Charliermuseum toont landschapsschilders

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
07/02/2008
Het Charliermuseum, een van de merkwaardigste kleine musea van de hoofdstad, is er eens te meer in geslaagd een heel mooie tentoonstelling op het getouw te zetten. 'Landschap en natuur' is het onderwerp, maar ook stads- en zeezichten vallen er te bewonderen.

Uit zijn rijke collectie - 1.350 kunstwerken, schilderijen, maar ook tekeningen en gravures; pas in 2006 en 2007 volledig geïnventariseerd - heeft het Charliermuseum een honderdtal werken gekozen die een eeuw landschapsschilderkunst illus­treren. Die keuze is niet toevallig. Pas in de negentiende eeuw dienen landschappen niet langer als decor, maar worden ze een onderwerp op zich; de kunstenaar gaat zich interesseren voor atmosfeer en licht, weidsheid en natuurkrachten, en die belangstelling mondt uiteindelijk uit in impressionisme, pointillisme en luminisme. Natuurobservatie was tot dan onderwerp van wetenschappelijke studie, geen kunstzinnig aandachtspunt.

De tentoonstelling van Constables Hooiwagen in 1824 in Parijs blijkt het startschot voor het ontstaan van talloze schildersscholen. Corot, Millet, Daubigny en Rousseau reppen zich naar Fontainebleau om er in de openlucht te schilderen, de school van Barbizon is geboren. In België werken openluchtschilders onder meer samen in Tervuren, Kalmthout, Wechelderzande, Genk, Anseremme en aan de Noordzee. Als er vanaf 1850 lichte schildersezels en dito verftubes op de markt komen, kunnen kunstenaars ook grote doeken in de buitenlucht schilderen.

Totaalbeeld
Het Charliermuseum laat werken zien van Théodore Fourmois, voorloper van de school van Barbizon, en verder zijn er nog Boulenger, Asselberghs van de school van Tervuren, Heymans en Courtens van de 'grijze school' van Dendermonde tot en met heel bekende namen als Khnopff en Ensor.
Zodra ze de natuurgetrouwe weergave van bossen en boomstronken, vijvers, akkers en seizoenen achter de rug en onder de knie hadden, experimenteren de schilders met lichteffecten. Dan zijn ook zee- en stadszichten aan de orde. Het kleurenpalet van de stadszichten is heel uiteenlopend. De natuurgetrouwe stadszichten van Emile Wauters zoals Binnenkoer te Rome met zijn wasgoed, is eerder mistroostig. Dat geldt evenzeer voor Jourdanplein van Gaston Haustrate. Louis Crépin borstelt de Brusselse dorpen, zoals uit Panorama van laag-Elsene blijkt, dan weer bij voorkeur 's winters, met oranje, grijs en blauw als dominante kleuren.

De collectie bevat een paar echte pareltjes, en de manier waarop de tableaus in de eclectische salons van Charlier opgehangen zijn, is al even opvallend - werkelijk niets is aan het toeval overgelaten. Een paar voorbeelden: Lentesquare van Fernand Rousseau (1892-1971, een zicht op de Armand Steurssquare uit 1952) hangt boven een roze canapé. Het is een heel vrolijk schilderij, met bomen en statige herenhuizen in levendige kleuren. En onder Stilleven met anjers en appels van Fernand Toussaint (1873-1955) staat op de commodekast een vaasje met anjers en liggen er een paar appels. Onder Stralende herfst van Paul Madeline (1863-1920) ligt een bloemstukje dat er uitstekend bij past. Mooi.

:: Sfeer: landschappen en stillevens loopt in het Charliermuseum, Kunstlaan 16, 1210 Sint-Joost-ten-Node, tot en met 20 juni. Het museum is open van dinsdag tot en met vrijdag van 12 tot 17 uur, en is gesloten op zaterdag, zondag, maandag, feestdagen en 2 mei.
De toegang bedraagt 6 euro; jongeren onder de 26, senioren, werkzoekenden en inwoners van Sint-Joost betalen 4 euro; jongeren onder de zestien mogen er gratis in. Rondleidingen (45 minuten) in het Nederlands of het Frans kunnen op aanvraag (02-220.28.19); de prijs bedraagt 38 euro en 4 euro per persoon. Scholen betalen 38 euro. Minstens twee weken vooraf reserveren.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni