Serge Goyens de Heusch alle 46 kunstenaars van vroeger en de 26 van nu een plaats tussen de -ismen.

Hier, 7 tot en met 30 september in het CC Ukkel (Rodestraat 47); Aujourd'hui, 15 tot en met 30 september in de Dekenij (Dekenijstraat 102).

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Ukkel , Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni