Leerkracht Julien Borremans: 'Naar eigen Brusselse eindtermen'

© Brussel Deze Week
28/08/2013
Meer dan een vijfde van de Brusselaars is jonger dan achttien jaar, waarschuwt leerkracht Julien Borremans. In de Brusselse onderwijskringen beseft men gelukkig maar al te goed dat voor onze meertalige hoofdstad best eigen eindtermen worden ontwikkeld, die aangepast zijn aan de specifieke Brusselse realiteit. In afwachting van de eigen eindtermen, kan er bovendien al heel wat werk verzet worden.

De Franstalige Brusselaars zijn erg ongerust over de toekomst van hun stad. Eindelijk zien ze in dat de dagjes- en dorpspolitiek van de afgelopen decennia Brussel tot een sociaal-economische puinhoop heeft herleid.

La Dernière Heure publiceerde onlangs een vernietigende analyse. In Le Soir windt men er ook geen doekjes om: "La sonnette d'alarme est tirée. Si on ne fait rien, dans dix ans, Bruxelles va droit dans le mur!"

Assita Kanko (MR) is klaar en duidelijk: "De integratie in Brussel is compleet mislukt. Onze sociale cohesie klopt niet. Hoe kan het anders dat er wijken in Sint-Gillis zijn waar de mensen enkel Turks spreken. We moeten maar eens beter nadenken over migratie en integratie. De gulheid die we aan de dag leggen, is eigenlijk misdadig. We moeten veel strenger zijn." Men kan mevrouw Kanko moeilijk van enig racisme verdenken, want ze is afkomstig van Burkina Faso en spreekt - naast Engels en Frans - perfect Nederlands.

Eigen Brusselse eindtermen
Aan Vlaamse kant is men heel wat minder alert. Vlaamse Brusselaars hebben geen goed uitgewerkte visie over hoe het met Brussel verder moet. Dit is meer dan nodig want meer dan een vijfde van de Brusselaars is jonger dan 18. Al die jonge Brusselaars moeten naar school. Volgens berekeningen zal het aantal leerlingen in 2050 bovendien met 50 procent gestegen zijn ten opzichte van het jaar 2000. Het Brusselse onderwijs staat dus voor een hele grote uitdaging, niet alleen in verband met infrastructuur, maar ook wat betreft kwaliteit. Reynders onderstreepte al meermaals dat de multiculturele samenleving in Brussel failliet is. Een van de grootste oorzaken is de erbarmelijke kwaliteit van het Franstalig onderwijs en de torenhoge werkloosheid.

Aan Vlaamse kant mag het dan al minder dramatisch zijn, toch zijn er ook heel wat werkpunten. Uit een onderzoek in de schoot van het Vlaams parlement blijkt dat de Brusselse scholen vaak niet het geschikte niveau halen. Voor wereldoriëntatie, kaartvaardigheid en ruimtegebruik presteren de leerlingen in het basisonderwijs significant slechter dan hun Vlaamse collega's. De taalachterstand is in de Brusselse scholen nog prangender. Nederlands vormt in vele gevallen maar de derde taal, na hun thuistaal en de straattaal Frans. In het secundair onderwijs zwelt de achterstand jaar na jaar aan, waardoor een flink deel van de leerlingen te weinig voorbereid is op een succesvolle doorstroming naar de arbeidsmarkt of het hoger onderwijs.

Het Nederlandstalig onderwijs wordt de laatste jaren met een ander publiek geconfronteerd. Het is logisch dat er naar een andere aanpak wordt gezocht. Luckas Vander Taelen (Groen) signaleerde het onlangs: "Op zeer korte termijn is een aanzet nodig voor een totaal nieuw onderwijs, dat aangepast is aan de Brusselse realiteit."

In de Brusselse onderwijskringen beseft men maar al te goed dat voor onze meertalige hoofdstad best eigen eindtermen worden ontwikkeld, die aangepast zijn aan de specifieke Brusselse realiteit. Het onderwijs moet op Brusselse maat worden gesneden. 'Meertaligheid' vormt daarbij momenteel het toverwoord. Maar ook zal veel meer rekening moeten worden gehouden met de specifieke eisen van de arbeidsmarkt. Brussel telt een jongerenwerkloosheid van meer dan dertig procent. Het falen van het Brussel onderwijs draagt daar deels verantwoordelijkheid in.

Pascal Smet (SP.A) wil van eigen Brusselse eindtermen en curricula niet weten. Hij vreest kwaliteitsverlies. Ook van eventuele samenwerking met het Franstalig onderwijs - waar Vander Taelen voor pleit - is hij niet gewonnen. Het moet inderdaad mogelijk zijn om de zorg voor de bestaande groep Vlamingen te verzoenen met een openheid naar nieuwe Brusselaars, die vooral door de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs en de kans op meertaligheid worden aangetrokken.

Meer onderlinge samenwerking
Kwalitatief beter onderwijs is inderdaad een hele stap voorwaarts, maar het zal niet alles oplossen. Het gebrek aan uitzicht op een degelijke baan vormt ongetwijfeld het grootste probleem van veel jonge Brusselaars. Begeleiding van afgestudeerden blijft dan ook van essentieel belang. Jongeren moeten veel meer worden aangemoedigd om hun eigen lot in handen te nemen. Ze moeten tevens veel meer worden geresponsabiliseerd om buiten de vertrouwde omgeving werk te zoeken. Samen met de ouders en tal van organisaties die de het kerngezin omringen, zoals onder andere de moskee, moeten jongeren veel sterker gewezen worden op wat van hen wordt verwacht.

Het onderwijs blijft uiteraard een cruciale rol spelen, maar zal het over een andere boeg moeten gooien. In samenwerking met allerlei tewerkstellingsorganisaties, kan het Brussels Nederlandstalig onderwijs trajecten uitstippelen, waarbij werken en leren naadloos in elkaar overgaan. In Duitsland gebeurt dit al jaren. Het duale onderwijs - combinatie van werken en leren - zorgt ervoor dat de jeugdwerkloosheid er onder de 8 procent zit.

Scholen dienen onderling veel meer samen te werken - over taalgrenzen en netten heen - zodat mogelijke schoolse achterstand reeds vanaf de kleuterschool wordt geremedieerd. Scholen moeten daarom leertrajecten vanaf de kleuterschool opzetten. Daarbij moet fel worden ingezet op de basisvaardigheden die jongeren nodig hebben om goed mee te draaien in het dagelijkse leven.

Tot slot moet het Frans- en Nederlandstalig onderwijs ook veel meer en beter samenwerken. De kennis van beide landstalen kan fel worden aangescherpt door het organiseren van uitwisselingstrajecten. Een deel van de vakken kan in de andere landstaal worden georganiseerd. Jaarlijks kan er een uitwisselingsweek in het leven worden geroepen, waarbij leerlingen aan de andere kant van de taalbarrière een weekje school lopen…

Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel moet niet wachten op eigen eindtermen om in gang te schieten. Intussen kan het al heel wat doen. De beste hervormingen zijn nog altijd diegene die van onder worden georganiseerd. En aan de basis is er zeker kwaliteit genoeg om die te bewerkstelligen.

Julien Borremans
Leerkracht Nederlandstalig onderwijs

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni