Leerkracht Julien Borremans: 'Leer Brusselse scholieren beter Nederlands'

© Brussel Deze Week
22/12/2011
Brussel: ruim een kwart van de bevolking onder de armoedegrens; werkloosheid tweemaal zo hoog als in de rest van het land; een derde van de jongvolwassenen werkloos. Een deel van de oplossing van dit probleem, aldus leerkracht Julien Borremans: leer de Brusselse schoolgaande jeugd beter Nederlands.

Ooit klom Richard Pryor het podium op en proclameerde met diepe stem: "My name is Richard Pryor. I'm a negro. I didn't tell anyone till I was eight years old." De man wist zijn 'handicap' lang te verbergen…

In Brussel loopt een hele generatie Richard Pryors rond die slecht is opgeleid, vaak geen diploma heeft en eentalig is. Heel wat onder hen hebben het moeilijk met discipline en zijn weinig gemotiveerd. Ze zijn de dupe van een onderwijssysteem dat niet aangepast is aan de noden van de hedendaagse Brusselse omgeving. Ze worden daarbij veel te weinig gestimuleerd om hun lot in eigen handen te nemen.

Als je je aan de verkeerde kant van de kloof bevindt, dan heb je pech. Allochtone en laaggeschoolde medemensen in Brussel lopen een groot risico om maatschappelijk geïsoleerd te raken. Ruim een kwart van de bevolking leeft er onder de armoedegrens. Iets meer dan een derde van de Brusselse jongeren groeit op in een gezin zonder inkomen uit werk. De Brusselse werkloosheid is tweemaal zo hoog als in de rest van het land. Een derde van de jongvolwassen Brusselaars blijft werkloos.

Sociale tijdbom
Het Brusselse armoederapport maakt gewag van een bijzonder onrustwekkende schoolachterstand bij de schoolgaande jeugd. Er is duidelijk een Brusselse versie van apartheid in de maak. De getto's zijn er al. De sociale kloof in Brussel is meer dan ooit actueel en wordt steeds verder uitgediept.

De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de allochtonen, maar ook bij de bestuurlijke klasse. In het Brusselse hoofdstuk van het communautair akkoord staat alles te lezen over BHV, de bevoegdheden van het gewest, de mogelijke financiering… maar niet één keer wordt er gesproken over de sociale tijdbom die onder Brussel tikt.

Ik geef les in een 'zwarte' school die in dergelijke context baadt. Het is zeker niet correct te stellen dat scholen met meer allochtone leerlingen geen goede onderwijskwaliteit kunnen leveren. Er zijn genoeg scholen die ruim het tegendeel kunnen bewijzen. Maar anderzijds valt moeilijk te ontkennen dat de kloof tussen de schoolprestaties van de eerste-generatie- en de tweede-generatiemigranten en die van de autochtonen tot de grootste van Europa behoort. Ik verwijs daarvoor naar het EU-Groenboek. De helft van de Brusselse jongens begint het middelbaar onderwijs met een jaar achterstand. Een kwart van hen verlaat het onderwijs zonder diploma.

In het rapport van de Rondetafel van de Interculturaliteit staat duidelijk te lezen dat het aanleren van de landstaal belangrijk is. Vanzelfsprekend. Opmerkelijk is dat het rapport een verband legt tussen het zich vastklampen van minderheden aan hun identiteit en de zwakte van de Belgische identiteit. Heel wat Belgen die hier geboren zijn hebben problemen om zich met België te identificeren. Het is geen gezonde situatie dat er daardoor feitelijk een geïnstitutionaliseerde apartheid ontstaat.

Dit blijft onbespreekbaar, juist omdat de kern van het probleem is en samenhangt met de hybride, gefragmenteerde omgeving waarin de Brusselse scholen moeten functioneren en het gebrek aan krachtdadig beleid van de Brusselse en Vlaamse overheid om iets te doen aan de penibele sociaaleconomische situatie waarmee heel wat nieuwkomers worden geconfronteerd.

Taalbadstages
De schoolgaande jeugd heeft een duidelijk referentiekader nodig met een mainstreamcultuur waar ze zich naar kunnen richten. De Vlaamse overheid moet in het Brussels Nederlandstalig onderwijs veel sterker aanwezig zijn. In eerste instantie moet er een doeltreffend en assertief taalbeleid worden ontwikkeld, gericht op maatschappelijke integratie en werkgelegenheid. Momenteel wordt dat meestal op het niveau van de scholen georganiseerd, waardoor het in goedbedoeld amateurisme blijft steken.

De middelbare scholen moeten de mogelijkheid krijgen om het studiecurriculum aan te passen aan de taalkundige noden van de leerlingen, en moeten dus meer uren Nederlands kunnen inplannen. Ook moet de mogelijkheid worden gecreëerd om taalbadstages in het Vlaamse onderwijs te organiseren.

Er moet in meer goede Nederlandstalige buitenschoolse opvang worden voorzien. Ook dient er veel meer in schoolopbouwwerk te worden geïnvesteerd. Dit is het perfecte instrument om te zorgen voor structurele banden en kruisbestuiving tussen scholen, ouderverenigingen, jeugdverenigingen, zelforganisaties, … en voor het dichten van de kloof tussen ouders, buurt en school. Ideaal gesproken verzorgt en vergemakkelijkt het schoolopbouwwerk contacten tussen scholen en ouders, slaat het een brug tussen het thuismilieu, de school, het straatmilieu, de recreatieve sfeer, begeleidt het leerlingen en vangt het problemen in verband met spijbelen, veiligheid, drugs, enz. op. Er moet daarenboven werk gemaakt worden van een gestuurd inschrijvingsbeleid dat de sociale mix in de verschillende scholen bevordert.

Op de vraag hoe het allemaal zo is kunnen scheefgroeien, antwoordde Luckas Vander Taelen onomwonden dat we te bang zijn geweest om onze waarden aan allochtonen op te dringen. Dat is zeker waar, maar we vergeten erbij te zeggen dat ze daarvoor eerst vlot onze taal moeten kunnen spreken.

Julien Borremans
Leerkracht in het Brussels onderwijs

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni