Brusselse Jong-liberalen steunen de 'app-drivers'

Jong Vld Brussel en Les Jeunes MR de Bruxelles-ville pleiten voor éénzelfde wettelijk kader voor zowel de reguliere taxisector als de aanbieders van ritten via digitale apps, zoals Uber. Daarnaast vragen ze een strengere controle op zwartwerk in de sector.

Vorige week ontstond heel wat ophef nadat bekend raakte dat Uber-chauffeurs in Brussel geen ritten meer mochten aanvaarden met hun smartphone. Minister-president Rudi Vervoort moest vorige week tijdens een actualiteitsdebat over het dossier in het Brussels Parlement spitsroeden lopen. Ook binnen de meerderheid klonken erg kritische stemmen.

Maandag stelden de jonge liberalen dat het kabinet Vervoort met de vraag voor een strikte toepassing van een verouderde wet uit '95 een einde maakt aan het jarenlange gedoogbeleid waarmee mobiliteitsdiensten als Uber of Heetch opereerden. De wet, die dateert uit een periode zonder smartphone, is voor Jong Vld Brussel en hun Franstalige tegenhanger slechts een middel om de 2.000 app-drivers uit de sector te gooien, ten voordele van de almachtige Brusselse taxisector. De 2.000 Brusselse app-drivers zijn vaak kleine zelfstandigen die soms tienduizenden tot honderdduizenden euro's investeren om, via een app, de baan op te kunnen, luidt het.

De Brusselse Jong-liberalen erkennen dat de app-drivers vandaag in een wettelijke schemerzone opereren door gebruik te maken van de VVC-regeling (verhuur van voertuigen met chauffeur). Het is die licentie die onderworpen is aan een wet van 95 die nu plots strikt dient nageleefd te worden waardoor deze mobiliteitsapps niet meer werkbaar zijn.

"Wat ook de beweegredenen mogen zijn van de minister-president, deze beslissing is een totaal verkeerd signaal en maakt de wil van de Brusselse regering om een Smart City te zijn totaal ongeloofwaardig", vindt Frederik Ceulemans, voorzitter van Jong Vld Brussel. "We vragen dan ook dat de Brusselse overheid in de eerste plaats doet wat het beloofd heeft te doen, namelijk het gedoogbeleid verder te zetten tot de uitspraak van het grondwettelijk hof over deze kwestie.En daarnaast vragen we om nu te werken aan een wettelijk kader die ook op vlak van mobiliteit de stad future-proof maakt."