Van app naar genderklik: werk van lange adem

© Brussel Deze Week
26/01/2012
Deze week werd een nieuwe smartphone-app gelanceerd (zie p. 7 van deze krant). Met de app kun je antihomogeweld melden, zowel fysiek als verbaal, en via Google Maps kun je de gerapporteerde locaties raadplegen. Een loffelijke poging om het aantal meldingen van homofoob geweld te verhogen, vindt An Gydé van de holebi- en transgenderkoepel Çavaria, maar het is maar een deel van de oplossing.

Het moge duidelijk zijn: de cijfers van geregistreerde gewelddelicten tegen holebi's liggen zwaar onder de reële cijfers. Voor 2010 registreerde de politie over het hele land slechts zo'n vijftig klachten. De drempels zijn ook hoog. Een melding van homofoob geweld houdt een coming-out in op een zwak moment. Daarnaast vrezen holebi's dat de politie de zaak zal ridiculiseren, de schuld bij henzelf zal leggen, of dat de daders toch niet gestraft zullen worden. De nieuwe app kan wat ons betreft op een applausje rekenen. Maar ook op enkele bedenkingen.

Wat weten we over antihomo­geweld? In 2006 werd de onveiligheid in Brussel-stad onderzocht. Zestig procent van de respondenten was al minstens één keer het slachtoffer geworden van verbale agressie. De meeste feiten deden zich 's avonds en 's nachts voor. Vaak vonden ze plaats in de omgeving van holebi-uitgaansplekken of cruisingplaatsen.

Ook in Nederland vond onderzoek over het thema plaats. De daders zijn meestal voor het slachtoffer onbekende mannen tussen achttien en dertig. Socio-economische factoren spelen een rol: de daders zijn vaak laag opgeleid, zijn werkloos of verkeren in een risicovolle thuis­situatie. Het geweld wordt vaak in groep gepleegd en is meestal niet gepland. Het is een manier om een imago van stoerheid en mannelijke status te krijgen of te behouden.

Bij de daders zijn allochtone jongeren oververtegenwoordigd, zo blijkt. Het is zaak om ervoor te zorgen dat etnische en seksuele minderheden niet tegen elkaar uitgespeeld worden. Als de intolerantie bij holebi's ten aanzien van allochtonen stijgt, zullen de laatsten zich gestigmatiseerd en gediscrimineerd voelen, wat de intolerantie ten aanzien van holebi's weer zal doen toenemen. Dat is een neerwaartse spiraal die we moeten vermijden. Er zijn trouwens ook heel wat holebi's met een allochtone achtergrond, en dit soort discours helpt hen niet vooruit.
De belangrijkste oorzaak voor geweld tegen homomannen is de afkeer van de daders van homoseksualiteit. Die hangt onlosmakelijk vast met hun opvattingen over mannelijkheid en seksualiteit. Geweld ontstaat vooral wanneer de daders zich potentieel een seksueel object voor homomannen voelen (zie bijvoorbeeld het onderzoek van Laurens Buijs, Gert Hekma en Jan Willem Duyvendak: Als ze maar van me afblijven - Een onderzoek naar anti­homoseksueel geweld in Amsterdam, uitg. Amsterdam University Press, 2009). Dat is een rol die vrouwelijk en dus vernederend gevonden wordt.

Anti­homogeweld is dus meer het gevolg van een krampachtig vasthouden aan genderstereotiepen dan van een afkeer tegenover een bepaalde seksuele geaardheid. Om het scherp te stellen: als verwijfde heteroman loop je misschien wel meer kans op geweld dan als macho leernicht. En als transgender (travestie, transseksueel, transgenderist) geldt dat allicht nog meer.

Conventies doorbreken
Waar ligt de oplossing dan? Op de plek waar jongeren het meeste leren over mannelijkheid en vrouwelijkheid: op school, in de sportclub, in het gezin, in de media, in de religieuze gemeenschap.

De houding van iemand ten aanzien van homoseksualiteit hangt samen met genderidentiteit, met ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid, en die zijn diep geworteld. Seksuele geaardheid en gender bespreekbaar maken binnen en buiten het onderwijs kan leiden tot meer aanvaarding van holebi's en transgenders, én van gender-niet-conforme hetero's.
Door te werken aan zo'n bewustwording, de zogenaamde genderklik, worden mensen gestimuleerd om hun ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid te verkennen en in vraag te stellen. Daarin schuilt de duurzame, structurele oplossing.

Ik hoor het u al denken: dat is een werk van lange adem. Zeer juist, en ondertussen is het belangrijk dat politie en justitie het geweld ernstig nemen en op een goeie manier registreren en bestraffen. De federale regering beloofde in haar regeerakkoord werk te maken van een krachtdadige aanpak van geweld tegen holebi's en transgenders. De holebi- en transgenderkoepel Çavaria deelde vorig weekend zijn jaarlijkse Fobieprijs uit aan de plegers van holebi- en transfoob geweld. Outrage! lanceerde zijn app. Er is duidelijk sprake van een elan wat dit thema betreft. Çavaria pleit voor een gecoördineerde aanpak, die rekening houdt met homo's, lesbiennes, bi's, transgenders - en met iedereen die de genderconventies al eens doorbreekt.

Laten we samen de clichés ont­mantelen, de vastgeroeste ideeën loswrikken en de genderkarikatu­ren de wereld uit helpen. Het is het belangrijkste verweer dat we hebben tegen dit soort verwerpelijk geweld.

An Gydé, teamcoach Gelijke Kansen bij Çavaria (www.cavaria.be)

-------------------------------------
ZiZo Magazine heeft in het januari-nummer een dossier 'geweld', waaruit hier geciteerd werd: www.zizo-magazine.be.
Geweld of discriminatie melden: bij CGKR (voor holebi's) en bij IGVM (voor transgenders). De Holebifoon is een erkend meldpunt voor discriminatie: 0800-99.5.33 of www.holebifoon.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni