Interview met Hans Van Nuffel over zijn debuut 'Adem'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
08/09/2010
De net van Brussel naar Antwerpen verhuisde regisseur Hans Van Nuffel heeft zijn entree niet gemist. Debuut Adem bewijst dat een aangrijpende film over jongeren met mucoviscidose kan bruisen van het leven. "Ik maak pamflet noch doctoraat, ik maak een film."

Adem is het verhaal van Tom (gespeeld door Stef Aerts). Enkele quotes om in de sfeer te komen. "Gij zij toch ook ne muco?" "Ja, en dan?" "Raar hè, da wij doodgaan voor onze ouders." "Haaien die niet blijven bewegen, die stikken." "Ik ben zo stom geweest. Ik heb niets gedaan met de tijd dat ik had."

Tom is jong, op zijn vrijheid gesteld, onbezonnen, verliefd. Soms doet hij domme dingen. Zoals iedere jongere. Maar Tom heeft mucoviscidose of muco en dat maakt vele kwesties prangend. De meest voorkomende levensbedreigende erfelijke ziekte in ons land tast vooral de ademhaling en spijsvertering aan. Toms broer heeft ook muco en takelt zienderogen af.

Zijn buurman en lotgenoot gedraagt zich daarentegen als een rasatleet. Xavier (gespeeld door Wouter Hendrickx) heeft een carrière, een Porsche, een vriendin die aan uitbreiden denkt. Met de eigenzinnige Eline die al maanden in een quarantainekamer zit, kan Tom het wonderlijk goed vinden. Geholpen door sterke vertolkingen, een uitstekende fotografie en dito soundtrack van Spinvis en Geike Arnaert geeft Hans Van Nuffel een knap visitekaartje af.

Levensbedreigende ziektes duiken vaak op in larmoyante weekendfilms. Zat je daarmee verveeld?
Hans Van Nuffel
: Dat soort film maken is het laatste wat ik wil. Eén: dat is niet interessant. Twee: ik wil een film maken, geen tv. De ziekte en het verloop ervan lenen zich gewoon tot een boeiende film. Het toffe is dat je de ziekte de film in kunt laten sluipen zonder de kijker bij het handje te nemen. Ik doe niet aan pedagogie. Ik maak pamflet noch doctoraat, ik maak een film. Een film moet in de eerste plaats een publiek aanspreken. Mensen moeten zich kunnen inleven in het universele karakter. Volgens mij is een personage dat al enige weerstand heeft opgebouwd door wat hem al allemaal overkomen is, extra boeiend. Een beschadigd personage is dramatisch interessanter dan een onbeschreven blad. Ik zou niet kunnen werken met een hoofdpersonage zonder laagjes.

De leidraad is de relatie tussen Tom en Xavier. Het is niet evident om zo'n complex conflict te schetsen zonder weerwoord, zonder dynamiek. Je kunt niet in zijn hoofd kijken. Bovendien maakt Tom een keer of vijf een switch in zijn hoofd. Je hebt iemand nodig die hem daarop wijst.

Waarin verschilt Adem van de eerste versies van het scenario?
Van Nuffel:
Het initiële scenario was vrij desolaat. Mensen hadden het lastig om zo'n harde brok uit te lezen. "Help, ik wil lucht!" Met Jean-Claude van Rijckeghem (de producent en scenarist van Aanrijding in Moscou en Meisjes, nr) was het leuk samenwerken. Hij is heel goed in structuur en de relaties tussen de personages. Je kunt er niet altijd de vinger op leggen, maar structuur is wat de meeste slechte films ontberen. Je moet narratief voldoende variëren en op de juiste momenten accenten leggen of je raakt je publiek kwijt. Inhoudelijk heb ik bijna alles aangedragen. Maar qua invulling was het zeer boeiend om ook zijn perspectief te hebben. Jean-Claude is vooraan in de veertig en heeft kinderen. Het is een filmfreak met een enorm referentiekader die al tientallen scenario's geschreven heeft.

In de uiteindelijke film zit meer humor, weliswaar van de cynische soort, meer variatie in de dynamiek tussen de personages en het conflict is vergroot. De film is iets minder 'niche'. Maar de grote dramatische lijnen zijn nooit anders geweest. We hebben niet aan de essentie geraakt. Alleen de opbouw is veranderd. Ik weet niet of ik die eerste film zelf zou hebben willen zien. Dat is ook niet raar: je schrijft minstens tien versies van het scenario voor je begint te draaien.

"Ik ben zo stom geweest. Ik heb niets gedaan met de tijd die ik had," stelt Tom tot zijn afgrijzen vast.
Van Nuffel
: Dit verhaal gaat over iedereen. De vraag is: wat wil je uit je leven halen? Iedereen stelt zich die vraag, misschien niet op zijn twintigste of dertigste maar wellicht wel tijdens de midlifecrisis.

Mensen met mucoviscidose hebben op hun twintigste al een veelvoud van die crisissen meegemaakt. De vragen die iedereen zich stelt, zijn prangender.

Zou Tom ook zo'n moeilijke relatie hebben met zijn vader als hij niet ziek was geweest?
Van Nuffel:
Die relatie wordt op de spits gedreven door de intense situatie. De familie leeft onder spanning, alles wordt uitvergroot. Ouder zijn brengt enorm veel verantwoordelijkheid met zich mee. Je moet heel veel keuzes maken. Het wordt moeilijk als je het verschil ziet tussen wat er is en wat er had kunnen zijn. Je moet voortdurend je perspectief bijstellen. Dat is voor elk personage het moeilijkst.

Mucoviscidose is nog niet te genezen. De onstuitbare achteruitgang is het ergst. Er wordt bij wijze van spreken een stuk van je lijf afgenomen maar je moet verder. Na je linkerhand verlies je ook je linkervoet. Daar ben je amper aan gewend geraakt of ze zetten je been af tot aan de knie. En telkens opnieuw moet je de klik maken en zeggen: "Het leven is nog altijd de moeite."

Het is geweldig om te zien hoe Tom zich niet plooit naar de wetten van het ziekenhuis en zich de plek op zijn manier toe-eigent.
Van Nuffel:
Plekken of steden worden eens zo leuk als je de kleine hoekjes en kantjes kent. De personages brengen héél veel tijd in het ziekenhuis door. De eerste keer neem je de personeelslift niet. De vijfde keer weet je dat je met die lift tien minuten sneller bent. Racen met de karretjes kan: ze staan er, je weet waar de sleutels zijn en niemand zal er iets over zeggen want er loopt 15.000 man rond en niemand weet wie wat mag of niet mag. Een heel complexe structuur kent altijd achterpoortjes. Tom kent de arena en gaat binnen de mogelijkheden tot het uiterste.

Nu, een ziekenhuis heeft het wel moeilijk met dat soort patiënten. Het is niet voorzien op langdurig verblijf en zeker niet van jonge mensen. Ze zijn er vaak. Hun weerstand tegen het systeem groeit. Dat wou ik absoluut in de film.

Moest dit je eerste film worden?
Van Nuffel:
Het is een interessant debuut want een redelijk persoonlijk verhaal en een vrij unieke film. Zo'n verhaal is nog niet op deze manier verteld. Dat is wel belangrijk voor me.

Ik werk nu aan iets helemaal anders: een verhaal over het postkolonialisme in het verlengde van mijn kortfilm FAL. Het wordt een afrekening met ons collectieve verleden. Wij hebben Congo gedomineerd, leeggezogen en vervolgens net niet aan haar lot overgelaten. Zoveel jaar later zien we daar nog steeds de sporen van. Denk aan Matonge, monumenten gefinancierd met rubber, ivoor en diamant of de realisaties van Leopold II. Het verleden laat je nooit helemaal los.

:: Adem, BE, 2010, dir.: Hans Van Nuffel, act.: Stef Aerts, Wouter Hendrickx, Rik Verheye, Marie Vinck, Anemone Valcke, 100 min.
Kinepolis, UGC De Brouckère (vertoning op 8/9 in aanwezigheid van regisseur en acteurs + concert van Dorléac in de Beursschouwburg)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni