© Phillip Todd
Dirk Holemans over mobiliteit: ‘Doemdenken hoeft niet’
Stel je voor: Brussel op een ochtend, ergens in 2030. De radio meldt verzadiging op een aantal fietssnelwegen door de kernstad en vraagt aan fietsers om ook gebruik te maken van de parallelle fietsroutes. De tramlijnen blijken gemiddeld dertig seconden vertraging te hebben over heel hun traject waardoor alle aansluitingen gegarandeerd zijn. De toegangswegen voor de auto's - die nog maar een of twee rijstroken hebben - blijven filevrij sinds de invoering van een tolheffing voor automobilisten die tijdens de spits Brussel willen binnenrijden. En ouders met jonge kinderen en ouderen met ademhalingsproblemen wordt aangeraden hun woning te verlaten en te genieten van de gezonde buitenlucht in de stadsparken.
Is dit fictie? Uiteraard. In april van dit jaar stond Brussel nog op nummer één in een ranglijst van meest dichtgeslibde steden van Europa. Maar het is evenzeer een illusie te denken dat de toekomst alleen een verderzetten of een bepaalde aanpassing van het heden zal zijn. Er zijn drie fundamentele elementen die erop wijzen dat het verkeerssysteem gebaseerd op fossiele brandstoffen, op zijn einde loopt. En dat de toekomst er dus helemaal anders zal uitzien.
Piekolie
De eerste factor is de klimaatwijziging. Om die onder controle te houden, moeten we dringend en drastisch de uitstoot van broeikasgassen verminderen. Wetenschappers spreken van een noodzakelijke vermindering van de uitstoot met negentig procent tegen 2050! En laat nu net het verkeer het enige domein in onze samenleving zijn waarvan de uitstoot nog steeds jaar na jaar toeneemt. Zeker als andere sectoren - huisvesting, industrie,... - er meer en meer in slagen om hun uitstoot te verminderen, zal de druk op het transportsysteem sterk toenemen om fors minder broeikasgassen te produceren.
Ten tweede is er het gegeven van piekolie: we naderen stilaan het moment waarop we als wereld per jaar meer olie verbruiken dan de nieuwe reserves die ontdekt worden. En de nieuwe oliebronnen zijn nu al minder makkelijk te ontginnen, met alle risico's van dien. Denk maar aan de recente olieramp in de Golf van Mexico, waar men olie pompte uit een bron die anderhalve kilometer diep in zee ligt. Bijna drie maanden lang stroomde olie in zee. Wetenschappers spreken van de ergste olieverontreiniging in de geschiedenis van de VS. Vanaf 2020 zal olie onomkeerbaar schaarser en dus veel duurder worden. En het is een illusie te denken dat we tegen dan bijvoorbeeld alle huidige auto's op elektriciteit kunnen laten rijden. Daar is het elektriciteitsnetwerk helemaal niet op berekend, en ook de grondstoffen voor batterijen (lithium) liggen niet voor het rapen.
Last but not least is er de levenskwaliteit in de steden. In tal van steden - ook in Brussel - wordt er fors geïnvesteerd in de verhoging van de kwaliteit van het leven: door de heraanleg van pleinen, het autovrij maken van straten, het verbeteren van het openbaar vervoer,... Stilaan ontstaat er een 'gezonde' competitie tussen (hoofd)steden op het vlak van een gezond en kwaliteitsvol leefmilieu. Als bijvoorbeeld Parijs de rive gauche van de Seine van een autoweg gaat omvormen tot een poëtische plek met wandelpaden, groen en drijvende tuinen, dan kan dat alleen maar inspirerend werken voor Belgische steden. Het is duidelijk dat de kwaliteitseisen die de toekomstige stadsbewoner aan zijn leefomgeving gaat stellen, alleen maar hoger zullen liggen dan nu al het geval is.
In die zin is het geschetste toekomstbeeld van daarnet helemaal niet futuristisch! In steden als Amsterdam en Groningen gebeurt nu al meer dan de helft van de verplaatsingen in de binnenstad met de fiets. Het gevolg daarvan is dat de fietspaden inderdaad weleens verzadigd zijn of dat het niet zo evident is je fiets te stallen. Daarom maakt Amsterdam nu bijvoorbeeld werk van een heus fietsparkeerplan. En in Stockholm is na de invoering van de tolheffing de file op heel wat invalswegen nagenoeg verdwenen. Het is heus een speciale ervaring om in Stockholm rond te wandelen en de kwaliteit te ervaren van een stad die niet door auto's overspoeld wordt.
En wie al een keer in Zürich, de tramstad van de wereld, was, weet dat de trams er zo klokvast rijden als een Zwitsers horloge. Zürich heeft dan ook al dertig jaar geleden gekozen voor het openbaar vervoer, zodat ook managers en ministers er de tram nemen. Het is hoopgevend dat een aantal van deze trendsettende ideeën terug te vinden zijn in het Iris 2-plan Mobiliteit van morgen, aangestuurd door staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen!).
Slotsom? Het is duidelijk dat we de toekomst nooit exact zullen kunnen voorspellen, maar er zijn wel voldoende inspirerende verhalen om aan een duurzame toekomst te werken. Die verhalen verruimen ons blikveld en ons denken, dat er al te vaak van uitgaat dat het noodzakelijke niet samenvalt met het haalbare. Doemdenken is helemaal niet nodig als we bereid zijn de uitdagingen met open vizier aan te gaan. En wat is er een mooier geschenk aan de stedelijke democratie dan nu met zoveel mogelijk mensen samen de weg voor de toekomst te bereiden en onze geesten in beweging te zetten?
Dirk Holemans is coördinator van de denktank Oikos. Hij verzorgt de slotbeschouwing op het colloquium After the car, dinsdag 30 november vanaf 10 uur in het Kaaitheater (www.kaaitheater.be), een onderdeel van het Spoken World-festival
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.