Britse diva in de dop Jessie Ware stelt debuut voor

Tom Zonderman
21/11/2012
“Ik was blij met mijn rol als achtergrondzangeres,” zegt Jessie Ware aan de vooravond van haar hopeloos uitverkochte show in de AB. “Maar langzaam vond ik het vertrouwen om op het voorplan te treden.”

Eerst kwam ze onder de aandacht door haar hippe vrienden - bij Jack Peñate mocht ze aan de backings, met post-dubstep-wizard SBTRKT blikte ze de clubhit Nervous in en met King of bass music Joker maakte ze The vision. Maar ondertussen heeft Jessie Ware hen overvleugeld en is zo overal - van Europa tot in de VS. Niet alleen kleurde haar single Wildest moments afgelopen zomer de FM-band, ook haar Mercury-genomineerde debuutalbum Devotion, een fraaie jumelage van stedelijke r&b, zoete soul en eigentijdse elektropop, werd op loftbetuigingen onthaald.

Nochtans nam Ware, die het eerst als journalist probeerde te maken, een aarzelende start. "Ik dacht dat er niemand wakker zou liggen van wat ik te zeggen had," zegt de 27-jarige Londense diva in de dop. "Maar dan besefte ik dat je niet origineel moet zijn, maar eerlijk. 'I love you' zeggen kan nog altijd heel veel betekenen als het recht uit je hart komt. Goed, ik heb lang geworsteld om het juiste pad te vinden, tot ik de juiste mensen heb ontmoet."

De juiste persoon was in de eerste plaats producer Dave Okumu, gitarist van artpopband The Invisible, die haar geruststelde over het schrijven van songs: het is "just like shitting," vertelde hij haar met een kwinkslag, "you've just got to let it all out." Kid Harpoon, een singer-sonwgwriter die onder meer voor Florence Welch 'Shake it out' pende, gaf de 27-jarige Londense nog meer houvast. Bristol-housebelofte Julio Bashmore en producer Will Archer alias Slime zorgden voor eigentijdse textuur.

Die moderne snit is opmerkelijk, want Ware groeide op met 'oude' stemmen als Frank Sinatra, Billie Holiday en Ella Fitzgerald die ze opdiepte uit de platencollectie van haar moeder. "Ik vond het fantastisch hoe die klassieke songs van Cole Porter en Gershwin telkens een andere interpretatie meekregen. Ik ben ook verzot op muziektheater. (Lacht) Ik weet dat dat uncool is, maar ik hou van de emoties en de verhalen."

Dat drama hoor je ook in de stemmen van de grote zangeressen uit de jaren 1980, waar je zelf graag naar verwijst.
Jessie Ware: Inderdaad. Sade, Annie Lennox, dat waren de popsterren die mijn jeugd hebben gekleurd. Oké, ze waren mooi en glamoureus, maar ze werden gerespecteerd voor hun stem, ze konden fantastisch zingen. Ze waren de best mogelijke diva's. Nu ik de kans krijg om zelf in de spotlights te staan, wil ik ook zo'n popster zijn.

In de video voor 'Running' zie je er alvast even blits uit als Sade.
Ware: Iedereen heeft vroeger weleens voor de spiegel gestaan met de haardroger en gedaan alsof ie in een clip zat. Jij toch ook? (Lacht) En nu werd die droom plots werkelijkheid. Running is mijn eerste video, ik wilde dat ie er opvallend en stoer uitzag. De clip is een statement: dit ben ik, ik ben nu een solozangeres. Ik ben glamoureus, ik heb een hairdo, ik perform. Ik wil niet langer een zangeres van dancetracks zijn. Maar het is ook een beetje over the top natuurlijk, ik hoop dat mensen dat doorhebben. Er zit zelfs een David Lynch-kantje aan die clip.

Niet slecht voor iemand die nog eens niet zo heel lang geleden beweerde dat achtergrondzangeres zijn haar ideaal was.
Ware: Aanvankelijk was ik gewoon al blij dat ik elke dag kon zingen. Maar nu ik mijn eigen sonsg schrijf en omringd ben door fantastische muzikanten heb ik het vertrouwen gevonden om op het voorplan te treden. Ik vind mijn rol als entertainer fantastisch, ik wil mensen dezelfde ervaring geven als ik ooit zelf had bij de prachtige concerten die ik vroeger zag. Zoals gaan kijken naar Alica Keys in de Royal Albert Hall, in haar eentje achter de piano. Of naar Björk in Glastonbury. Of toen ik naar Ocean Colour Scene ging kijken, met in het voorprogramma Cornflake, de groep van die wicked single 'Yellow'. (Lacht) Pas daarna ontdekte ik dat ze Coldplay heetten.

Je album heet Devotion. Wat betekent dat woord voor jou?
Ware: (Denkt na) Het is iets heel vrouwelijks, heel sterk en passioneel. Romantisch ook. Er zit veel verlangen in deze plaat. Dat bitterzoete vind ik heel belangrijk. De titelsong kwam er uitgerold tijdens de eerste sessie met Dave (Okumu). Hij kwam met dat lijntje "I need your devotion" aandraven, en dat vond ik heel intens. Daar heb ik op verder gewerkt, en toen viel alles in zijn plooi. Tot dan had ik wel songs geschreven, maar dat was tasten in het donker. Ik was blind.

Zoals je zelf aangeeft spreekt er veel romantiek uit jouw songs. 'Who says no to love?' vraag je je af.
Ware: Alweer zo'n knappe zin van Dave. De herhaling in de lyrics maakt het nog krachtiger, de ene keer is het een statement, dan weer een vraag. Dat repetitieve heb ik van hiphop à la J Dilla. Het liedje bouwt een soort van conversatie op met de luisteraar, dat vind ik prettig.

Beschouw je je muziek als dansmuziek?
Ware: Nee. Maar er zit wel veel groove in. Noem het een afterpartyplaat. Toen ik nog samenwoonde met vrienden zetten we vaak de iPod op wanneer we na een nachtje stappen thuiskwamen. Dan feestten we op onze flat gewoon verder, met muziek van Prince, Chaka Kahn, Sade. Ook al zijn die songs twintig, dertig jaar oud, ze klinken nog altijd geweldig goed.

Je grijpt graag terug naar de eighties, maar tegelijk werk je samen met de meest vernieuwende artiesten.
Ware: Ik ben dol op elektronische muziek. Ik wilde een frisse en moderne sound, maar de songs zelf moesten wel 'klassiek' zijn. Ik wil geen muziek maken die enkel toegankelijk is voor de clubscene. Nu, mijn samenwerking met Julio Bashmore is niet zomaar kopiëren wat hij doet. We hebben elk onze sterke kanten laten spreken en samen iets nieuws bedacht, zodat het voor elk van ons interessant bleef.

Van SBTRKT heb ik veel geleerd over het opnemen van mijn stem. Voor ik met hem aan de slag ging had ik mijn zang nog nooit opgenomen. Nog belangrijker is dat hij mij op subtiliteit in de muziek heeft gewezen, minder is meer. Dat hoor je erg goed op Devotion.

In '110 percent' zing je dat je absoluut wilt dansen, al is het in je eentje.
Ware: Ken je Teardrops van Womack & Womack? Ik wilde ook zo'n bitterzoet liedje waar je op kunt dansen. Je gaat de dansvloer op om je uit te leven, maar tegelijk vloeien de tranen.

Er is iets heel krachtigs aan dansen, zeker in je eentje, het is zo'n individuele manier van uitdrukken. In die song wil ik iemand verleiden om te dansen, maar hij is koppig. Dus dans ik wel met mezelf. (Rolt met de ogen) Ik háát mensen die niet willen dansen.

Echt? Shit...
Ware: O nee, ben jij zo iemand? Zal ik je uitnodigen?

Oké, we trekken onze dansschoenen al aan!

24.11.2012, 20.00 (SOLD OUT) en 30.03.2013, 20.00. €22/25

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek , Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni