Fietsenmakers: 'Dringende reparaties moeten ook tijdens coronacrisis kunnen'

“Alle mobiliteit is verzekerd, behalve die van de fietsers,” zo klinkt het bij de Brusselse fietsenmakers. De Fietsersbond vraagt daarom aan de overheid om fietsreparaties expliciet toe te staan.

Voor de Brusselse fietsenmakers is het begin van de lente steevast een razend drukke tijd. De coronacrisis, die heel wat mensen uit het openbaar vervoer drijft, bracht nog extra klanten naar de winkels.

Maar woensdagmiddag moesten alle fietsenwinkels sluiten. Ook Vélophil in Etterbeek ging dicht, hoewel er nog een berg werk aan reparaties en montage was, vertelt Rik Potoms, die er als fietsenmaker werkt. “We moesten stoppen. De politie patrouilleerde om te zien of alle winkels de maatregel respecteerden.” Zelf zit hij ondertussen thuis en hoopt hij dat zijn baas de technische werkloosheid vlug in orde brengt.

Dat de winkel dicht moest, is volkomen te begrijpen, zegt Potoms. Maar hij vindt het niet logisch dat fietsen nu nergens meer hersteld kunnen worden. “Alle mobiliteit is verzekerd, behalve die van fietsers. Auto’s kunnen nog terecht bij bandencentrales en tankstations als ze pech hebben. Bovendien, fietspech komt veel vaker voor dan autopech.”

Herstellingen in huis

Zelf is hij ondertussen al in de bres gesprongen bij kennissen om daar aan huis een herstelling te doen. “Op een veilige afstand van andere mensen natuurlijk.”

Potoms begrijpt dat er ook collega’s zijn die nu bang zijn om een fiets aan te raken. “Ik ben ook bang, maar dit gaat om het algemeen belang,” zegt hij. “Er moet ergens een fietsreparatiedienst zijn.” Op de ateliers van Cyclo kan de fietser momenteel geen beroep doen. Die zijn tot nader orde gesloten.

Fietsenmaker Werner Van den Mooter uit Jette treedt Potoms bij. “Fietsreparaties moeten kunnen. De overheid moet het repareren expliciet tot een bedrijfsactiviteit verklaren, anders dan een winkelactiviteit,” zegt hij. “De fiets is nu meer dan ooit nodig en wordt ook door de virologen aanbevolen als vervoermiddel. Ik durf zelf ook niet meer in de tram of metro.”

Net als zijn collega's heeft Van den Mooter zijn zaak gesloten. Alle bestelde fietsen waren net geleverd. Dat komt goed uit want momenteel houdt hij zich bezig met het monteren van de nieuwe fietsen. Hoe hij die herstellingen concreet ziet? “Voor vaste klanten wil ik eventueel een platte band repareren als ze de fiets voor de deur achterlaten en de volgende dag op die plek weer komen ophalen.”

Ondertussen is ook Wies Callens van de Fietsersbond met de kwestie bezig. Hij probeert van de FOD Economie de toestemming te krijgen voor de fietsenmakers om reparaties te mogen uitvoeren. “Er zijn verpleegkundigen die gaan werken per fiets. Hun mobiliteit mag niet worden afgenomen. Beter op de fiets dan samengepropt in het openbaar vervoer.”

Callens denkt dat het mogelijk moet zijn om een reparatieservice te leveren zonder dat de fietsherstellers een besmetting riskeren. “Een systeem zonder fysiek contact waarbij de fietsen op een bepaalde plek afgezet worden en later daar weer worden opgehaald, kan goed werken. Voorts kunnen de fietsenmakers zich beschermen door handschoenen te dragen en hun handen geregeld te ontsmetten.”