Laptopia: Brussel Noord

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
03/03/2016

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Na het Centraal Station bezoekt hij deze week het Noordstation.

DINSDAG 23 FEBRUARI, 12 UUR

Vorige week zat ik in het Centraal Station om te zien dat het daar goed was. Dat deed mij besluiten om Monopoly-gewijs alle drie de Brusselse treinstations te bereizen, en maar meteen een trilogie van stationsromannetjes te schrijven. Tweede in de rij is het Noordstation, dat op het spelbord van Monopoly tussen de goedkopere straten staat, en ook in het echt wel niet bepaald de trots van het inheemse trainspottersgild zal zijn.

Noord is wel groter dan Centraal en wil ook duidelijk nog veel meer zijn dan een station, al is niet precies duidelijk wat. Je vindt in de opeenvolging en opeenstapeling van stationshallen- en gangen ook een Starbuck’s, een Leonidas en een onvermijdelijke Panos in the anos – maar de aandrang om er koffie, chocolade en brood te gaan inslaan bekruipt je hier in het barre Noorden nog minder dan in Centraal of Zuid.

Er wordt momenteel aan de renovatie van de accommodatie gewerkt, maar de centrale stationsgang blijft een intrieste bedoening. Wie die kruisweg langs de twaalf perrons niet aankan, raden we de tweede, parallelle stationsgang onder de perrons aan.

Einddoel is het mij van oudsher vertrouwde spoor 11. Op deze lange strook tussen kerktorens en kantoren, kan je desgewenst en naargelang je voorkeur nog een glimp opvangen van de heilige Goedele of van de hoeren van de Aarschotstraat. Maar de meeste mensen die op dit lanceerplatform klaarstaan, hebben de stad mentaal al de rug toegekeerd.

Ik zet me in de kleine wachtruimte op het perron - een beglaasd rusthuis met een zware toegangsdeur die je nog eigenhandig moet openen door een koperen klink te manipuleren. Er staan twee massieve houten banken waarop je weinig anders kan doen dan wachten, en twee buitenmaatse snoep- en drankautomaten die je dient te negeren als de spreekwoordelijke olifant in de kamer. Vanuit mijn beschutte werkplaats kijk ik naar de mensen die met kop in kas en broodje in de mond staan te wachten op hun trein naar Vlaanderen. Ze staan netjes achter de dikke gele lijn die de pas naar de gevaarlijke perronrand afsnijdt, op een roestig, met antieke chewing gum bestipte ondergrond, waartegen de feestelijke gekleurde sorteervuilbakken afsteken als de bloemekee van het oudejaarsvuurwerk tegen de achterafsteegjes in een kapotgeschoten buitenwijk van Aleppo. Smartphones ontheffen heel wat reizigers van de opdracht om naar de eindeloze root grijze keien tussen de bielzen te staren.

De spoorwegen hebben wel nog steeds hetzelfde herkenbare publiek. De jongeren en de middenklasse zijn oververtegenwoordigd. Een oudere linkse politicus is door de partij aangeduid om als uitzondering op die regel te fungeren. In stations tref je bovengemiddeld veel blinden en slechtzienden aan, en ook nu is er een door het NMBS-personeel weer een verstokte blindganger naast het juiste spoor gezet. Ik herinner me plots hoe ik ooit een collega van haar met zijn stok de open ruimte tussen twee treinstellen zag interpreteren als een geopende deur, en vervolgens aanstalten zag maken om de fatale stap voorwaarts te zetten. Dat zou lachen geweest zijn, mocht er niet iemand de mistastende mindervalide tijdig op zijn vergissing hebben gewezen en hem naar de echte deuropening hebben geleid. Zo zie je maar dat mensen heus wel bereid zijn elkaar te helpen als het erop aankomt.

Interessant om gade te slaan is verder het breinloze ballet van de ziende blinde passagiers, dat ook nu weer wordt gedanst wanneer de aangekondigde trein langs de perronkade komt binnengerold. Al die mensen, die net daarvoor minstens vijf minuten roerloos op dezelfde plaats hebben gestaan, bedenken dan plots dat het misschien toch beter is zich een paar meter te verplaatsen, willen ze precies voor één van de treindeuren komen te staan op het moment dat de trein halt houdt. Daarbij zijn ze er ook allemaal van overtuigd dat dat opschuiven best gebeurt in de rijrichting van de trein. Zo wordt de trein op de laatste meters voor zijn aankomst steevast begeleid door een flashmob van een impulsieve kudden reizigersvee. Alsof de achterste wagons van treinen geen deuren meer hebben, en je niet evenveel kans zou hebben een treindeur voor je neus te krijgen als je gewoon op je oorspronkelijke plaats blijft staan. Uiteindelijk mogen ze er wel allemaal in, de sufferds, terwijl de locomotief zoemt onder de ingehouden spanning, en wacht op het verlossende fluitsignaal dat een einde maakt aan dat ellendige oponthoud op de Noord-Zuidverbinding.

Laptopia

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws , Laptopia

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni