Brusselse Week van Mobiliteit rolt rode loper uit voor kinderen

De Europese Week van de Mobiliteit vindt dit jaar plaats van 16 tot 22 september. In Brussel is voor het thema "Maak van Brussel een stad voor kinderen" gekozen. Acties aan de schoolpoort maken duidelijk dat de openbare ruimte nog meer op kinderen moet afgestemd worden, en minder op de auto. Op zondag 18 september is het Autoloze Zondag.

In het Brussels gewest zijn er 260.000 schoolgaande kinderen die elke week goed zijn voor meer dan 2,5 miljoen verplaatsingen tussen thuis en school. Brussel Mobiliteit wil dat dit publiek zich actief en veilig verplaatst. Nu gebruiken 62 procent van de leerlingen uit het lager onderwijs en 84 procent uit het middelbaar onderwijs voor het thuis-schoolverkeer minstens één dag op twee niet de wagen. De ambitie is om dit tegen 2030 op te trekken tot respectievelijk 70 en 90 procent.

Tijdens de Week van de Mobiliteit staan kinderen daarom centraal. Aan de schoolpoort van vijf scholen zal Brussel Mobiliteit een "Walk of Fame" aanleggen. Net als in Hollywood krijgen de kinderen een ster op de stoep met daarin het vervoermiddel waarmee ze naar school komen. Tegelijkertijd wordt ook de schoolactie "Te voet, met de fiets naar school" gelanceerd. Liefst 89 scholen nemen deel en motiveren de leerlingen, de ouders en het onderwijzend personeel aan om tijdens de Week van de Mobiliteit de wagen te laten staan en naar school te komen met de fiets, de step of te voet.

"Een kind van 12 zou zich in onze stad vrij moeten kunnen bewegen: te voet, met de fiets en met het openbaar vervoer. Dat is vandaag niet altijd mogelijk: opstoppingen en gevaarlijke straten verhinderen dat en houden kinderen zelfs vaak binnen. Volwassenen moeten hun publieke ruimte toegankelijker maken voor kinderen", vindt Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt.

Er wordt daarom niet enkel naar de kinderen gekeken om het verschil te maken. Dus werden 25 bedrijven in Brussel geselecteerd om deel te nemen aan de actie "Naar het werk zonder mijn auto". De pendelaars die met de auto komen, worden uitgedaagd om een alternatief vervoersmiddel te gebruiken en kunnen zo punten scoren en prijzen winnen. Tijdens de actie vinden ook een aantal workshops plaats om de fiets te leren herstellen of het Brusselse vervoersaanbod te leren kennen.

Naast de acties onderneemt het Brusselse gewest met zijn Good Move-plan al verschillende stappen om de hoofdstad aan te passen aan zachte mobiliteit. Er is de zone 30 en de komst van autoluwe wijken. Op de voorstelling van de Week van de Mobiliteit kwam expert Clément Rivière, hoofddocent bij het instituut voor sociologie van de Université de Lille in Rijsel (in het noorden van Frankrijk), zijn ervaring delen. Hij schreef een boek over hoe kinderen in de stad de openbare ruimtes gebruiken en toonde aan dat de jeugd steeds autonomer wordt. Een veilige openbare ruimte en basisvoorzieningen in de onmiddelijke omgeving dragen bij aan die autonomie.

"Een autoluwe wijk die de essentiële functies op wandelafstand aanbiedt en waar er voldoende lokale interactie is tussen de bewoners, en genoeg veiligheid om zich te verplaatsen, blijkt dus een gunstige voorwaarde voor de geleidelijke autonomie van kinderen in de stad", stelt Rivière.