Brussel, Antwerpen, Luik, Gent en Charleroi moeten eisen bundelen

© Brussel Deze Week
15/03/2012
“De stad was de grote afwezige in de opeenvolgende staatshervormingen,” stelt Vlaams parlementslid (en Brusseles) Khadija Zamouri (Open VLD) vast. “Staatshervormingen worden afgedwongen onder politieke druk van de kiezers, zo hoort dat in een democratie. Daarom acht ik de tijd rijp voor een coalitie van steden en stedelingen voor een grootstedelijke staatshervorming.”

Terecht werd het sterk gecentraliseerde België de afgelopen decennia omgebouwd tot een federaal land met gewesten en gemeenschappen. Op de taaldiversiteit in België was een institutioneel antwoord nodig. Maar zijn we ons niet te eenzijdig op de taalproblematiek gaan concentreren en hebben we andere klassieke breuklijnen niet uit het oog verloren?

De voorbije drie decennia werden gekenmerkt door de stadsvlucht van de middenklasse en de spectaculaire daling van het gemiddeld belastbaar inkomen in de steden. Gelijktijdig waren er verschillende golven van immigratie, de arbeidsimmigratie eerst, de opvolgingsimmigratie en politieke vluchtelingen vervolgens, die de steden sterk gekleurd hebben en het samenleven in de stad hebben veranderd. De gewijzigde patronen in mobiliteit hebben ook zware infrastructuursingrepen in de steden veroorzaakt en hebben het aanzien van de stad grondig veranderd. Deze evoluties kregen vooralsnog geen institutioneel antwoord, hoogstens oplapwerk om zogenaamde 'toenemende stedelijke problemen' niet te laten ontsporen.

Anderzijds was er de voorbije jaren ook de trend van 'terug naar de stad'. Er ontstond een heel discours over hoe een nieuwe creatieve economie, aangestuurd door een stedelijke generatie bobo's of bourgeois-bohémiens met een open blik op culturele diversiteit, de stad opnieuw deed opleven. We kennen ze uit boeken als The rise of the creative class van mediasocioloog Richard Florida. Stedelijkheid was plots opnieuw 'hip'. Beleidsmatig betekende stedelijkheid plots niet meer alleen 'een hoop problemen'. Vitale steden met een bloeiend cultureel leven en een goed verankerde gay scene boden kansen voor de economische groei van een hele regio. De stedelijke tolerantie voor culturele diversiteit, voor de nieuwe immigranten, voor holebi's en transgenders was niet enkel ethisch belangrijk, maar ook nog eens economisch profijtelijk.

Mijn progressief ethisch en klassiek economisch liberalisme vinden elkaar hier. Als ik vandaag door Brussel loop, zie ik hoe de stad veranderd is en hoe de 'bobo's' daarin een positieve rol hebben gespeeld. Wellicht behoor ik zelf in meerdere of mindere mate tot die groep. Maar dat optimisme maakt me niet blind, en de verontwaardiging voor onrecht haalt altijd de bovenhand.

Het stedelijk optimisme is voorbijgegaan aan hele groepen stedelingen: de werkloosheid bij jonge allochtonen is blijven stijgen, de scholingsgraad is laag gebleven, de onveiligheid is toegenomen, heropwaardering had ook nefaste bij­effecten zoals de verdringing van kapitaalarmere mensen, en intolerantie tegen culturele minderheden enerzijds en tegen holebi's en transgenders anderzijds blijft zeer aanwezig. Bovendien was de instroom van de nieuwe middenklasse onvoldoende groot om de stadskas te compenseren voor de stadsvlucht van middeninkomens.

Stadskorting
Vandaar ook mijn oproep: Brussel moet samen met steden als Antwerpen, Luik, Gent en Charleroi een aantal eisen op tafel leggen. Steden moeten een structurele financiële solidariteit afdwingen voor alle taken die ze op zich nemen en die hun stadsgrenzen ver overstijgen: extra OCMW-uitgaven in armoedebeleid, sociale huisvesting, onderwijs, cultuur, openbaar vervoer. Steden moeten hier vandaag te veel om bedelen bij andere instanties.

De krachten bundelen is ook de beste manier om een fiscale stadskorting af te dwingen van het federale niveau. Deze korting moet stedelijk wonen (wat minder belastend is voor het milieu, en financieel voordelig in het aanbod aan basisvoorzieningen voor de inwoners) financieel belonen. Het moet de nodige investeringen in snel en veilig openbaar vervoer in en rond de steden afdwingen, investeringen in de veiligheid van de stad en in de aantrekkelijkheid van het ontspannings- en cultuuraanbod. Steden hebben pas zin als ze ook een centrumfunctie hebben naar hun ommeland en als ze de inwoners van buiten de stad iets te bieden hebben.

We hebben al vaak onder veel mediabelangstelling zitten staren naar het overleg tussen de ministers-presidenten van dit land. Misschien is het tijd voor een regelmatig overleg tussen Charles Picqué en Guy Vanhengel voor Brussel, Patrick Janssens en Annemie Turtelboom voor Antwerpen, Daniël Termont en Mathias De Clercq voor Gent, Willy Demeyer en Didier Reynders voor Luik, Eric Massin en Olivier Chastel voor Charleroi. Samen zijn deze vijf steden (de centrumsteden Mechelen, Brugge, Oostende, Namen of Leuven - met vergelijkbare stedelijke evoluties als de grootsteden - niet eens meegerekend) goed voor een kwart van de bevolking van België.

Misschien is het nu wel tijd voor de grootstedelijke staatshervorming die Sas Van Rouveroij, Christian Leysen en Sven Gatz in 2004 in hun Stadslucht maakt vrij (een samenwerking tussen liberale politici uit Antwerpen, Gent en Brussel) aankondigden. Goedmenende politici aller steden, verenigt u!

--------------------------
Khadija Zamouri, Vlaams parlementslid (Open VLD)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni